Vandaag was ik al blogger aanwezig bij het seminar Onderwijsruimtes bepalen de didactiek: Next Generation Classroom. Een volle Wim Crouwelzaal werd toegesproken door Piet van der Zanden (TU Delft) en Marij Veugelers (UvA). Vandaag ging het niet om het informele leren in studie landschappen maar om het formele leren: docent-student interactie in fysieke ruimtes. Piet vertelde ons over de zaal waar we zaten, een bijzondere ruimte die sinds vorig jaar december operationeel is. Het is een proefzaal die elke onderwijsactiviteit aan kan en dus ook elke werkvorm kan faciliteren. Al deze keuze zijn leuk voor het onderwijs, maar maken het voor de docent wel lastig. Hij/zij moet tenslotte wel alle techniek kunnen bedienen. De ruimte moet uitnodigen om onderwijs anders te beleven en docenten moeten anders onderwijs gaan geven. Piet is heel blij met de zaal en signaleert, samen met Marij, dat er in Nederland veel wordt gesproken en gedacht over het vernieuwen van onderwijszalen maar dat er maar weinig wordt uitgevoerd of geëxperimenteerd.
Tijd voor een seminar dus. Om elkaar te leren kennen, van elkaar te leren en misschien samen op te trekken. In de zaal zijn ongeveer 12 vertegenwoordigers uit het onderwijs aanwezig, 18 vanuit de technische hoek en 14 facilitaire mensen. Een aantal van deze mensen heeft al wel iets gecreerd, zoals het Living Lab op de campus Den Haag en de Erasmus Universiteit die 222 zalen aan het inrichten is.
Na deze inleiding gaat Piet in een sneltreinvaart door zijn presentatie heen. Van eliteonderwijs, via de onderwijsfabriek naar co-creatie.
Een mooie infographic van zijn verhaal zat in de map met presentaties. Kern van het verhaal van Piet is waarom je een flexibele onderwijszaal moet willen. Door massificatie wordt de studentpopulatie steeds groter waardoor je zou verwachten dat er steeds grotere collegezalen nodig zijn. Toch zie je aan de andere kant steeds meer toegepaste opleidingen die met kleine groepjes studenten willen werken en waarbij de studenten steeds meer samenwerkingsopdrachten moeten doen. Een voorbeeld daarvan zijn de Delftse DreamTeams waarbij studenten van verschillende opleidingen samenwerken aan een project. De behoefte aan andere onderwijsruimten wordt op deze manier gecreerd. Piet verteld ons dat er in Delft een trend waar te nemen is waarbij studenten steeds meer op zoek zijn naar samenwerkplekken of studieplekken op de campus. Dat is de reden waarvoor de studenten naar de campus komen.
En wat doe je dan? Richt je bestaande onderwijsruimten opnieuw in of besluit je tot nieuwbouw? Wat je ook kiest er zijn 3 uitgangspunten die belangrijk zijn bij de flexibilisering van onderwijsruimten.
- maak het meubilair verplaatsbaar of convertibel
- maak de doceeromgeving multifunctioneel
- koppel de zaal virtueel
Op deze manier ontstaan er, volgens Piet, mogelijkheden voor werkvormen die daarvoor nog niet mogelijk waren. Let hierbij wel op hoe het beheer en de support van de systemen geregeld is en hoe de begeleiding van docenten wordt opgepakt. In de Wim Crouwelzaal zijn 2 soorten stoelen en tafels gebruikt. Er wordt gekeken welke stoel en tafel het beste werkt. De onderzoeksvragen wordt vanaf het komende studiejaar beschreven en onderzocht. Piet laat ons weten dat doordat er meerdere werkvormen in deze zaal toe te passen zijn de zaal ook beter wordt benut.
Het laatste gedeelte van zijn presentatie gebruikt Piet om ons de werking van de zaal en de schermen te laten zien. Twee grote schermen, een smartboard in het midden. Een groot scherm is in 4 vlakken te delen. Er hangen camera’s in de zaal. Veel is mogelijk.
Marij neemt het van Piet over. Zij vertelt over de onderwijszaal van de toekomst bij de Universiteit van Amsterdam. In Amsterdam lag er de vraag vanuit het bureau onderwijslogistiek voor een proeftuin, een labzaal, een plek om te experimenteren. Waar ze meer zicht op wilden krijgen waren de eisen en wensen voor de onderwijsruimten van de toekomst. En door het creeeren van een ruimte werden de antwoorden op die vragen gegeven. In 2009 begon Marij met een eerste idee en werden er algemene verkenningen gedaan, zoals literatuuronderzoek, werkbezoeken en een workshop. In 2011 was het plan klaar en is er verbouwd.
