Evaluatie van Library of Congress en het gebruik van Flickr

Na 9 maanden gebruik maken van Flickr vond de Library of Congress het tijd worden voor een evaluatie (samenvatting, gehele rapport). De conclusies zijn positief. Er wordt veel naar de foto’s gekeken, ze worden getagged en als favorieten toegevoegd. Maar ook komen de foto’s die op Flickr zijn geplaatst hoger in de zoekresultaten naar boven.

Finally, the images we placed on Flickr have greater weight in search engine results compared to their counterparts on the loc.gov Web site.

En ook wordt de website van de LoC nog beter bezocht dan voorheen. Veel mensen wisten niet dat deze bibliotheek zoveel schatten bezit en door het plaatsen van de foto’s op Flickr worden deze schatten toegankelijker voor een nog groter publiek.

flickrloc

Toen de LoC 9 maanden geleden op zoek ging naar een systeem om foto’s te delen met het grote publiek en zij dit zonder al te veel ICT-middelen wilden doen kwam al snel Flickr in beeld. Enige nadeel van Flickr was dat de cc-licentie niet van toepassing was op de afbeeldingen die de LoC wilde plaatsen. Na overleg met het management van Flickr werd de No known copyright restrictions toegevoegd, speciaal voor foto’s van de LoC. Ook was dit overleg het begin van het Commons-project, een project waar inmiddels meerdere musea (ook Nederlandse) zijn aangehaakt.

Een aantal conclusies:

  • 10.4 million views of the photos on Flickr
  • 79% of the 4,615 photos have been made a “favorite” (i.e., are incorporated into personal Flickr collections)
  • More than 15,000 Flickr members have chosen to make the Library of Congress a “contact,” creating a photostream of Library images on their own accounts
  • 7,166 comments were left on 2,873 photos by 2,562 unique Flickr accounts.
  • 67,176 tags were added by 2,518 unique Flickr accounts
  • 4,548 of the 4,615 photos have at least one community-provided tag
  • Less than 25 instances of user-generated content were removed as inappropriate
  • More than 500 Prints and Photographs Online Catalog (PPOC) records have been enhanced with new information provided by the Flickr Community
  • Average monthly visits to all PPOC (Prints and Photographs Online Catalog) Web pages rose 20% over the five month period of January-May 2008, compared to the same period in 2007.

Wat mij opvalt is het aantal vrienden dat de LoC er bij heeft gekregen dankzij Flickr. Dit zijn mensen die graag op de hoogte blijven van wat de LoC doet. Zij hoeven zich niet aan te melden op de website van de LoC of lidmaatschap te betalen en toch kunnen zij een band met het LoC krijgen. Wat mij ook opvalt is het aantal tags en comments dat niet geschikt bleek te zijn en wat verwijderd moest worden. Ik vind dit niet hoog, gezien het aantal foto’s en aantal comments dat is achtergelaten. Als een comment iets extra’s verteld over een foto en de LoC kan deze informatie verifieren dan wordt deze info opgenomen in de catalogus van de LoC. Hiermee geef je aan gebruikers aan dat het er toe doet dat zij meehelpen.

De LoC is erg tevreden over de hoeveelheid aandacht die zij heeft gekregen en wil graag met dit project doorgaan en geeft hiervoor in het rapport een aantal mogelijkheden. Of zoals zij het zelf zeggen:

The Flickr team recommends that this experiment in Web 2.0 become an ongoing program with expanded involvement in Flickr Commons and other appropriate social networking opportunities for non-photographic collections. The benefits appear to far outweigh the costs and risks.

Flickr – The Commons – evaluatie

In juli van dit jaar schreef ik over The Commons, waarbij fotoarchieven van musea openbaar worden gemaakt met behulp van Flickr. Sindsdien haken meer en meer musea aan bij dit project. Maar wat levert het op voor een museum die hieraan meedoet? Wat hebben de andere musea de afgelopen maanden geleerd? Wat doen gebruikers wel of niet met de foto’s?

