Nationaal Verkeersveiligheidscongres

Vorige week donderdag bezocht ik in Zwolle het Nationaal Verkeersveiligheidscongres. De titel van het congres was in #tandem naar meer verkeersveiligheid en deze tandem verwijzing kwam meerdere keren terug op de dag. 500 deelnemers en dus volle bak.

Verwelkomt werden we door De Fietsband – een straatorkest uit Nijmegen. Dagvoorzitter vandaag was Bram Douwes (journalist en programmamaker). In aanloop naar het congres maakte hij een 4-delige podcast over handhaving, een veilige schoolomgeving, afleiding in het verkeer en de oude fietser.

Misschien denk je nu, verkeersveiligheid, wat heeft dat met bibliotheken of de gemeente Den Haag te maken. Nou misschien met die laatste nog wel iets. Maar onlangs heb ik de overstap gemaakt naar het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat waar ik op de afdeling verkeersveiligheid ben gaan werken. En ja dan hoort dit congres er wel heel erg bij. Voor mij dus veel nieuwe gezichten en onderwerpen. En als vanouds een verslag op mijn blog.

Dirkje van der Ven

De eerste spreker was Dirkje van der Ven (adviseur gedragsverandering) van Wavy. Met oude en nieuwe inzichten, kritiek en het antwoord op die kritiek nam zij ons in een klein uur mee in de wereld van de gedragsverandering.

Het lastige aan gedrag is natuurlijk dat het grotendeels automatisch en onbewust is (96-99%). Dus als je nadenkt over wat mensen in het verkeer drijft dan is dat vaak automatisme. En als je het dan hebt over intenties, dan heb je het nog niet over gedrag. Vandaar ook de intentie-gedrag-kloof. En waar begin je dan. Dirkje is heel duidelijk, bij het wegnemen van weerstand. Omdat mensen zelf willen kiezen wat ze doen, wanneer ze het doen en hoe ze het doen. De effecten van gedragsinterventies blijven dan ook altijd klein. Het oplossen van de verkeersveiligheid, Dirkje kan dit niet.

Mooie voorbeelden had zo, zoals deze uit Rotterdam uit 2018. Roep BOE tegen spookfietsers. Of de Nijntje verkeersborden.

Het valt Dirkje op dat als het gaat over gedragsverandering en de 3 E’s worden gebruikt (engineering, education, enforcement) gedragsmaatregelen onder educatie worden geschaard. Terwijl ook handhavers en verkeerskundigen meehelpen aan gedragsverandering. Werken we dan allemaal te veel op eilanden?

Kort ging ze hierna nog even in op het verschil tussen i-frame (met als voorbeeld dynamische snelheidsdisplays) en s-frame (met als voorbeeld ISA) en Dirkje gaf ons een opdracht. Kijk eens naar het grotere geheel, waar is jouw stukje een onderdeel van, wat of wie heb je nodig om het af te maken? Ondersteun elkaar om het effect te vergroten. Zij kan verkeersveiligheid niet alleen oplossen, maar met elkaar (in tandem) kan het wel.

Minister Mark Harbers

De minister nam ons mee terug in de tijd (naar het eerste congres in 1978) en naar de huidige tijd (de nieuwste cijfers van het CBS waren net gepubliceerd). Hij vertelde over de Investeringsimpuls en over het verbeteren van de fietsveiligheid. De speech van de minister kun je hier teruglezen.


Na de speech beantwoordde de minister vragen van studenten over het wel of niet verplichten van een fietshelm, de ontwikkelingen van zelfrijdende auto’s en waarom het niet lukt het aantal verkeersslachtoffers te reduceren.

Break-out-sessies

Hierna was het tijd voor een aantal break-out-sessies. Ik dacht ik hoef niet alle namen van de sprekers te onthouden want die haal ik later wel van het programma op de site. Maar dat programma kan ik niet meer vinden. In ieder geval de eerste sessies gingen over gedragsverandering. Marieke van Daal van ROV Zuid-Holland (Regionaal Ondersteuningsbureau Verkeersveiligheid). Zij vertelde over een mooi project om inwoners van Zuid-Holland bewust te maken van hun gedrag in het verkeer.

Met een mobiel campagneteam en quiz gingen ze de straat op. Inwoners werd gevraagd of zij met 2 personen een battle wilden doen. De vragen gingen over verkeersveiligheid en gedrag. Ook werd aan de inwoners gevraagd of zij iets aan hun eigen gedrag wilden doen en of ze dit wilden vastleggen in een belofte die ze aan zichzelf mailden. Na 2 weken kregen zij een mail of het was gelukt om zich aan de belofte te houden. De reacties waren heel positief en de respons ook dus ze gaan door met deze pilot.

Diede Vendrig van Unravel Behavior vertelde over het PATHS-model met vijf stappen (probleem (problem), analyse (analysis), test, hulp (help) en succes (success) en hoe zij dat inzetten. Ook vertelde ze over verschillende soorten nudges (shock nudge, optical nudge en noise nudge).


De volgende break-out-sessie ging over gedragsinterventies. Zo vertelden Ron Ghijssen en Kyron Olmeijer (andc – behaviour meets design) over hoe zij in Amsterdam fietsers laten stoppen voor rood licht. Vertelden Marjolein Versteeg (VeiligheidNL) en Michiel Schepens (provincie Noord-Brabant) over wat jonge scooterrijders beweegt bij het afslaan. En vertelde Cecile Collast (Veilig Verkeer NL) over snelheidsinterventies in Breda.

De meest interessante presentatie in deze sessie vond ik die van Ron Ghijssen, Merel Peters en Kyron Olmeijer over Veluws wild en hoe die veiliger over kan steken door gedragsinterventies waaronder borden zoals hieronder maar ook met dynamische displays waarop bijvoorbeeld stond om de hoeveel minuten op die plek wild overstak.

Na de lunch kon ik even achterover leunen toen twee mannen uit het veld (Henk Stipdonk (directeur KiM) en Sipke van der Meulen (Provincie Friesland)) ondervraagd werden door de studenten uit de zaal.

Voor de laatste sessie koos ik er een over voetgangers. Margot Blaauw van Veilig Verkeer NL geeft inzichten in hoe we ouderen zo lang mogelijk veilig kunnen laten lopen. Inzichten die ik uit dit verhaal meeneem: elke dag gaan er 14 mensen dood omdat zij vallen. En in 2040 is 25% van de bevolking ouder dan 65 jaar.

Voor het platform ruimte voor lopen onderzoeken Pablo (Ministerie I&W) en Branko Olij (onderzoeker bij VeiligheidNL) hoe een ongeval met een voetganger heeft kunnen plaatsvinden. De resultaten van het onderzoek worden rond de zomer verwacht.

Kim de Wit (DTV), de laatste in de sessie, vertelde over de zebrascan die zij in de wijk Segbroek Den Haag hebben uitgevoerd.

Nationale Verkeersveiligheidsprijs

Voor de borrel kregen we nog even te horen wie de Nationale Verkeersveiligheidsprijs wint. Ik stemde op een andere genomineerde maar de winnaar werd Gevaarherkenningstraining Blikveld.

Na zo’n dag ondergedompeld te zijn in een nieuw onderwerp en heel veel nieuwe mensen gezien en ontmoet te hebben moet het altijd even landen. Na een week trek ik dan de volgende conclusie:
– verkeersveiligheid is een super belangrijk en relevant onderwerp waar veel meer mensen aan zouden moeten werken en waar je zelf individueel ook kan nadenken over je gedrag in het verkeer. En ja ik draag een helm op de fiets.
– er waren veel meer interessante sprekers om naartoe te gaan maar er was te weinig tijd. Waarom is dit congres om het jaar en niet jaarlijks? Trouwens meer info over sessies die ik niet bezocht vind je hier.
– mijn netwerk is nog veel te klein, dus wil je connecten, stuur me een verzoekje op Linkedin en zeg erbij dat je me gezien hebt in Zwolle (dat helpt).

Nationaal Congres Beheer Openbare Ruimte

Op 30 maart vond in de Fokkerterminal het Nationaal Congres Beheer Openbare Ruimte plaats. Dit congres werd voor de 10e keer georganiseerd en de gemeente Den Haag was dit keer de host. Het thema van de dag was grenzeloos verbinden. Hilde Blank (kwartiermaker en stadstedenbouwer gemeente Den Haag) was in de ochtend de moderator.


