Afgelopen dinsdag bezocht ik met een kleine 1000 andere Informatieprofessionals het KNVI congres. Normaal gesproken zie je mij hier niet. Dit is niet een plek voor mij om inspiratie op te doen en misschien weet ik nu waarom, maar daarover later meer. Het is wel een heel gezellig congres, je ziet op zo’n dag namelijk heel veel bekenden. Ook ontmoette ik iemand die ik in 1998 voor het laatst zag en dat was wel heel bijzonder.
Michel Wesseling, de voorzitter van de KNVI, opende het congres. Hij vertelde wat de stand van zaken in het land was, wat hij de afgelopen 2 jaar had gedaan en wat er nog moet gebeuren. Wat erg dringend is, zijn het aantal leden. Er is weinig aanwas van jonge mensen en met het groot aantal 65-jarigen in het verschiet moet er wel iets gebeuren. Michel riep op tot actie. Tijd om te moderniseren van binnenuit met een nieuwe structuur. Maar dat is niet voldoende. Leden werf je ook door enthousiast over de KNVI te vertellen.
En dat ga ik nu ook doen. Ik ben dan wel geen lid, maar als er iemand door mijn verhaal toch lid wil worden draag ik wel mijn steentje bij. Ik heb overigens geen idee hoe de leeftijdsopbouw van mijn lezersgroep is. Maar als er jonge mensen bij zijn. Laat je inspireren door de KNVI!
Frank Huysmans deelde de Victorine van Schaickprijs uit. Hanna Jochmann-Mannak kreeg hem voor haar promotieonderzoek hoe kinderen informatie zoeken, het Frysk Fablab vanwege de innovatie en Eline Coree voor haar scriptie over Erfgoed Leiden en omstreken.
En toen was het tijd voor Hans de Zwart, directeur van Bits of Freedom. Zijn betoog ging om het recht om te lezen en de verantwoordelijkheden van de informatieprofessional. Voor dat betoog gebruikte hij een essay van Richard Stallman. Het is een verhaal uit 1997 dat gaat over een jongen en een meisje die leven in een wereld waar elk boek een copyright monitor heeft. Voor Stallman was het een toekomstbeeld. Nu 16 jaar later is het al werkelijkheid.
Het is een derde partij die als digitale intermediair optreedt. Zoals bijvoorbeeld een Amazon die alles logt wat je met de Kindle doet. Of Google die voor jou bepaald welke route het gunstigste is. Maar is dat wel zo. De Zwart gaf het voorbeeld van Amsterdam en dat hij door Google nooit over de grachtengordel wordt gedirigeerd. Je kunt je af vragen waarom maar ook waarom Google hier niet transparant over is. Of Netflix, die precies weet wat je kijk, wanneer, hoe vaak je teruggaat in een film of serie, etc.
Hans de Zwart maakte de sprong van dat verhaal naar de ethiek die hackers hebben en vraagt zich af of informatieprofessionals ook ethiek kennen. En zo ja, hoe ziet dat er dan uit. In Amerika gaat deze code of ethics veel verder dan bij ons in Nederland. Voor de informatieprofessional wordt het steeds ingewikkelder om de privacy van je gebruikers te waarborgen want eigenlijk wil je ook wel weten wat je gebruiker doet zodat je de systemen en producten beter op ze af kan stemmen. De Zwart pleit er voor om alles wat je niet nodig hebt niet op te slaan. Als er dan om gevraagd wordt, kun je het niet tonen. Hij pleit ook voor privacy by design. Hierbij denk je al bij voorbaat na over het gebruik van persoonsgegevens en de bescherming daarvan binnen jouw organisatie. En toen zei de Zwart iets geks. Hij wil alle catalogi achter een slotje. Ik vroeg hem via twitter hoe hij dat bedoelde in combinatie met open access en open data.
@moqub Het SSL slotje is voor de veiligheid van de gebruiker. Het beperkt absoluut niet de toegang tot de catalogus… Voor open toegang!
— Hans de Zwart (@hansdezwart) November 18, 2014