Vorig jaar schreef ik voor Digitale Bibliotheek twee artikelen over mobiel in de bibliotheek. Het eerste was naar aanleiding van een interview met Joost Ligtvoet van Biggerworks die ik had horen spreken tijdens de CWIS bijeenkomst over mobiel.
Joost en ik bespraken toen de mogelijkheden om een discussie te hebben met mensen uit de bibliotheek over dit onderwerp. Voor hem zou dat input geven voor de ontwikkeling van nieuwe apps, voor de bibliotheekmensen zou het een interessant platform kunnen zijn om ideeën te ventileren. Digitale Bibliotheek dacht op dat moment net na over de organisatie van een Digicafe en het onderwerp mobiel mocht als eerste.
Inmiddels zijn we een jaar verder en ik weet dat er in bibliotheekland wordt nagedacht over mobiele apps voor de bibliotheek. De TU Delft heeft laatst een iPhone-app gelanceerd en de bibliotheek heeft daar een plaatsje in gekregen. Maar er kan zoveel meer. Er werd tijdens het Digicafe ook gesproken over samenwerking….. maar dat is volgens mij nog niet opgepakt door de NVB, VOB, of een andere brancheorganisatie. Misschien dat wij tijdens het UGame – ULearn symposium een stapje verder kunnen komen met zijn allen. Dus wil je over dit onderwerp praten, geef dan even een seintje, dan faciliteren wij een plek. Ook zijn wij nog op zoek naar bedrijven die mobiele apps ontwikkelen, maar met The Mobile Convention in Amsterdam op dezelfde dag is dat nog lastig, wij doen in ieder geval ons uiterste best om een aantal partijen op de Beursvloer te krijgen. En daarvoor geldt ook, ken je bedrijven die zich willen presenteren op 1 april, geef het dan even door.
Afbeelding: DB Digicafe van DOK Delft (nu heb ik niet de gewoonte om een all rights reserved foto te gebruiken op mijn blog maar aangezien ik er zelf opsta denk ik dat het wel mag. Zo nee, dan hoor ik het vast wel van DOK Delft :))
Dit was de titel van de CWIS-NL bijeenkomst van 17 maart. Vanwege de locatie (SURFnet) konden er niet zo heel veel mensen bij zijn dit keer en was het snel volgeboekt. Hopelijk volgende keer dus gewoon weer bij Mediaplaza.
De dag werd geopend met Toine Kamphuis van de Hogeschool Utrecht (centrum voor communicatie en journalistiek). Hij sprak over de uitdagingen en obstakels die je tegenkomt als je met mobiel aan de slag gaat. Nu is Kamphuis iemand die erg van het geschreven woord houdt en meent dat beelden subjectief zijn. Liever dus een korte tekst mobiel presenteren dan een afbeelding. Mijn nekharen gingen nog net niet overeind staan want kun je in een tijd waarin visuele geletterdheid naast “gewone” geletterdheid een belangrijke rol speelt nog vinden dat beelden niet zo belangrijk zijn? Is het niet zo dat jongeren meer met beelden hebben dan met tekst? En als het antwoord op de vorige vraag ja is, en als deze jongeren hun mobiel gebruiken om informatie te vergaren, moet je dan niet juist met beelden werken in plaats van met tekst?
Ik kan Kamphuis volgen als hij zegt dat het omzetten van webteksten naar mobiel niet voldoende is. Je moet eigenlijk nog meer knippen in de tekst en er nog kleinere brokken van maken om het op een mobiel leesbaar te krijgen. En ook begrijp ik dat je moet inspelen op de behoefte van de moderne informatieconsument die communicatie (netwerken) en nieuws updates en actualiteit belangrijk vindt en dat je mobiel op opnemen in de mediamix. Maar als Kamphuis dan aan het einde van zijn praatje zijn goeroepet op zet (zoals hij het zelf noemt) en zegt dat het eigenlijk nog te vroeg is om je met mobiel bezig te houden omdat het lastig is en veel geld kost, naast dat het tijdrovend en ondankbaar werk is om teksten over te zetten naar een mobiele versie. Sorry dan ben je mij dus gewoon kwijt.