Het powerhouse museum doet een evaluatie na de eerste drie maanden en dit is wat zij onder andere geleerd hebben:

  • de target van het uploaden van 50 foto’s per week werd na week vijf overboord gegooid. Het bleek namelijk dat de foto’s die het meest bekeken werden en waar het meeste commentaar op kwam niet de foto’s waren waarvan het museum dit verwacht had. Zij gingen op zoek naar vergelijkbare foto’s in de collectie. Helaas waren deze vaak niet gecatalogiseerd of gedigitaliseerd. Omdat het digitaliseren en catalogiseren extra werk opleverde werd de nieuwe target op 25 foto’s per week gezet.
  • in de eerste vier weken werden de foto’s die op de commons-flickr werden geplaatst meer bekeken dan dezelfde foto’s op de eigen website van het museum. De eigen website wordt geïndexeerd door Google, de foto’s zijn te vinden via de catalogus en de foto’s zijn terug te vinden via een landelijke fotozoekmachine. Het is dus niet zo dat de foto’s op die site heel moeilijk terug te vinden zijn.
  • het powerhouse museum heeft ook een eigen flickraccount waar foto’s uit de collectie te vinden zijn. Toch gedragen bezoekers van de commons-flickr zich anders dan bezoekers van de eigen flickrsite, voornamelijk in hoe zij taggen en het commentaar dat zij achterlaten.
  • na een paar weken werd besloten dat iedereen die vrienden wilde worden met het museum werd geaccepteerd. Het museum keek daarna ook naar foto’s van de vrienden en voegde tags en commentaren toe. En ook al is dit een tijdrovend klusje het zorgt wel voor binding.
  • het museum merkt dat als nieuwe musea foto’s plaatsen er over geschreven wordt op blogs en dat de foto’s van hen dan weer even meer worden bekeken.
  • om foto’s te uploaden gebruikt het museum een aangepaste api. Op deze manier kunnen zij vanuit de eigen database op een eenvoudige manier de foto’s bij flickr plaatsen.

Het museum heeft naast het commons-flickr account en eigen flickr account. Maar ook zijn zij creatief in het maken van groepen (pools), zoals de Tyrrell Today Group en de Modern Times (modernism in Australia). Voor de eerste groep worden flickrgebruikers opgeroepen om eigentijdse foto’s te plaatsen van foto’s uit de collectie. Dus een foto uit de collectie van een kerk wordt opniew gemaakt in deze tijd en in de pool geplaatst. Voor de tweede groep worden gebruikers gevraagd om modernisme in Australie in beeld vast te leggen.

Met dank aan: Fresh + New(er)

Nu zijn er natuurlijk ook musea die niet in de Commons meedoen maar die wel een flickr account hebben. Sinds een jaar is ook de Nationale Bibliotheek van Australië met een fotocollectie op flickr te vinden. Zij schreven in juli een evaluatie van het eerste jaar. Opmerkelijk in deze evaluatie vind ik dat gebruikers het toevoegen aan favorieten het meeste doen, daarna commentaar geven en als laatste taggen.

Maar wat moet je nu als bibliotheek (met fotocollectie) of museum. Wel of niet meedoen met flickr, wel of niet meedoen aan de Commons? Duidelijk wordt na het lezen van beide evaluaties, is dat het zinvol is om van te voren een aantal dingen te bedenken. Zoals welke creative commons voeg ik toe of plaats ik de afbeeldingen in het publieke domein, welke foto’s zet ik online en hoeveel tijd heb ik om mij bezig te houden met de commentaren die worden achtergelaten? Als je alleen tijd hebt om content op flickr te zetten en niet om contact te leggen met gebruikers dan kun je het naar mijn idee beter laten. Flickrgebruikers nemen deel aan de community, ook als die community rondom een museum of bibliotheek gevormd wordt. Als je niet in deze community wilt investeren dan is het niet nodig om foto’s bij flickr te plaatsen. Dan kun je misschien beter de afbeeldingen gewoon via de eigen site beschikbaar stellen waarbij het achterlaten van commentaar vaak nog gebeurd via email.

Bridget McKenzie van weblog Cultural Interpretation & Creative Education heeft een worddocument geschreven over musea en flickr. Dus denk je er over na om foto’s bij flickr onder te brengen, dan is dit document zeker een goed startpunt.

WP Twitter Auto Publish Powered By : XYZScripts.com