Wethouder Anne Mulder heette de deelnemers welkom. De Fokkerterminal staat in de wijk Binckhorst, een wijk volop in ontwikkeling waarbij zowel beheer als ontwikkeling en nieuw- en verbouw plaats zal vinden.


Symone de Bruin (concerdirecteur gemeente Apeldoorn) vertelde hoe zij geraakt werd door, een van de personen achter, de Integrale Ontwerpmethode Openbare Ruimte (IOOR) van de gemeente Amsterdam. En hoe zij in Apeldoorn hebben nagedacht over hoe zij de ambities werkend konden krijgen. Door middel van portfoliomanagement was het antwoord.


Na Symone de Bruin vertelde René Vrugt (directeur Bodem, Ruimte en Klimaatadaptatie bij het ministerie IenW) over de stand van zaken voor water- en bodem sturend bij ruimtelijke keuzes. In de kamerbrief staan 7 uitgangspunten, 33 structurerende keuzes en 55 maartregelen.

Uitgangspunten:

  • niet afwentelen
  • meer rekening houden met extremen
  • in samenhang omgaan met wateroverlast, droogte en de bodem
  • meerlaags veiligheid
  • minder afdekken, minder vergraven, niet verontreinigen
  • integrale aanpak in de leefomgeving
  • comply or explain


Na het plenaire gedeelte bezocht ik de sessie Gepland en Geleefd : beheer als verbindende factor van Wouter Veldhuis (Rijksadviseur voor de Fysieke Leefomgeving).

Zijn verhaal was er zo een waar je even van bij moet komen, zo een die even moet inzinken, maar waarvan je weet dat het geweldig is. Het ging om de transitie van particuliere welvaart naar publieke welzijn omdat iedereen intussen wel doorheeft dat het maximaliseren van de individuele groei tegen grenzen aan loopt. We moeten van meer en groter naar anders en beter. En daarbij moeten we welvaart op een andere manier benoemen dan door middel van het BNP. Het is aan burgers niet meer uit te leggen dat er beslissingen worden genomen die nadelige effecten hebben op het dagelijks leven.

Leveren de transities een betere en rechtvaardigere leefomgeving op?

Als voorbeeld gebruikt Veldhuis de Integrale Ontwerpmethode Openbare Ruimte (IOOR) van de gemeente Amsterdam. Hij geeft aan dat door new public management het gevoel er uit is gegaan en dat tegenwoording de ingang voor iedereen gelijk is maar de uitgang heel verschillend kan zijn.

Zo gebruikt de gemeente Amsterdam de Puccinimethode als standaard voor het Amsterdamse straatbeeld.

Het Beleidskader Puccinimethode is gebaseerd op 5 overtuigingen:

  1. De gebruiker is gebaat bij een eenvoud en vanzelfsprekendheid.
  2. Ambacht op elk schaalniveau.
  3. Duurzaamheid.
  4. ‘Best practices’ én innovatie.
  5. Samenwerken.

Toch lijkt het er op dat het nog steeds zo is dat de gemeente iets moois maakt en dat de burger het mag gebruiken. Als er burgers zijn die ook iets willen in de openbare ruimte dan beschrijft het Handboek Groen dit als volgt:

Medebeheer is een samenwerking tussen de gemeente en een andere partij, zoals: bewoners, ondernemers, corporaties en/of nonprofitorganisaties. Daarbij voert zo’n partij op vrijwillige basis een deel van de beheertaken uit in de openbare ruimte. Om dit mogelijk te maken, faciliteert de gemeente met kennis, materialen en eventueel fysieke aanpassingen in de openbare
ruimte. Alle partijen hebben eigen taken en verantwoordelijkheden. De gemeente blijft altijd eindverantwoordelijk.Op dit moment is een stadsbrede werkwijze in ontwikkeling voor medebeheer van het groen.

Burgers willen naast een mooie omgeving ook een omgeving die voelt als van hen. Dus zegt Veldhuis ontwerp en beheer voor een rechtvaardige stad. Waarbij vertouwen, gemeenschapsvorming en wederkerigheid de boventoon voeren. Dan komt er misschien iets uit wat esthetisch minder verantwoord is maar wel enorm gewenst en geliefd is.

Zonder bewoners kunnen we de opgaven (klimaatadaptatie, biodiversiteit en gezonde bodem) niet waarmaken. We hebben de burgers nodig bij het vergroenen en het beheren van de openbare ruimte.


Wiebke Klemm (beleidsadviseur duurzame leefomgeving en projectleider Nature Smart Cities gemeente Den Haag) vertelde over het Cromvlietpark. In dit park wordt water onder de grond opgevangen in een urban water buffer. Na het filteren wordt het water gebruikt voor de moestuin en de kinderboerderij.


Voor het eerst werd deze oplossing ingezet in de openbare ruimte. Met dit project werd klimaatadoptatie gekoppeld aan leefbaarheid waardoor de systeemwereld aan de leefwereld werd verbonden.

Een rondwandeling over de Binkhorst met uitleg van de Haagse collega’s maakte de dag af.

Je zou denken, na al die jaren bibliotheekcongressen, zal dit wel heel anders zijn. En toch valt dat reuze mee. Ik kwam een oud-bibliotheek-collega tegen, de deenemers zijn allemaal heel gepassioneerd over de inhoud van het vak. En ook beheerders zijn, net als biblithecarissen, (nog) niet heel zichtbaar.

Dubbellezers & Dwarsliggers gaan bookfluencen

De laatste tijd was het veel in het nieuws en op televisie, jongeren die via Tiktok en Instagram boeken promoten. Daar willen we iets mee dachten we als team Dubbellezers & Dwarsliggers. Maar dan wel iets waar bibliotheken iets aan hebben.

We bedachten een programma waarbij bibliotheken die graag iets willen doen met Booktok of Bookstagram maar hier niet echt de mensen voor hebben en voor bibliotheken die wel de mensen hebben maar nog wel wat inspiratie kunnen gebruiken.

9 december is het zover. Alles online natuurlijk (dus je kan het ook later nog terugkijken als je 9 december echt geen tijd hebt, maar ik zou persoonlijk mijn agenda hier voor leegvegen). We starten om 15.30 uur. Erik en ik interviewen Antina van der Veen van Bookstagrammers.com. Daarna interviewt Antina drie populaire bookfluencers: Dilayra. Noah en Leora.

Leora zal voor bibliotheekmensen een bekend gezicht zijn want zij maakt ook content voor de socials van de online bibliotheek.

Marjolein Hordijk neemt het stokje dan weer over en interviewt Merel Kuitert van de podcast Je moet je BOEK houden (NOBB) en Mieke van Eijsden (OB Utrecht) die YA-live uitzendingen maakt op Instagram.

Om 17.00 uur sluiten we af. Vragen aan de sprekers kun je van te voren stellen. Via twitter of in een mail. Maar tijdens de live staat de chat ook open.

Uiteraard is dit super interessante event gratis en je kan je hier aanmelden:
https://www.bibliotheeknetwerk.nl/nieuws/dubbellezers-dwarsliggers-gaan-bookfluencen (onderaan de pagina) of rechtstreeks met deze link naar het inschrijfformulier.

Dubbellezers & Dwarsliggers

Op 10 juni vond de studiemiddag Dubbellezers & Dwarsliggers plaats. Voor iedereen in de bibliotheek die meer wilde weten over de doelgroep Young Adults, was deze middag de place to be!

Erik Boekesteijn (senior adviseur Koninklijke Bibliotheek) opende de middag en interviewde Amy Jones van Storyhouse in Chester.

Zij spraken over Young Storyhouse. Verschillende groepen van jonge mensen (jonge marketeers, jonge programmamakers, jong catalists) komen samen rondom een thema en bedenken verbeterpunten voor Storyhouse zodat zij zich, als groep, meer welkom voelen. Amy hoeft niet veel moeite te doen om jonge mensen te bereiken, ze melden zich vaak uit zichzelf aan. De groep bestaat uit jongeren van 8-25 jaar. Onderwerpen waar over nagedacht wordt zijn bijvoorbeeld duurzaamheid, inclusie en marketing.