De volgende spreker was Joost Ligtvoet van Biggerworks. Hij zegt dat mobiel je content aanbieden effectief betere resultaten geeft dan op het web hetzelfde doen en vindt mobiel nog steeds een erg innovatief medium. Zeker vanwege de locatiebepaling die tegenwoordig mogelijk is kun je inspelen op de context van waar de gebruiker zich bevindt. Belangrijke doelgroep om je op te richten zijn dan toch wel de 15-35 jarigen. Ook geeft hij wat getallen als het gaat om iPhone gebruik. Ik wist bijvoorbeeld niet dat iPhone gebruikers 5x meer surfen op internet dan andere mobielgebruikers die ook internet op hun mobiel hebben. En dat iPhone gebruikers 8x meer downloaden. Maar ook dat zij 3x meer aan social networking doen. Als gevolg hiervan komen contentpartijen met applicaties voor de iPhone en komen andere fabrikanten met iPhone look-a-likes. Ligtvoet pakt vervolgens zijn iPhone en Google-phone uit zijn tas en laat deze rondgaan. De Google-phone ziet er ook mooi uit en ik heb de kans gehad om er al wat langer mee te spelen maar voor mij is de Google-phone het nog net niet. Oke als je het kompas gebruikt en hiermee op zoek gaat naar interessante dingen in de buurt van waar jij staat is dat leuk, zinnig en handig. Maar de iPhone blijft voor mij gewoon handiger in het gebruik en de app-store zorgt ervoor dat ik de applicaties vind die ik wil gebruiken.
Ligtvoet geeft in zijn presentatie nog wat voorbeelden zoals Blyk, een dienst die binnenkort in Nederland gelanceerd wordt.
Blyk is een dienst die jongeren verbindt met hun favoriete merken (na invullen van een profiel) en elke maand gratis belminuten en sms-jes daarvoor in ruil teruggeeft.
Of de Heineken campagne rondom introductie van het nieuwe merk Jillz.
Vrouwen die in de kroeg de bluetooth van hun mobiel aanzetten kregen een berichtje en een gratis Jillz drankje. 40% van de vrouwen voelden zich aangesproken door het schatje bericht en kregen een gratis drankje. Succesvol dus volgens Ligtvoet. De vrouwen in de zaal hadden het schatje gedeelte liever niet geweten geloof ik.
En als laatste het voorbeeld van het Filmfestival Rotterdam waar je via bluetooth gratis mobiele filmpjes opgestuurd kon krijgen.
Bluetoothreclame.nl lanceerde in samenwerking met NPS en filmfestival Rotterdam haar nieuwste innovatie. Een interactieve zuil waarvan festivalbezoekers NPS Micromovies konden downloaden op hun mobiel. Via een touchscreen kon de bezoeker een keuze maken en de film via bluetooth op zijn mobiel downloaden. De downloadmogelijkheid werd in zeven theaters geboden. Deze interactie tussen een touchscreen en bluetooth is uniek. De filmfestivalbezoekers ontvingen een bericht op hun telefoon waarin ze werd gevraagd of ze van deze mogelijkheid gebruik wilden maken, 90% accepteerde.
En als je als merk of instelling nu wilt dat meer mensen gebruik gaan maken van jouw mobiele site dan kun je altijd sms 9009 gebruiken. De consumenten sms-en MERKNAAM naar 9009 en krijgen gratis de link van de mobiele website terug. Superhandig om te gebruiken in advertenties of tijdens open dagen van bijvoorbeeld een universiteit.
Natuurlijk maakte Ligtvoet ook even reclame voor een mobiele site die zij gemaakt hebben en die binnenkort voor KFC wordt geïntroduceerd, maar dat was niet erg. Zijn presentatie was boeiend, interessant en leerzaam dus dat beetje reclame stoorde mij in ieder geval niet.
