Vanmiddag was ik als gast aanwezig bij de discussiemiddag Werkgroep Sociaal-Wetenschappelijke Informatie van de NVB-WB in Tilburg. Het thema van deze middag was Personalisatie van bibliotheekdiensten.
Vier sprekers gaven een korte inleiding op het thema: Laval Hunsucker (Bibliotheek UvA), Wouter van Veenendaal (Bibliotheek UL), Thomas Place (Bibliotheek UvT) en Frans van Eijnatten (onderzoeker TUE). De sprekers hadden een kwartier om hun standpunt in te nemen, allen op een geheel eigen manier. Laval Hunsucker heeft in IP twee artikelen gepubliceerd over Personalisatie in Academische Bibliotheeksystemen. Hij nam aan dat de aanwezigen deze artikelen hadden gelezen omdat zij als aanbevolen literatuur zijn genoemd in de uitnodiging van deze middag. De inhoud van de artikelen zullen voor menigeen als schokkend zijn ervaren. Hij schrijft namelijk dat personalisatie van bibliotheekdiensten zoals bijvoorbeeld een My Library niet gewenst is door de gebruiker en dat je als bibliotheek je tijd en energie beter in andere dingen kan steken. Wouter van Veenendaal sprak over de houding van de bibliotheek en of deze pro-actief of juist meer op de achtergrond moet zijn – waarbij de ingenomen rol afhankelijk is van het vakgebied en per instelling zal verschillen. Thomas Place gebruikte zijn tijd om te praten over een nieuw project van de UvT en OCLC/Pica wat naar mijn idee ontzettend lijkt op Furl en P-server heet.De verhelderendste inleiding was van Frans van Eijnatten, een gebruiker. Hij stelt het zeer op prijs dat bibliotheekmedewerkers bij hem langs komen om hem te vragen wat zij voor hem kunnen betekenen. Als hij dan vraagt om een systeem voor het een of ander dan maken zij dat voor hem. Hij is ook zeer tevreden over de portalpagina´s (ik zou dit eerder startpagina´s willen noemen) die de bibliotheek voor zijn vakgebied heeft gemaakt en onderhoud. Erg belangrijk in zijn werk zijn referenties en het correct weergeven hiervan. Hij ziet het daarom als de taak van de bibliotheekmedewerker om de student aan te leren goed en correct zijn bronvermeldingen te doen tijdens een onderzoek. Eijnatten gaf het voorbeeld van een onderzoek naar referenties van een meneer met de achternaam De. Veel zoekmachines gaven weinig resultaat. Het meeste hits kreeg hij bij MSN. Jazeker dames en heren MSN!!! Dus deze zoekmachine snel opnemen in het arsenaal van zoekmachines die gebruikt worden in de bibliotheek.
Na de pauze was het tijd voor discussie.
De conclusies van deze dag zijn verschillend. Wanneer moet je als bibliotheekmedewerker aandacht geven aan studenten en medewerkers als het gaat om onderzoek? Moet je actief diensten voor de gebruikers ontwikkelen of je juist op de achtergrond houden en pas in actie komen als daarom gevraagd wordt? Eijnatten meent dat je als bibliotheekmedewerker moet zorgen voor een goed onderhouden contact met de wetenschapper zodat je vragen kan stellen als deze bij je komt voor informatie, en dus geen antwoorden geven. Op deze manier kun je als gesprekspartner fungeren en de wetenschapper tot nieuwe inzichten laten komen.
Hunsucker denkt dat als je studenten laat zien hoe veel er mogelijk is met goed onderzoek en ze verrast dat zij geinteresseerd raken door de mogelijkheden. Je moet je dan als bibiotheek richten op de tools en niet op de diensten.
Aanbevolen literatuur:
- Hunsucker, R.L. (2005). Personalisatie in academische bibliotheeksystemen. 1. Achtergronden en problematiek. Informatie Professional, 9 (3), 20-27
- Hunsucker, R.L. (2005). Personalisatie in academische bibliotheeksystemen. 2. Mylibrary voorbij. Informatie Professional, 9 (4), 26-31
- Callan, J. et al. (2003). Personalisation and recommender systems in digital libraries.
http://www.ercim.org/publication/ws-proceedings/Delos-NSF/Personalisation.pdf - De Keyser, P. (2005). Wat wordt er van de bibliotheek? Fysiek, hybride of virtueel? Bibliotheek- en Archiefgids, 81 (2), 3-6
Informatie: NVB