Sharon Houben (DOK – Delft)

Sharon Houben (projectleider collectie jeugd) van DOK Delft inspireert ons met nieuwe manieren van denken en andere werkwijzen. In 2017 werd DOK verbouwd en dat gaf de ruimte om opnieuw te kijken naar de ruimte en de collectieplaatsing. Ze hadden net een nieuwe visie waarop zij zich richten op jeugd. Zo ontstond DOK wereld (de jeugdafdeling) met de Torteltuin (0-6 jaar), WegisWeg (6-9 jaar) en Metropolis (9-14 jaar). Collectie moest een centrale plek in de bibliotheek krijgen omdat het de basis is van alles wat zij doen. Kinderen moeten ontdekken en gestimuleerd worden om nieuwe dingen te vinden. In de oude situatie is de zoekstrategie gericht op kinderen die al graag lezen en op kinderen die al weten wat ze zoeken. De plaatsing was bedacht door en gericht op volwassenen.

Als een plaatsing voor kinderen geschikt is moet je het door hen laten bedenken. Zo ontstond DOK designers. De kinderen moesten solliciteren en motiveren waarom ze mee wilden denken. De groep bestond uit 15 kinderen en er was daarnaast nog een testgroep van 15 kinderen. In 3 pizzasessies werd nagedacht over hoe je een boek zoekt, hoe je tot nieuwe boeken komt en of het laatste boek dat je gelezen hebt effect heeft op nieuwe keuzes.

Hier kwam uit: een boek volgt altijd op een boek. Een boek is onderdeel van een reeks, ze lezen series, ze kiezen boeken die op elkaar lijken. Er wordt weinig gesprongen en ze kiezen bijna nooit een boek dat ze niet kennen. Dus je kan het linken aan thema’s.

Strips zijn het snoepje van de bibliotheek.


Hoe verleng en verbreed je dan de reeks? Toen er een beeld ontstond van themaplaatsing en een netwerk van boeken is er met experts gekeken naar welke thema’s er nodig zijn, welke namen kies je en welke iconen spreken tot de verbeelding. Belangrijkste: iedereen kan een leuk boek vinden. Alle thema’s staan in een vaste volgorde met een looproute waardoor er een groot geheel ontstaat. Alle boeken staan op thema. Fictie en non-fictie staan door elkaar.


Het is een succes! Kinderen gaan met meer boeken naar huis waar ze voor kwamen. Kinderen begrijpen nu beter hoe de bibliotheek werkt. Het aantal uitleningen gaat omhoog, vooral van de informatieve boeken. Voor DOK was het een spannend proces om overboord te gooien waar ze vertrouwd mee waren. Het was heel bijzonder om door de ogen van de kinderen te kijken. Ze blijven in gesprek met kinderen en blijven daardoor groeien. Themaplaatsing is nu ook toegepast op leeftijd 0-6 jaar. En uitgerold op de bibliotheek op school (Vindplaatsen) en in de filialen. Elk jaar komt er een nieuwe groep DOK designers.

Sharon sluit af met een aantal stellingen:

  • een vooraf bedacht boek snel kunnen vinden is belangrijker dan het ontdekken van nieuwe boeken
  • de collectie indeling moet gericht zijn op jongeren die niet graag lezen
  • de schrijver en zijn/haar achternaam zijn belangrijker dan de inhoud van het boek
  • (stel dat een supermarkt als een bibliotheek zou zijn) in de supermarkt zouden alle producten gealfabetiseerd op merknaam moeten staan
  • onze collectie behoeft geen uitleg, ik krijg zelden hulpvragen

Erik stelt Sharon nog enkele vragen over het proces, of de kinderen werden losgelaten of ze binnen een kader hebben gewerkt. Om los te komen hebben ze een expert ingehuurd zodat de medewerkers ook door het proces heen konden gaan. Sharon heeft ook tijd nodig gehad om te wennen aan het idee en er helemaal voor te gaan. En zij en Erik spreken over de toekomst van deze nieuwe indeling en de dingen die opgevallen zijn de afgelopen tijd.

Lin Megens & Levi Smits (Rozet – Arnhem)

Op biebtobieb stelde Lin de volgende vraag.

Wij hebben in Rozet Arnhem onze YA afdeling onder de loep laten nemen door studenten van de lerarenopleiding Engels van de Hogeschool Arnhem Nijmegen. Zij hebben onderzoek gedaan en adviezen uitgebracht en daar kwamen interessante punten uit.

Een van die adviezen was dat het voor jongeren aantrekkelijker is om boeken op thema te kunnen vinden, dan op achternaam van de schrijver. Hier kunnen wij heel erg in komen. [….]

Ik hoor dus graag of er anderen zijn die hierin interesse hebben en samen een plan zouden willen maken.

Erik en ik namen contact op met Lin (community librarian) en Levi (consulent onderwijs), maakten de denktank groter en bedachten een plan. Dubbellezers & Dwarsliggers was het resultaat.

In een vraaggesprek vertellen Lin en Levi hoe het allemaal zo gekomen is, hoe ze in gesprek gingen met docent/studenten van de HAN, waar de studenten allemaal aan dachten en wat de verdere plannen zijn.

De studenten waren heel eerlijk en keihard. Ze hebben zich heel erg gefocussed op de collectie. De studenten deden een analyse en vonden het aanbod te beperkt, verouderd, ze missen boeken voor bijvoorbeeld jongens, over LGBTQ+, andere culturen en godsdienst. Fantasy is oververtegenwoordigd en er zijn weinig Engelse boeken of andere talen. Beginnende lezers is veel aandacht voor. De studenten kozen ook voor 10 thema’s voor de thematafels.

Het voorstel voor de indeling van de kasten is liever op thema dan op schrijver, met binnen het thema op schrijver ingedeeld. En voor de lees/werkomgeving hebben de studenten graag een gezellige en knusse inrichting met fijne leesplekjes. Door kamerplanten wordt de ruimte meer ingericht als een huiskamer.

Het onderzoek heeft wel wat los gemaakt in de organisatie. Zo heeft het veel inzicht gegeven in wat de doelgroep nu precies vindt, inspiratie rondom de thema’s en titels. Er is nu een YA-boekenclub onder collega’s opgericht en er worden trainingen gevolgd. Het collectieplan is aangepast. Thematafels worden ingericht met de doelgroep. En er is nu een structurele samenwerking met de HAN en in september volgt een nieuwe opdracht met een nieuwe groep studenten. De nieuwe opdracht (met budget) is om een experience rondom een kleine collectie te maken in de Boekenweek voor Jongeren.

Als we volgend jaar dit gesprek weer voeren wat is er dan? Een jongerenteam (zoals DOK designers) en een jongeren kanaal (Piepschuim) om alles wat met jongeren te maken heeft te delen. En er is een lijn ontwikkeld voor jongeren rondom de 4 O’s (ontdekken, ontmoeten, ontwikkelen en ondernemen).

Marjolein Hordijk – OB Gelderland Zuid

Marjolein is programmamaker bij de OBGZ en neemt ons mee in hoe je programma’s maakt voor Young Adults. Ze oriënteert zich breed om te weten wat de doelgroep interessant vindt. Haar stappenplan.

Stap 1: kijk om je heen, ga naar buiten, bezoek de festivals (bibliotheken zijn best populair kwam zij achter), maak je zichtbaar. Marjolen maakte kennis met Kees (spoken word artist, oprichter van mensenzeggendingen / platform voor poëzie en performance) en Simon (rapper) en geeft ze de sleutel van de bibliotheek.
Stap 2: kijk naar je eigen omgeving. Zo is Nijmegen een literaire stad. Speel hier op in. Want er zijn veel jongeren geïnteresseerd in taal en dus organiseert Marjolein een festival (Buiten Zinnen) rondom jong taal talent.
Stap 3: luister! naar de doelgroep
Stap 4: creëer een save space – jongeren maken bijvoorbeeld zelf content voor de social media kanalen.
Stap 5: verbinden – en niet inleven vanuit de buitenkant – huur gespreksleiders in om het gesprek te leiden en die ervaringen delen

En zeker niet alles gaat goed. Marjolein heeft ook epic fails in de aanbieding voor ons. Zoals een leesclub voor de leeslijst, samen lezen onder leiding van een docent. Dat liep niet. Waar het misging is niet helemaal duidelijk. Boekenswap was ook zo’n idee dat niet landde. Maar zie een epic fail vooral niet als een mislukking. Soms duurt het gewoon wat langer voor een idee om wel te lukken. Lezen voor de lijst zijn nu boekentasjes geworden. En dat werkt wel.