Kirsten Veelo van SURFnet liet vervolgens een aantal voorbeelden zien van mobiel en onderwijs. Zij vertelde over Mscape waarbij leerlingen met gebruik van een PDA buiten dingen doen. Zoals bijvoorbeeld rondlopen in Delft en ondertussen leren over Willem van Oranje waarbij de leerlingen meer leerden over geschiedenis dan dat zij dat doen met een boek in een leslokaal.
Mobiel leren gaat tenslotte over leren met mobiele techniek en kan dus meer zijn dan alleen een mobiele telefoon. Denk ook maar eens aan een Asus EEE of een Nintendo DS of een E-book reader.
Momenteel draaien er vijf pilots rondom mobiel leren bij het platform. Veelo noemt WRTS.nl waarbij de leerlingen woordjes leren door gebruik te maken van een iPhone waarbij momenteel wordt getest welke groep (degene met of zonder iPhone) het beste de woordjes leert. Ook geeft zij het voorbeeld van het UMCG waarbij tijdens de college’s radiologie de studenten op een PDA rontgenfoto’s toegestuurd krijgen en door middel van het aanklikken van zones op de afbeelding op de PDA aan de docent laten weten of zij de stof goed begrepen hebben. De docent kan dan pas verder met het college als iedereen een antwoord heeft gegeven wat zorgt voor meer interactie en betrokkenheid. De studenten krijgen na het college de afbeeldingen mee op hun PDA zodat zij er thuis ook nog eens naar kunnen kijken.
Toch zijn er volgens Veelo nog technische drempels die ervoor zorgen dat implementatie niet zomaar uit te voeren is. Te denken valt aan kleine beeldschermen van de mobiel, traag internet, veilige netwerken zeker als het gaat om authenticatie van gebruikers, maar ook de veiligheid van de data. Ook zijn er onderwijskundige drempels, is mobiel wel een effectief en efficient leermiddel? Hier proberen zij antwoord op te krijgen door het doen van pilots.
Op de website mobielonderwijs.nl vind je meer informatie over de pilots en kun je ook het boek de wereld als leeromgeving downloaden.
Christian Hesselman van het Telematica Instituut liet ons een aantal voorbeelden zien van mobiel internet als extensie van de desktop. Waarbij hij twee trends waarneemt; een waarbij de mobiele telefoon als sensor dient en een waarbij de mobiele telefoon als interface wordt gebruikt voor andere diensten.
Voor de eerste trend gaf hij het voorbeeld IYOUIToftewel een mobile 24×7 life recorder. Hierbij wordt de mobiel gebruikt als een apparaat dat alle informatie over je opneemt en deelt op internet en met vrienden.
Volgens Hesselman wordt met IYOUIT rauwe sensordata naar een hoger niveau getilt. Het systeem herkend coordinatoen en vraagt aan de gebruiker of dit een plaats van betekenis is, hierna kan de gebruiker door middel van tags aangeven of dit zo is of niet. Bijvoorbeeld tags als kantoor, thuis, oma, etc. Het systeem kan ook automatisch taggen. Je maakt dan een foto en op basis van wat de camera ziet worden er tags aan het beeld gekoppeld. Momenteel wordt er gewerkt aan een holiday recorder waar locatie, weerconditie en foto’s samenkomen. Een digitaal vakantiealbum zeg maar. Geweldig speelgoed als je het mij vraagt, jammergenoeg niet beschikbaar voor andere telefoons dan de Nokia Series 60-terminal (2e en 3e generatie).
Voor een voorbeeld van de tweede trend liet Hesselman dit filmpje zien (een aanrader – helemaal afkijken dus!):
Aan het einde van de dag was er nog ruimte voor enkele praktijkvoorbeelden waarbij Stefan van den Dungen Gronovius (HAN) als enige het podium nam om te vertellen over de inzet van QR-code tijdens een open dag.
Collega John vroeg op Twitter of iemand even een fotootje wilde maken en dat heb ik dus maar gedaan.