Deze week staat in Computable het volgende bericht te lezen:
In Brussel staat al vier jaar lang een vrijwel onaangeroerde pot met zeventig miljard euro voor ict-subsidies. Het geld werd in 2000 apart gezet door de lidstaten van de Europese Gemeenschap. Tijdens een bijeenkomst in Lissabon beloofden de landen elkaar dat Europa in 2010 de Verenigde Staten voorbij zou moeten streven als ict-economie. “Maar ze weten het geld niet te besteden,” aldus Charles van der Hoog een van de initiatiefnemers tot de oprichting van de belangenvereniging NVKE (Nederlandse Vereniging voor Kennismanagement en E-learning). ”We moeten proberen een deel van die gelden naar Nederlandse bedrijven toe te trekken.”
Vier jaar geleden werd in Lissabon afgesproken dat de miljarden voor de kenniseconomie voornamelijk naar het onderwijs zouden gaan. “Maar de vernieuwing moet komen uit het bedrijfsleven. Wij willen als vereniging lobbyen om dit geld naar de e-learning-bedrijven te krijgen. ‘Leren via de computer was vroeger iets voor het onderwijs. Nu groeit de belangstelling voor deze efficiente manier van kennisoverdracht in het bedrijfsleven,” aldus Van der Hoog.
Uiteraard is er in het bedrijfsleven belangstelling voor e-learning, zeker als er een pot met geld beschikbaar komt. Wat ik alleen niet zo goed begrijp is dat als het geld bestemd is voor het onderwijs, het bedrijfsleven dat van ons af probeert te snoepen. Ik denk dat er genoeg initiatieven in de pen zitten maar dat het grootste probleem van het onderwijs is dat er niet genoeg ruimte is in de personele bezetting, oftewel we willen wel maar hebben zo weinig tijd om ons 40 uur per week in te zetten voor e-learning en kennismanagement. En dus proberen we zo goed en zo kwaad als het kan ons toch bezig te houden met e-learning zonder dat de dagelijkse werkzaamheden er onder leiden. Als de pot met geld in het onderwijs wordt gestopt…… ja dan heb ik ook nog wel het een en ander aan plannen!