Marjolein heeft geen biebpanel maar werkt op projectbasis met jongeren en heel veel verschillende partijen in de samenleving. Jongeren bij elkaar brengen en ervaringen delen zorgt voor verbinding &

En dat is haar missie. Jongeren EMPOWEREN.

Erik vraagt, welke cultuur is er nodig om mensen zoals jij te empoweren. Voor Marjolein is vertrouwen het keyword. De vrije hand om te experimenteren en te leren. En de ruimte om samen te werken met partners zodat je niet alles zelf hoeft te doen.

In het programma was na Marjolein een half uur ingericht om, of te pauzeren, of om actief te werken aan een opdracht. Er waren 12 groepjes van 4 personen die dit laatste wilde doen. Zij kozen een persona en kregen de opdracht om een activiteit te bedenken.


De oplossingen werden door een vijfkoppige jury van Young Adults beoordeeld en de captains van de top 3 hielden voor de jury een pitch. Daarop konden de juryleden weer vragen stellen en werd een winnaar gekozen.

Tussendoor was er ruimte voor de presentatie van Stuart Hamilton – Head, Libraries Development / Local Government Management Agency (Ierland). Hij vertelde over de campagne Ireland Reads.

En hield spoken word artist Thijs Kersten een voordracht met werk speciaal voor deze middag samengesteld. Onthoud deze naam, Thijs is geweldig!

Wat ik heb geleerd van deze dag is dat het geweldig is om met een super enthousiast team de studiemiddag in te richten en vorm te geven. Dat het fijn is om bij elkaar te zijn maar dat online ook heel goed werkt. Dat Young Adults (of jongeren) een doelgroep is die veel meer aandacht verdient. En dat wij ons daar ook voor gaan inzetten. Dit was een eerste studiemiddag maar zeker niet de laatste. Misschien in een andere vorm. Misschien met andere mensen. Wil je meedenken over hoe, wat, wanneer of heb je andere ideeën die je kwijt wilt, bezoek dan de biebtobieb groep en laat je horen. Deze zomer dompel in me in ieder geval onder in de YA-favorieten van de sprekers.

Museumcongres 2019

Gisteren bezocht ik het Museumcongres in Kerkrade. Als locatie was het Museumplein Limburg gekozen, drie musea in een gebouw. Een bijzondere plek dus.

Aldith Hunkar was de dagvoorzitter.

Het Museumcongres bestaat altijd uit twee dagen. De eerste dag is wat meer theoretisch en de tweede dag wat meer praktisch. Het onderwerp van de eerste dag was verbinden. Het verbinden van collecties aan publiek, het verbinden van personeel aan je organisatie, etc. Het programma werd opgebouwd rondom de 4 P’s; programma, publiek, partnerschap en personeel.

Maar eerst een filmpje van Limburg met mooie voorbeelden van de musea die hier te vinden zijn. En een kort gesprekje met de voorzitter van de Museumvereniging (Mirjam Moll) en Gedeputeerde Koopmans. Hij voegde nog een 5e P toe namelijk die van poen.

Ook sprak Aldith met Hugo ter Avest – directeur van het Hannemahuis. Hij ruilde een dag van plaats met Taco Dibbits – directeur Rijksmuseum.

En ook al wilde Hugo eerst niet, het werd toch een bijzondere ervaring die hij niet had willen missen. Hij kon het iedereen aanraden.

Daan Nijssen (Vice-President Personeelszaken Cabinepersoneel en Piloten) van de KLM gaf ons een inkijkje in hoe zij omgaan met duurzame inzetbaarheid van het personeel. In zijn specifieke geval het cabinepersoneel.

Binnen de KLM is het vanzelfsprekend om te reflecteren op een juiste inzet van je talenten en je toegevoegde waarde om vervolgens de vraag te beantwoorden ‘what’s next’.

Om een leven lang leren te faciliteren en medewerkers hun eigen talenten, kwaliteiten en drijfveren te leren kennen hebben ze bij KLM MyJourney ontwikkeld. Een online omgeving waar je allerlei testjes kan doen en kan leren over jezelf en de wensen die je hebt voor de toekomst. Een employee journey lag aan de basis van MyJourney.
Het gebruik van MyJourney is vrijblijvend en ook wat je wilt doen met de uitkomsten is aan de medewerker.

Het tweede blok na de koffie ging over de P van publiek. Mitchell Esajas oprichter van The Black Archives gaf ons een paar voorbeelden van onontdekte verhalen en hoe zij deze met het publiek hebben gedeeld.

Mitchell gaf ons 6 aandachtspunten mee:

  • geschiedenis is een (re)constructie van het verleden
  • Words Matter
  • New Narratives
  • wees niet bang, maak verbinding en ontvang
  • zoek naar verzwegen verhalen
  • Be a place for tranformative change

Hans Gubbels – directeur Museumplein Limburg had aandacht voor de P van partnership. Hij had een lijstje van 10 punten.

  • partnership is bereik vergroten
  • partnership is inclusiviteit en diversiteit vergroten
  • partnership is bijdrage aan maatschappelijke ontwikkelingen
  • partnership is jezelf uitdagen en grenzen opzoeken
  • partnership is de publiekshorizon verbreden
  • partnership is kennis delen
  • partnership is bijzondere presentaties mogelijk maken
  • partnership is een ander perspectief bieden
  • partnership is interessant voor fondsenwerving
  • partnership is je organisatie agile maken

Deirdre Carasso maakte op deze dag wel de meeste indruk. Zij is directeur van het Stedelijk Museum in Schiedam. Een museum dat dit jaar werd uitgeroepen tot meest publieksvriendelijke museum van Nederland. Een museum dat mee doet aan de #ofbyforall beweging van Nina Simon (ik mag over ruim een week twee dagen bootcampen met Nina Simon en ik kijk er zo enorm naar uit!). Een museum dat een huis in een straat in een stad is.
En waar geprogrammeerd wordt met die stad. Deirdre geeft ons een inkijkje in wat dat betekent zo’n samenwerking en wat voor consequenties dat allemaal heeft. Het zijn zeker niet altijd leuke of eenvoudige gesprekken die zij voert. Maar ben je een museum die het beter weet of ben je een museum die luistert naar de stad en de stad een stem geeft?

Frederic Bertley CEO van het COSI (Center of Science and Industry) in Columbus, Ohio gaf een lekker Amerikaans verhaal over partners en wat zij voor je kunnen betekenen. Ook hij had een lijstje.

  • risk
  • shared benefit
  • be authentic
  • measure
  • celebrate

Aan het einde van de dag was er nog een beetje ruimte voor 3 korte presentaties van de finalisten van de Museumtalentprijs die Boukje Schaap van Museum Catharijneconvent won.

En nam Jan Rothuizen ons mee in een aantal van zijn tekeningen.

museum kennisdag

Gister bezocht ik de Museum kennisdag van de Museum Vereniging. Het werd georganiseerd in museum Louwman in Den Haag. De inloop startte om 9 uur dus mocht ik vroeg op en in de trein. Tussen allemaal Feyenoord supporters die in Rotterdam een feestje gingen vieren.

De dag bestond uit verschillende sessies met lange pauzes er tussen zodat er voldoende tijd was om te netwerken. Zo was het dus ook niet erg dat elke sessie vreselijk uit liep want zelfs dan kwam je ruim op tijd aan bij de volgende sessie. Het museum is een super mooie locatie met veel zalen, fijne catering en een goede atmosfeer. In de lunchpauze konden we fijn om het gras buiten zitten.

De eerste sessie: Collectie Digitaal delen.
Sprekers:Arne Wossink – projectleider Vereniging Wikimedia Nederland | Peter Gorgels  Internetmanager Rijksmuseum | Linda Volkers – Marketing Manager Rijksmuseum

In het verhaal van Arne stond kennis vrij toegankelijk maken centraal. Dat is iets wat Wikimedia Foundation wil maar ook wat veel musea willen. Inmiddels staan er 38 miljoen mediabestanden in de wikimedia commons en dat aantal groeit elke dag. Zo voegen bijvoorbeeld de KB en het Tropenmuseum ook hun beelden aan deze database toe. Een belangrijke vraag die je jezelf moet stellen voordat je de collectie van jouw museum online zet is hebben wij de rechten op de beelden? Deze informatie heb je nodig, het liefste op papier, voordat je bestanden in het publieke domein zet. Denk ook bijvoorbeeld na over welke cc-licentie je wilt gebruiken voor je digitale beeldbank.