Gelukkig was er een ruimte beschikbaar, inclusief de hal om die ruimte heen.
(bovenstaande foto’s zijn van Marij Veugelers)
Wensen voor de ruimte werden uit workshops duidelijk. Zo was er bijvoorbeeld behoefte aan een centraal punt voor de docent, een flexibele inrichting, een open sfeer, gebruik van kleur en was het fijn als er een thuisgevoel gecreëerd kon worden. In de ruimte zitten maximaal 30 studenten aan eigen tafels die in een groepje zijn opgesteld. Per groep hebben zij een scherm. De docent heeft een eigen tafel en scherm. Er kunnen gordijnen dichtgetrokken worden als studenten zich willen afsluiten om geconcentreerd te werken. Je kan de ruimte reserveren voor 2 tot 3 uur per keer. In de ruimte mag niet gegeten of gedronken worden, dit wordt gedaan in de gang. Hier zijn ook loungeplekken te vinden en kunnen studenten elkaar informeel ontmoeten en met elkaar samenwerken.
Na deze twee presentaties kreeg de groep een opdracht. Stoelen werden omgedraaid en in groepjes van 4 werd er een antwoord gezocht op de vraag: hoe ziet de onderwijszaal van de toekomst er uit.
Ik heb even rondgelopen en leuke dingen gehoord. De flipovervellen waarop werd getekend en geschreven hingen aan het einde van de middag op de muur zodat iedereen even kon kijken. Na de opdracht kwamen twee groepen studenten van de faculteit Industrieel Ontwerp een presentatie geven over een onderzoek en productontwikkeling die gebaseerd was op het gebruik van de Crouwelzaal. Omdat zij aanstaande dinsdag dit product moeten presenteren aan de docent kan ik er hier niets over vertellen. Ik mocht ook geen foto’s maken.
De laatste presentatie van vandaag was van Gert van Ginkel van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij had een prezi gemaakt die waarschijnlijk binnenkort beschikbaar komt. Als dat zo is, dan zal ik hem in deze post embedden. Gert vertelde dat er 222 zalen worden gecreerd die allemaal uitgerust worden met glasvezel, AVB-netwerk en een apart netwerk voor control. Ze zijn begonnen in het C-gebouw (de namen op de campus van de EUR hebben allemaal een letter). In dit C-gebouw is nu een technische ruimte aanwezig van waaruit alle ruimtes op de campus worden bedient. Gert laat zien hoe de infrastructuur voor ICT en AV is aangelegd. Een interessant verhaal wat wat lastiger is om na te vertellen.
Na de presentatie van Gert gingen we nog een keer in groepjes samenwerken. Dit keer moesten we een onderbouwing schrijven waarom instellingen hun onderwijszalen moeten vernieuwen en hierbij een stappenplan bij maken.
De dag afsluitend concludeerden Piet en Marij samen met de mensen in de zaal een aantal dingen:
- bepaald de onderwijsruimte de didactiek? Uit de zaal komt het commentaar dat de praktijk anders uitwijst, een hele dag kijken wij naar presentaties die frontaal aan ons gepresenteerd worden, als dit maatgevend is, moet je dan ruimtes wel inrichten met al die toeters en bellen? Piet geeft als antwoord dat je niet alle zo moet inrichten als de zaal waar wij vandaag zitten. Hoorcolleges doen het al heel lang en zullen het nog heel lang blijven doen. Wel moet je nadenken over zo efficient mogelijk gebruik maken van de ruimte en dat is in deze zaal goed gelukt.
- uit de zaal komt de opmerking dat we het vandaag niet gehad hebben over docentprofessionalisering. Nu is er vandaag over meer dingen niet gesproken, zoals techniek, andere vormen van didactiek. Wellicht is een tweede bijeenkomst in het najaar een goed idee. Er zijn een aantal mensen in de zaal die dit op gaan pakken.
- een classroom is een gebied en niet een ruimte
- je hebt lef en durf nodig om te experimenteren
- begin met kleine stappen en een klein budget
- de classroom van de toekomst bestaat niet, er zijn teveel variabelen om 1 lijn te trekken
- er is behoefte om kennis rond dit onderwerp te delen. Hoe gaan we dat doen, wordt het een surfspace, een linkedingroep – hier kwam nog geen antwoord op
- er is behoefte aan een richtlijnendocument – we hebben al veel kennis in huis rondom systemen en inrichtingen, kunnen we dit ergens delen