Ik had enorm uitgekeken naar de keynote van Lawrence Lessig (bio) op de tweede dag van Educause. En hij heeft al mijn verwachtingen waargemaakt, wat een bijzonder inspirerende spreker is deze man. En het tempo in zijn slides, die ontzettend goed zijn verhaal ondersteunen, je wordt gewoon jaloers op zoveel presentatietalent.
Het onderwerp van Lessig’s presentatie was uiteraard copyright. Vanuit een aantal observaties liet Lessig ons zien dat wij verkeerd bezig zijn en hoe wij dit kunnen veranderen. Wij ja, onderwijsmensen moeten voorop lopen als het gaat om Open Access en Creative Commons, Science Commons of CC Learn.
Er zijn een paar dingen die wij kunnen doen:
de wet veranderen (= hopeloos)
de normen veranderen en CC promoten (is een optie maar gaat vaak niet zo snel en is een moeizaam proces)
content vrijwillig delen door middel van Open Access – zorgen voor een infrastructuur die legaal content ter beschikking stelt aan de rest van de wereld – bijvoorbeeld door CC 0 (CC zero) te gebruiken, uiteraard is een andere CC ook goed.
En de NWO doet alvast een stapje in de goede richting en ook de Open Access week was bij mijn universiteit(sbibliotheek) een succes. Kleine stapjes zijn ook stapjes. Ik denk dat Lessig alvast best een beetje trots kan zijn op ons kikkerlandje.
Op de eerste dag van Educause mocht Jim Collins openen met zijn keynote. Collins is de auteur van onder andere Built to Last, Good to Great en How the Mighty Fall. In zijn boeken onderzoekt hij waarom sommige bedrijven succesvol zijn en andere niet en wat hier de redenen van zijn. Op zich zou je kunnen denken wat heeft dit met het onderwijs te maken en dat was ook precies mijn gedachte. Aan de andere kant is een onderwijsinstelling misschien wel net zo als een bedrijf en kan deze het ofwel goed doen, ofwel gemiddeld presteren ofwel het zo slecht doen dat studenten wegblijven en de instelling uiteindelijk moet sluiten.
Omdat voor elk bedrijf de externe factoren gelijk zijn gaat het het, volgens Collins, dus maar om twee dingen:
leiderschap
discipline
Het leiderschap moet dan wel van een niveau 5 leider zijn, de beste leider die je je als medewerker maar kan wensen. Deze leiders zorgen ervoor dat je gemotiveerd blijft door de omstandigheden zo optimaal mogelijk te maken. Deze leiders zorgen er ook voor dat de juiste mensen op de juiste plek zitten omdat dit zorgt voor:
dat de juiste mensen zich verantwoordelijk voelen en niet vinden dat het maar een baan is waar ze elke dag naartoe gaan (als ze wel het gevoel hebben dat het maar een baan is dan moet je deze medewerkers behoeden voor zichzelf en ze in een andere richting sturen, dat is voor beide partijen beter)
dat de juiste mensen niet gemanaged hoeven te worden maar alleen begeleid
dat de juiste mensen anderen graag in de spotlight zetten als een succes wordt behaald, maar verantwoordelijkheid nemen als er wordt gefaald
dat de juiste mensen een enorme passie hebben voor het instituut/bedrijf/organisatie
Collins vertelde ons ook over hoe je het beste team kan samenstellen, een van de tools daarvoor vind je op zijn website. Bedenk bij het samenstellen van het team wie je mee wilt nemen tijdens de reis naar succes, hoe je jonge mensen zo dicht mogelijk bij je kan krijgen en houden, maar ook zorg voor tijd om na te denken, dus laat die agenda eens leeg en stel een NOT to-do-list samen.
De koppeling met onderwijs is misschien niet zo makkelijk te maken maar aan de andere kant. Wil je als onderwijsinstelling lijken op een bedrijf terwijl de meeste bedrijven gemiddeld presteren? Wil je als onderwijs geld als middel zien om een doel te bereiken en worden afgerekend op de winst die je hebt behaald? Waarschijnlijk niet. Dus wat kun je als onderwijsinstelling dan wel gebruiken uit de presentatie van Collins? Dat het maar om twee dingen gaat, leiderschap en discipline.
In 2006 mocht ik als eduguide vanuit SURF mee naar Educause in Dallas. Het thema waar ik over mocht schrijven op de wiki was social software in leerprocessen. Wat ik mij nog herinner aan Educause is dat het een enorm grote conferentie is met heel veel deelnemers. Alles is strak georganiseerd en je hoeft je geen moment te vervelen door allerlei social events.