Peter Gorgels en Linda Volkers namen ons mee naar Rijksstudio. Een concept van het Rijksmuseum om de collectie in high resolutie beelden online te zetten. Iedereen mag met de beelden doen wat hij wil. En soms gaat het Rijksmuseum samenwerkingen aan met bijvoorbeeld Heineken en Etsy. Inmiddels staan er 310.000 beelden online. Het voordeel is dat het grootste deel van de collectie rechtenvrij is.

Rijksstudio is gebaseerd op Pinterest en Instagram in een tijd dat die twee apps opkwamen. Er zijn verschillende manieren om de collectie te benaderen, een tijdlijn, een top 100 en een zoekbalk. Je kan zelf een collectie samenstellen en zo museumdirecteur worden. Voor het Rijksmuseum is het online zetten van de beelden een manier om een hele grote groep mensen te bereiken. Deze groep, waaronder ook de culture snacker, hoeft niet geïnteresseerd te zijn in kunst maar houdt wel van mooie plaatjes. Met de beelden mag je dus alles doen, ook commerciële activiteiten. En je kan bijvoorbeeld ook meedoen met de wedstrijd die elk jaar wordt uitgeschreven – de Rijksstudio Award – vorig jaar 2600 inzendingen.

De tweede sessie: hoe kan ik mijn museum sterker profileren richting mijn gemeente(raad)?
Sprekers: Jouetta van der Ploeg – directeur Stadsmuseum Zoetermeer | Saskia van Schaik – senior netwerkregisseur cultuur bij de gemeente Zoetermeer | Marjonne Kube – van Dijk – conservator Stadsmuseum Zoetermeer

Stadsmuseum Zoetermeer nam de publicatie Meer dan Waard als uitgangspunt voor het gesprek met de gemeente. Een enorm succes zo bleek en binnenkort opent het Living Museum in Zoetermeer, een museum over Lifestyle in Nederland van na 1950. Een bijzonder mooi traject waar in een aantal weken heel veel met publiek, experts en anderen is georganiseerd in samenspraaksessies. Na 3 korte presentaties gingen we met de tafelgenoten in gesprek. De verschillen zijn groot. Werk je voor een stad of dorp, ben je privaat gefinancierd of krijg je subsidie van de gemeente. De uitdagingen zijn groot en daarom zijn voorbeelden van successen zoals Zoetermeer fijn.

sessie 3: vrijwilligers in het museum
sprekers: Douwe Minkema – Nationaal Militair Museum | Sjoerd Staal – VSB fonds | Jacqulien van Schaik-Bakker – museum Beelden aan Zee

Een hot item, de zaal zat dan ook vol. Sjoerd had een stappenplan voor vrijwilligersbeleid en stelde tussendoor vragen aan Douwe en Jacqulien en hiermee werd het een leuk interactieve sessie want het publiek deed ook gewoon mee.

  1. beschrijf waarom je wilt werken met vrijwilligers | hoe past dit in de visie van het museum (denk na over de selectie, want je kan niet iedereen aannemen en als je dit we doet krijg je later spijt)
  2. hoe haal je vrijwilligers binnen | mee laten lopen | inwerken | heb je iets van een proeftijd
  3. begeleiding (bij Beelden aan Zee werken partners (zo noemen zij de vrijwilligers) 46 dagdelen per jaar waarvan 6 dagdelen in het weekend) | denk ook na over hoe je de vrijwilligers informeert, gebruik je hier bijvoorbeeld intranet voor
  4. basisvoorwaarden (wat spreek je af over vergoeding)
  5. belonen
  6. beëindigen (beide musea hanteerden de leeftijdsgrens van 75 jaar)

Iedere deelnemer aan de sessie kreeg een printje van het handboek voor vrijwilligers van het Nationaal Militair Museum mee en daarin staan hele interessante dingen om mee te nemen als je met vrijwilligers gaat werken. Het VSB-fonds deed onderzoek naar vrijwilligers in musea, een slide uit dat onderzoek staat hieronder. Zeker de moeite waard om door te lezen als je wilt starten met vrijwilligers.

De 6 stappen die Sjoerd tijdens de presentatie besprak staan hier ook in beschreven.

de laatste sessie: Global Branding
Spreker: Frank Houben – directeur global branding & marketing communications KLM

Op het programma stond een presentatie van Google maar die werd op het laatste moment geannuleerd. De vervangende sessie over social media leek mij niet veel toe te voegen dus wandelde ik door het museum naar de presentatie van Frank Houben. Zoals je van een groot commercieel bedrijf mag verwachten was dit een goed onderbouwd verhaal dat startte met de WHY. Ik dacht even aan Simon Sinek. Frank vertelde over het kompas dat KLM gebruikt. Liet waanzinnig mooie filmpjes zien van samenwerking met brandpartners. Zoals deze samenwerking met Disney.

En hij noemde de gouden regels om anders te zijn zoals create a buzz, create emotion, pull don’t push, push your limits and never give up. En als laatste be inspired – stay hungry! En zo inspireerde Frank in de laatste sessie van de dag mij en vele anderen.

designing libraries 4 – de lokatie

jamesbhunt

Hoe begin je een fantastische bibliotheek te beschrijven. Ik kan niet alles noemen. De hoogtepunten dan maar. Wouw!

Omdat ze niet alle boeken in de bibliotheek wilden hebben bouwden ze een enorm magazijn met boeken in bakken en een robot die ze ophaalt. In 1 bak zitten 500 boeken. Een robotarm brengt het boek naar een balie als het wordt opgevraagd en dan ligt het 10 minuten later in de publieke ruimte om opgehaald te worden.

boekenrobot

De genius bar, net als in de Apple winkel, met allemaal spullen die je kan lenen in de bibliotheek.

uitleenspullen

En dit kon van alles zijn, oplaadsnoeren van alle mogelijke mobiele apparaten, laptops, ereaders, raspberry pi of makey makey. Ook een 3d printer hoort tot de mogelijkheden. Een ruimte met ASK US erboven waar studenten wachten om je te helpen met allerlei verschillende vragen.

Over techniek gesproken. Wat vind je van deze gamestudio.

gamestudio

Studenten kunnen deze ruimte reserveren. De ramen blinderen door van doorzichtig glas melkglas te maken (gaaf!) en een videogame spelen of een sportwedstrijd kijken. De medewerker die ons te tour gaf kan alle mogelijkheden van de ruimte regelen op haar mobiele telefoon. Alleen medewerkers mogen de hele ruimte blinderen 🙂

En dan de kers op de taart. Een ruimte waar je 270 graden breed kan presenteren.

270graden

Misschien moet je erbij geweest zijn maar dit was enorm indrukwekkend. En dit is niet de enige ruimte. Er is nog een vergelijkbare waar je ook op de grond kan presenteren. In beide ruimtes hangen veel (4K) beamers.

Maar ook kleine dingen vallen op. Of de details zoals Marvin Malecha op maandag zei. Wat denk je van lockers in verschillende maten. Zelf een zo grote dat er een mens in past. Of de keuze voor mooi en bijzonder meubilair.

meubilair

De makerspace in James B Hunt was maar klein. Die in de Hill bibliotheek daarentegen heel groot. Grappig hoe beide bibliotheken leren van elkaar en dingen overnemen.

makerspacehill

En wat kan ik nog meer vertellen. Het gebruik van kleur, geel voor de trap en oranje voor de toiletten. Hoe de trappen op meerdere manieren gebruikt kunnen worden. Dat de geluidsstudios die je kan reserveren niet geluiddicht zijn en dat je dus soms iemand hoort zingen of een gitaar hoort bespelen.

