Afgelopen donderdag was ik in Amsterdam bij de KNAW voor het symposium Identiteit in Virtuele Werelden. Een aantal sprekers namen het woord, onder andere Jos de Mul, Mireille Hildebrandt en Ronald Leenes. Tussen de sprekers was er tijd voor intermezzo’s. Een volle zaal, dus gezellig druk met jonge en oude mensen, mannen en vrouwen. Ook zag ik Webgrrl, nouja zij herkende mij en zei hoi. Liek was er blijkbaar ook, tenminste zij heeft haar verslag al geschreven, gezien/gesproken heb ik haar niet. En Magreet, die sprak in tijdens de pauze.
Wat mij is bijgebleven van de presentatie van Jos de Mul:
- een aantal boeken komt op mijn te lees lijst – Database delirium van Jos de Mul, Alter Ego van Robbie Cooper (hier moet ik de tentoonstelling ook van bekijken, kan irl of in SL), Homo Ludens van Huizinga
- vanuit verschillende wetenschappen kan een virtuele wereld worden bekeken, bijvoorbeeld wat kost een virtuele wereld (economie), wie straf je bij ongewenst gedrag in een virtuele wereld (jurist), hoeveel virtuele identiteiten zijn er (psycholoog)
- er zijn verschillende soorten identiteiten, de (logische) persoonlijke identiteit, een spatio-temporele identiteit, een reflexieve identiteit en een narratieve identiteit. Kun je eigenlijk wel spreken van de identiteit?
- er zijn verschillende realiteiten, de schijnbare realiteit en de potentiele realiteit
Wat mij is bijgebleven van de presentatie van Mireille Hildebrandt:
- Mireille Hildebrandt vraagt zich af of virtuele identiteiten geestverruimend of bewustzijnvernauwend is
- geestverruimend is verruiming van de vrijheid om de eigen identiteit anders te ontwikkelen (met onderstaand filmpje als voorbeeld)
- bewustzijnvernauwing wordt bepaald door beslissingen die de drempel van het bewustzijn niet bereiken
- heeft een persoon recht op een (of meerdere) virtuele identiteit(en)?
- heeft een persoon recht op bescherming van de virtuele identiteit?
Wat mij is bijgebleven van de presentatie van Ronald Leenes:
- sociale netwerken zijn lokaal gebonden (denk aan gebruik van Hyves in Nederland, maar weinig daarbuiten), daarom zijn sociale normen lokaal gekleurd
- sociale netwerken vallen uiteen in social sites, social software en social services
- eerste social networksite is classmates.com die is ontstaan in 1995
- social network sites (SNS) zijn anders dan andere netwerken omdat er ICT wordt gebruikt in de communicatie tussen gebruikers
- SNS = privacy ramp!
- als gebruiker van SNS uitgaat van een vertrouwelijkheid binnen het netwerk dat er niet is, is dat een drama
- zijn verschillende soorten netwerken (gemeinschaft / gesellschaft) – hoe denken gebruikers binnen het netwerk over het netwerk, is het een gemeinschaft of een gesellschaft, de regels binnen deze twee netwerken zijn anders
- gebruikers geven onbewust informatie weg, denk aan een foto met op de achtergrond een duidelijk herkenbaar gebouw, andere gebruikers weten zonder dat je het zegt waar je geweest bent
- privacy paradox: gebruikers hebben bezwaar tegen het afgeven van veel informatie maar in de praktijk lijkt dit toch anders te zijn en geven gebruikers veel informatie weg
- wij begrijpen het gebruik van SNS-en niet omdat de onderzoeken zijn gedaan vanuit het perspectief van de digital immigrant
- er zijn drie categorieen gebruikers van SNS-en: de categorie stay out (of my space) (claimen privacy in publieke ruimte), de categorie I’m proud of myself (ik heb niets te verbergen en laat dat zien ook) en de categorie none of this is real (SNS is een spel en profiel heeft geen relatie met de werkelijkheid)
De presentatie van Ronald Leenes heeft op mij de meeste indruk gemaakt, misschien omdat deze ging over social network sites en daar heb ik nu eenmaal meer mee dan met SL. Op zich een interessante middag waarbij vanuit wetenschappelijk oogpunt werd gekeken naar de (virtuele)wereld van nu.