Ze wilden in Raleigh een hypermoderne bibliotheek bouwen en daar zijn ze zeker in geslaagd. Een mooi voorbeeld voor ons allemaal. Wil je meer foto’s zien, kijk dan even hier. Wil je nog iets vragen of opmerken, de comments staan open. Ik ben heel benieuwd wat jullie vinden van deze bibliotheek.

designing libraries 4 – dag 3

De laatste (halve) dag van de conferentie begon met sessie 7.

sessie 7: space to engage: building on the role of librarians in teaching and learning

Joan Lippincott (CNI) en Brain Mathews (Virginia Tech University) bespraken 3 grote thema’s die zij zien als het gaat om hoe de bibliotheek met de campus samenwerkt.

  • exporting expertise in library learning spaces to other campus buildings
  • new ways of thinking about exhibit spaces and making connections between exhibits and the institution’s research, teaching, and learning programs
  • developing new classroom configurations and supporting new pedagogies

mathews

De voorbeelden die werden gegeven spraken tot de verbeelding. Mooie tentoonstellingen van studentenwerk om de connectie met de campus te maken. Tools die gebruikt werden tijdens dit onderzoek dat tentoongesteld werd was ook aanwezig. Door dit te doen kreeg de universiteit beter contact met de studenten en de faculteiten. Maar ook het actief leren werd bevorderd.

Lippincott bepleitte voor het gebruik van de lege muren om dingen op te hangen omdat anders een learning commons net zo goed een computerzaal kan zijn. Het moet over leren gaan en bibliotheekmensen moeten opnieuw de connectie maken met leren. Die zijn zij een beetje kwijt geraakt in de afgelopen jaren. Als je tentoonstelling laat zien in de bibliotheek, laat je zien dat je begrijpt wat er op de campus gebeurd. Maar ook waren er voorbeelden van oude beelden met nieuwe media, oral history en image mashups.

Als het aan Mathews ligt worden alle bibliotheken incubators voor actief leren op de campus. Die rol kunnen we naar ons toe trekken. Probeer het uit in de bibliotheek en implementeer het later op de campus.

Het verschil tussen een library learning space en een zelfde soort ruimte op de campus is:

  • de bibliotheek richt zich op academisch werk in connectie met de content
  • de bibliotheek is open voor iedereen van elke discipline
  • de diensten die de bibliotheek aanbiedt dragen bij aan het academische werk, integratie van content en gebruik van technologie

sessie 8: designing great environments for library staff

Het leuke aan deze sessie was dat het over de werkplekken van medewerkers ging. Dat maak je niet vaak mee op conferenties. Een dag eerder had ik de werkplekken van de medewerkers van de James B. Hunt bibliotheek gezien en dat waren grote open ruimtes met – staj hoe noem je dat – kijk zelf maar.

kantoor

Als het buiten zou zijn, zou je het zonneschermen noemen 🙂

Elliot Felix (Brightspot) en Gwen Emery (NCSU) vertelden over hun aanpak. In het geval van Felix gaat het om ruimte, organisatie, diensten die alledrie een invloed hebben op de belevenis van de medewerkers. Voor hem zit het verschil in samenwerken of alleen werken en hij heeft een nieuw woord om fysiek en digitaal te combineren = phygical. Hij pleitte voor het voor het gebruik van persona’s, ook voor de medewerkers. Nu hebben wij dat in Delft al dus kan ik zijn verhaal alleen maar ondersteunen. Persona’s helpen om diensten en producten te ontwikkelen, ook als het gaat om de werkplekken van de medewerkers.

Emery begon met de geschiedenis van de werkplek. Met mooie afbeeldingen van een bibliotheek van Lloyd Wright. In het geval van NCSU kreeg het personeel hetzelfde meubilair als de studenten. Emery eindigde haar verhaal met de link naar Imagine the next, een idee van haar vriendin Janine James. Een concept waar ik op een later moment zeker nog eens in ga duiken.

sessie 9: organizational and service models

Voor mij was de koek inmiddels op. Er zat teveel in mijn hoofd en er kon niets meer bij. De mooie plaatjes van Madeleine Lefebvre (Ryerson University in Toronto) bleven nog net hangen omdat ik, de laatste keer toen ik er was in een oud gebouw was. Het nieuwe gebouw is nu klaar en als Lefebvre volgend jaar een bezoek brengt aan Delft wil ze hier graag over vertellen. Het gebouw is van dezelfde architect als de James B. Hunt bibliotheek. En net zo indrukwekkend.

lefebvre

‘s Middags mocht ik met twee nieuw gemaakte vriendinnen mee naar de Universiteit van North Carolina, Chapel Hill. Ik zag hier al de schermen van in een sessie op zondag. De schermen worden de Liquid Galaxy genoemd en kunnen alleen Google Maps en Streetview laten zien.

liquid

Maar dat is voor deze studenten genoeg. De verdieping waar de schermen staan was net opnieuw ingericht. In mijn beleving niet heel speciaal of bijzonder maar als je de rest van de bibliotheek zag wel een hele verbetering. Hierna gingen we naar een ander gebouw met een undergraduate bibliotheek, die een geluidstudio hebben en bezochten we een makerspace. En van dit laatste bezoek neem ik mee, begin klein maar begin wel gewoon. Kijk wat er gebeurd, pas aan waar nodig en hala mensen binnen om te experimenteren. Bij jou hoeven ze niet bang te zijn als het mislukt, bij jou mogen ze beginners zijn.

designing libraries 4 – dag 2

Een lange dag vandaag die al om half 8 begon toen we bij het hotel werden opgehaald door de shuttle. Samen ontbijten en om 9 uur beginnen met de conferentie.

sessie 1: dreaming big

Susan K. Nutter introduceerde Marvin Malecha, Dean of the College of Design NC State University en architect. Hij was tijdens het hele ontwerpproces de rechterhand van Nutter. Hij adviseerde haar en hielp haar om fouten te voorkomen. Malecha heeft een duidelijk beeld van wat architectuur moet zijn. Je wilt met je gebouw invloed hebben, er toe doen, het gebouw moet inspireren en het leven van de gebruiker beter maken. Maar het moet ook een ikonisch gebouw zijn.

malecha

Voor het nieuwe gebouw van de James B. Hunt bibliotheek zijn een 5tal architecten gevraagd om een weekend lang te werken op de campus aan het programma voor het gebouw en de interactieve ruimten. Tijdens het werk kregen zij bezoek van mensen van de bibliotheek en de selectiecommissie. Aan elk team werden 5 architectuurstudenten toegevoegd. Na dit weekend is de selectie gemaakt. De architect die de opdacht kreeg is Snohetta. En het is een enorm succes. Het gebouw werkt. De studenten komen van de andere (main) campus naar deze nieuwe bibliotheek. Hier is het speciaal – hier maak je het verschil. Studenten willen onderdeel van het succes zijn en komen graag.

Malecha pleit er voor om bij een herinrichting eerst op zoek te gaan naar het originele verhaal van het gebouw. Wat maakte het gebouw speciaal in de tijd dat het gebouwd is? Dan zoek je naar de beeldtaal van je eigen tijd en probeer je deze samen te voegen op een manier die goed voelt, of past. Op deze manier heb je een continue conversatie tussen oud en nieuw. En vergeet de details niet! En een tip: huur voor een renovatie/herinrichting geen beginner in. Je hebt iemand met ervaring en verschillende competenties nodig.

sessie 2: creating a vision

In deze sessie spraken Susan K. Nutter, Joe Lucia (Temple University), Mary Ann Mavrinac (University of Rochester) en Carol Shepstone (Mount Royal University) over het belang van het hebben van een visie voordat je gaat herinrichten of renoveren. Alle dames waren van mening van de visie wel bij je moet passen en dat hij dus voor niemand gelijk kan zijn. Spreek iedereen die jouw verhaal wil horen, bereik zoveel mogelijk mensen en spreek met 1 stem. Zowel de architect als de bibliotheekmedewerkers, iedereen vertelt hetzelfde verhaal. Iedereen heeft tenslotte hetzelfde doel.

lippincott

De herinrichtingen hoeven helemaal  niet groot te zijn. Voor Mavrinic ging het om een ruimte. Maar wel een ruimte die als incubator moet dienen voor studenten en waar zij ideeen kunnen bedenken die sociaal of cultureel impact hebben. Over een andere ruimte zei zij, het moet voelen als Trafalgar Square. Iedereen kan zich hier iets bij voorstellen.

Na de presentaties stelde Joan Lippincott vragen aan de sprekers. Zoals hoe zou je een kleine renovatie aanpakken? Antwoorden als blijf groot dromen, noem het geen renovatie maar een transformatie werden gegeven. En er werden tips gegeven als de relatie met de studenten moet je al veel eerder opbouwen als je wilt dat ze met je meedenken over de transformatie. Er moet vetrouwen zijn. Neme studenten mee naar gesprekken met donoren/geldschieters. En laat studenten iets bedenken in de visie wat je ook uit gaat voeren.

sessie 3: communicating the vision

En dan heb je die mooie visie en dan wil je dat iedereen het weet. Hoe pak je dat dan aan?

argentati

En hier kreeg ik verschillende wouw momenten. Alexander Isley (designer) maakte voor de James B. Hunt allerlei verschillende uitingen, van een boek tot een leaflet, van de keuze van kleuren in het meubilair tot het lettertype op de muur. Hier was zo ontzettend goed over nagedacht dat je alleen maar bewondering kan hebben. Het nadenken over het verhaal en de passende uitingen heeft ontzettend goed geholpen in geld bij elkaar brengen voor het gebouw.

awareness / engagement / commitment

In 4 jaar tijd zijn er 200 communicatieuitingen gedaan. Dit kon een nieuwsbericht zijn of een film. Ook zijn er diverse wedstrijden gedaan zoals een instagram wedstrijd waar 1500 unieke gebruikers meer dan 3000 foto’s uploaden. Isley wachtte niet met het delen van beelden van het gebouw tot het af was. Hij maakte gebruik van gerenderde beelden van de architect. Een tip: nomineer je voor alle wedstrijden die er zijn. Zo krijg je veel aandacht als je wint.

leaflet

Het motto van de bibliotheek (learn / think / do) kwam in alle uitingen terug. Net als everything you can imagine and more.

boek

Een grappig detail. De sponsors van dit gebouw staan op een glazen wand. Er zijn regels voor hoe groot de namen mogen zijn, ze moeten allemaal gelijk zijn, ongeacht hoeveel geld je hebt gedoneerd. Isley vertelde ons dat het meeste geld kwam van de mensen wiens naam het dikste is.

Philip Dolin maakte een film over de bibliotheek. Hij liet ons een klein stukje zien. Hieronder de hele film.

sessie 4: new research and visualization spaces

Deze sessie leek een beetje op die van gister toen het ook over visualisaties ging en de diensten daaromheen, inclusief de ruimte. Nu spraken Joel Herndon (Duke University), Bryan Sinclair (Georgia State University) en Renee Reaume (University of Calgary).

hemmasi

The Edge is ontwikkeld door Duke University.

The Edge extends Duke University Libraries’ mission by providing a collaborative space for interdisciplinary, data-driven, digitally reliant or team-based research. Located on the renovated first floor of Bostock Library, the Edge brings together resources and expertise to help Duke researchers innovate, in a space that invites discovery, experimenting, and collaboration.

In de laatste jaren zijn de diensten rondom research support verandert, vertelt Herndon. De data analyse en visualisatie heeft ze verrast. Dus in 2012 bedachten ze een ruimte voor researchers waar zij konden samenwerken en de nieuwste technologie kunnen gebruiken en in 2015 was de ruimte klaar.

Het verhaal van de Curve van Sinclair had ik gister al gehoord dus daar niets nieuws. En Reaume vertelde over ruimte in haar universiteit waar faculteiten hun eigen spullen ook mee naartoe mogen nemen en die zij voor een week mogen gebruiken. Je mag ook eten en drinken in deze ruimte dus worden er veel events georganiseerd want zo’n enorm scherm waar je mooie dingen op kan laten zien spreekt iedereen enorm aan.

sessie 5: the role of makerspaces in academic libraries

De verhalen uit deze sessie spraken mij een voor een erg aan. Ik heb vaker nagedacht over een makerspace in mijn bibliotheek maar me altijd laten weerhouden om verschillende redenen. Maar als ik de succesverhalen van David Woodbury (NCSU), Jay Schafer (University of Massachusetts) en Glenn Kneebone (University of Montana) hoor dan denk ik waarom ook niet. Het hoeft niet allemaal high end te zijn, ook met enkele 3d printers, een naaimachine en wat andere dingen kom je al een heel eind. Het gaat er om dat je iets aanbiedt wat studenten thuis niet hebben. Als je er dan vanuit gaat dat je er geen geld mee gaat verdienen en dat je de apparaten snel moet vervangen kun je een realistisch voorstel schrijven voo rhet management. Kneebone vertelde dat zij in het eerste jaar 680 uur printtijd voor klanten hebben gefaciliteerd, 66% van de dingen die geprint werden waren voor eigen gebruik en 19% voor educatieve uitingen. Maar dat geeft niet, je voorziet in een behoefte die duidelijk aanwezig is.

hill

Dit is de makerspace in de Hill Library. Gister mochten wij hier tijdens de tour even kijken. Deze makerspace is elke dag open van 10-10 en wordt veel gebruikt. Wat ze ook bij Hunt en Hill hebben is een uitleenprogramma. En hier kun je denken aan van alles. Camera’s, apple watches, 3D scanners, laptops, etc. Een geweldig idee. Bij Hunt is het 3D printen een service en bij Hill leer je om het zelf te doen.

sessie 6: recent academic library projects: the role of architects and computer-based planners

Elaine Molinar (Snohetta), Ruth Baleiko (Miller Hull) en Maryellen Fitzgibbon lieten voorbeelden zien van een nieuwe bibliotheek en een renovatie. De nieuwe bibliotheek is de James B. Hunt, maar ook de Ryerson bibliotheek in Toronto (ik zag deze bibliotheek een paar jaar geleden en de plaatjes van hoe het ging worden).

libraries create communities & communities create innovation

De renovatie is de Odegaard bibliotheek in Washington. Een betonnen bak met een enorme trap die door een waanzinnig idee van de architect een open en lichte omgeving werd. Een enorm inspirerend project.

substract – re-imagine – insert

Deze bibliotheek is 24/7 open en wordt waanzinnig goed gebruikt. De renovatie is een groot succes. Het is een studentengebouw geworden.

Ook vandaag weer verrassende dingen gehoord en gezien. Leuke nieuwe mensen ontmoet en interessante gesprekken gehad over de rol van de bibliotheek in leren en onderzoek en de inrichting van ruimtes. En ook al had ik beloofd om te schrijven over het gebouw, het gaat niet lukken. Wil je alvast mijn foto’s zien, kijk dan hier.

designing libraries 4 – dag 1

Vandaag startte de Designing for Libraries 4 conferentie in de James B. Hunt Library in Raleigh. De ondertitel van de conferentie is Designing Libraries for the 21st century. Dit is de 4e keer dat deze conferentie wordt gehouden en ik heb al eerder naar presentaties van sprekers zitten kijken. Erg inspirerend en dus supergaaf dat ik er dit jaar in het echt bij mag zijn. Daarnaast is de James B Hunt een waanzinnig mooie bibliotheek, maar daarover later meer.

Het welkomswoord was van Susan K. Nutter (vice provoost and director of libraries, NS State University). Zij introduceerde Donald J. Waters (the Andrew W. Mellon Foundation) en Deanna Marcus (Ithaka S+R) die beiden gingen bepleiten waarom bibliotheken belangrijk zijn. Volgens Waters heeft dit vooral te maken met een intrinsieke waarde van het verzamelen, ontsluiten en bewaren van materiaal/content EN de bibliotheken die er toe doen zijn degenen die extravert zijn, de bibliotheken die naar buiten kijken en die zich aanpassen.
waters

Marcus ging in op de bibliotheekmedewerker en hoe deze opgeleid wordt. In het kort, de opleiding past niet bij de praktijk en het zijn niet langer mensen met een bibliotheekdiploma die in de bibliotheek werken. Zij is ook van mening dat je naast bibliotheekkennis, kennis moet hebben van een vakgebied om de wetenschappers te begrijpen die met onderzoek bezig zijn. Zij vraagt zich af hoe de bibliotheken hun medewerkers trainen om nieuwe skills te leren. Zij ziet mogelijkheden in online learning programma’s die samen ontwikkeld worden. Dus niet ieder voor zich maar samenwerken en specialiseren.

In de discussie die na deze presentaties plaatsvond zei Nutter dat bibliotheken geen studiecentra zijn, het zijn intellectuele omgevingen. En iemand uit de zaal vertelde dat studenten vaak er naar hebben uitgekeken om in de universiteitsbibliotheek te mogen studeren, ze doen er dan toe als ze daar mogen zijn. Wat ik vooral meeneem uit deze discussie en het begin van de dag is een uitspraak van Waters; om extravert te zijn, om je te presenteren naar buiten en nieuwsgierig te zijn naar de ander. Ook vraag ik me af hoe het in NL is gesteld met de opleidingen. Ik heb werkelijk geen idee en kan dus ook niet beamen of ontkennen dat het in NL anders is dan in de VS.

Sessie 2: infrastructure that scales across interdisciplinary groups
In deze sessie liet Tom Hickerson (University of Calgary) hun research platform zien. Door deze platformen in te richten komen er nieuwe rollen voor de bibliotheekmedewerkers beschikbaar. Hij realiseerde zich dat om deze nieuwe rollen te begrijpen – we must change the way we change. Verandering is niet lineair, maar het is verandering in een dynamische omgeving waarbij het nadenken over ruimten en het managen van de ruimte in constante transitie is.

hickerson2
Zij ontwikkelden visualization studios die flexibel zijn, 100% wireless en 100% cellular.  Ik wilde nog vragen wat dat laatste precies betekent maar daar ben ik niet aan toegekomen. In deze studios wordt op een nieuwe manier samengewerkt en werken zij samen met het research data centre van de universiteit.

Ray Siemens hield zijn presentatie op afstand. Hij is op dit moment in Brussel en dus had hij zijn presentatie opgenomen. Het was een interessant verhaal over het INKE project. Dit project heeft zich in de afgelopen 7 jaar beziggehouden met de vraag hoe verandert het internet de manier waarop wij lezen. En hoe gebruiken we informatie in nieuwe digitale omgevingen. DIt project staat een beetje ver van mij af dus ik merk aan mijn aantekeningen dat ik niet veel heb opgeschreven. Als je meer wilt weten is de website een bron van informatie en dit project heeft ook een twitteraccount (@inkeproject). Ik denk dat de visualisatie tools die op de website te vinden zijn interessant kunnen zijn als dit je onderwerp is.

Sessie 3: training research librarians for transformed libraries

Christopher Erdmann (Harvard-Smithsonian Center for Astrophysics) is zo aardig geweest om zijn presentatie online te zetten. Hij wilde het research proces begrijpen en is er helemaal ingedoken. Naar aanleiding van zijn bevindingen heeft hij een trainingsprogramma ontwikkeld voor bibliotheekmedewerkers die met data gaan werken.

hickerson

Het deed mij heel erg lijken op de research data management training die in NL is ontwikkeld.

In deze sessie was ook Greg Raschke (NCSU Libraries) een spreker maar ik heb geen aantekeningen bij zijn verhaal gemaakt. Maar hij zei wel een ding om te onthouden:

if you want to be innovative you need time to experiment

sessie 4: supporting the research enterprise: centralization, compartmentalization, diffusion and clustering

Drie sprekers in deze sessie. Jon Bath (University of Saskatchewan), Barbara Rockenbach (Columbia Univeristy) en Steve Morris (NCSU Libraries).

Bath vroeg zich af: can you create a one-stop-shop for “digital research” that meet the needs of faculty and students? Zijn antwoord is nee, maar je kan wel een first stop zijn. Waar hij ook een punt heeft is als hij zegt dat iedereen data gebruikt en dat je je dus op methodologie moet richten en niet op discipline. Daarnaast is hij van mening dat je niet goed bezig bent als bibliotheekgebruikers altijd bij je terug komen met dezelfde vraag. Je moet ze leren om het zelf te doen. Als je met ze samenwerkt ben je onderdeel van de research agenda in plaats van onderdeel zijn van de support agenda. En dat is iets wat je moet willen.

rockenbach

Rockenbach vertelde over 3 digital centers die zij hebben ontwikkeld. Deze zijn wel gebaseerd op discipline maar Rockenbach gaf toe dat zij ook nadenken over methodologie in plaats van discipline. In de centers hebben ze computers, scanners, 3D printers, oculus rift, etc. Zij noemen deze centra geen makerspaces maar ze zijn het wel. De software die op de computers draait wordt gezien als collectie en dus is het in de catalogus opgenomen. Er worden in de centra workshops georgansieerd rondom nieuwe methoden en emerging technologies. Ze hebben hackatons, researchatons, open lab en unbox-IT. Bij deze workshops worden verschillende wetenschappers bij elkaar gebracht zodat er crossovers kunnen ontstaan.

Norris nam ons mee in de nieuwe ruimtes van de James B. Hunt Library. Hierover later meer als ik de rondleiding heb gedaan (en dat is morgen, er staan wel al foto’s online voor het geval je niet kan wachten). Zij hebben makerspaces, visualization studios, creative studios, game labs, etc. En het is supergaaf. Morgen meer.

sessie 5: library as research, teaching and learning platform: interactive spaces

Het aantal sprekers werden er steeds meer. Vier in deze sessie. E. Patrick Rashleigh (Brown University), Bryan Sinclair (Georgia State University), Jill Sexton (NCSU Libraries) en Joe M. Williams (University of North Carolina at Chapel Hill).

Rasleigh zijn universiteit ontwikkelde een flexibele en gemakkelijk toegankelijke ruimte waar wetenschappers kunnen komen om te werken aan datavisualisatie door middel van een enorme videowall/displaywall. Waanzinnig mooie voorbeelden van hoe de ruimte gebruikt wordt werden getoond. En dan opeens bedenk je, als je dit wilt aanbieden heb je ook medewerkers nodig die het gebruik kunnen ondersteunen. En dan word ik altijd een beetje stil, want dit vraagt wel iets van je medewerkers. En dit zijn competenties die je niet zomaar in huis hebt. Is dat dan een reden om het niet te doen, nee, maar je moet er wel goed over nadenken hoe je het aan gaat pakken. Rashleigh gaf ook aan elk contact met een wetenschapper aan te grijpen om de ruimte te laten zien en de mogelijkheden te tonen. Je moet het wel goed verkopen want dat doet het niet vanzelf. Rashleigh helpt wetenschappers om de content er mooi uit te laten zien op het scherm, dus hij ontwikkelt templates en doet soms resizing van de content.

sessie5

Sinclair is de bedenker van de curve.

CURVE: Collaborative University Research & Visualization Environment is a technology-rich discovery space supporting the research and digital scholarship of Georgia State University students, faculty, and staff.  A service of the University Library, CURVE’s mission is to enhance research and visualizations by providing technology and spaces that promote interdisciplinary engagement, collaborative investigation, and innovative inquiry.

De grap is dat curve helemaal geen gebogen schermen heeft 🙂

curve_rendering3_10-25-2013a

Maar wel een hele mooie ruimte is met een meters brede videowall met touch screens met een capaciteit van ongeveer 66 personen. Meer afbeeldingen van het gebruik van de ruimte en informatie over de gebruikte technologie vind je hier.

De laatste sprekers van deze sessie waren Sexton en Williams. Ook zij hebben een groot scherm en noemen dit de Liquid Galaxy. Dit scherm is verplaatsbaar en staat in de open ruimte van de bibliotheek. Je hoeft het scherm niet te reserveren dus weet de bibliotheek vaak pas dat het scherm gebruikt wordt als studenten er voor gaan zitten. Dit scherm kan niet zo heel veel, eigenlijk alleen Google Maps en Google Streetview maar daarom is het gemakkelijk in gebruik. Het scherm is geinstalleerd door de leverancier en wordt ook door hen onderhouden. Ze hebben zelf geen ICT ervaring die een scherm als dit kan ondersteunen.

Hierna ben ik op bezoek gegaan bij twee sessies die gehouden werden in de creative studio en de visualization lab. Mooie grote ruimtes met rondom schermen (whiteboards) en een heleboel beamers om rondom te kunnen projecteren. Ik denk dat ik morgen bij de rondleiding meer hierover ga horen dus wacht ik nog even met de ruimtes hier beschrijven.

WP Twitter Auto Publish Powered By : XYZScripts.com