In 2006 volgde ik een preconference van Barbara Ganley en Bryan Alexander. Ik weet nog dat ik erg onder de indruk van beide sprekers was, ook al vertelden zij voor mij weinig nieuws, zij waren toch erg inspirerend. Zeker toen Bryan een voorbeeld liet zien van een ene Moqub 🙂 De foto hieronder is genomen na een interview dat ik had met Barbara.
(Bron: Surfeducause op Flickr)
En dus zijn de verwachtingen voor dit jaar groot. Morgen vertrek ik namelijk, samen met mijn collega Willem, naar Denver. Samen met nog 35 (of misschien nog wel meer) Nederlanders. Deze groep van 35 bezoekt Educause in een georganiseerde reis van SURF. Zij hebben ook allerlei bezoekjes op het programma staan. Willem en ik doen hier niet aan mee. Wij gaan namelijk na Educause nog een weekje rondtouren en waarschijnlijk heel veel van de omgeving van Denver zien. Zo staat een bezoekje aan de bibliotheek van Boulder op het programma, daar ontmoeten wij Tony Tallent, de nieuwe directeur. En natuurlijk gaan we wat natuurschoon bewonderen.
De komende weken ben ik dus op iets andere tijdstippen dan normaal online en zal ik, als ik voldoende wifi connectie heb, het een en ander online laten zien/horen van hoe het is in Denver.
Dit was de titel van de CWIS-NL bijeenkomst van 17 maart. Vanwege de locatie (SURFnet) konden er niet zo heel veel mensen bij zijn dit keer en was het snel volgeboekt. Hopelijk volgende keer dus gewoon weer bij Mediaplaza.
De dag werd geopend met Toine Kamphuis van de Hogeschool Utrecht (centrum voor communicatie en journalistiek). Hij sprak over de uitdagingen en obstakels die je tegenkomt als je met mobiel aan de slag gaat. Nu is Kamphuis iemand die erg van het geschreven woord houdt en meent dat beelden subjectief zijn. Liever dus een korte tekst mobiel presenteren dan een afbeelding. Mijn nekharen gingen nog net niet overeind staan want kun je in een tijd waarin visuele geletterdheid naast “gewone” geletterdheid een belangrijke rol speelt nog vinden dat beelden niet zo belangrijk zijn? Is het niet zo dat jongeren meer met beelden hebben dan met tekst? En als het antwoord op de vorige vraag ja is, en als deze jongeren hun mobiel gebruiken om informatie te vergaren, moet je dan niet juist met beelden werken in plaats van met tekst?
Ik kan Kamphuis volgen als hij zegt dat het omzetten van webteksten naar mobiel niet voldoende is. Je moet eigenlijk nog meer knippen in de tekst en er nog kleinere brokken van maken om het op een mobiel leesbaar te krijgen. En ook begrijp ik dat je moet inspelen op de behoefte van de moderne informatieconsument die communicatie (netwerken) en nieuws updates en actualiteit belangrijk vindt en dat je mobiel op opnemen in de mediamix. Maar als Kamphuis dan aan het einde van zijn praatje zijn goeroepet op zet (zoals hij het zelf noemt) en zegt dat het eigenlijk nog te vroeg is om je met mobiel bezig te houden omdat het lastig is en veel geld kost, naast dat het tijdrovend en ondankbaar werk is om teksten over te zetten naar een mobiele versie. Sorry dan ben je mij dus gewoon kwijt.
De volgende spreker was Joost Ligtvoet van Biggerworks. Hij zegt dat mobiel je content aanbieden effectief betere resultaten geeft dan op het web hetzelfde doen en vindt mobiel nog steeds een erg innovatief medium. Zeker vanwege de locatiebepaling die tegenwoordig mogelijk is kun je inspelen op de context van waar de gebruiker zich bevindt. Belangrijke doelgroep om je op te richten zijn dan toch wel de 15-35 jarigen. Ook geeft hij wat getallen als het gaat om iPhone gebruik. Ik wist bijvoorbeeld niet dat iPhone gebruikers 5x meer surfen op internet dan andere mobielgebruikers die ook internet op hun mobiel hebben. En dat iPhone gebruikers 8x meer downloaden. Maar ook dat zij 3x meer aan social networking doen. Als gevolg hiervan komen contentpartijen met applicaties voor de iPhone en komen andere fabrikanten met iPhone look-a-likes. Ligtvoet pakt vervolgens zijn iPhone en Google-phone uit zijn tas en laat deze rondgaan. De Google-phone ziet er ook mooi uit en ik heb de kans gehad om er al wat langer mee te spelen maar voor mij is de Google-phone het nog net niet. Oke als je het kompas gebruikt en hiermee op zoek gaat naar interessante dingen in de buurt van waar jij staat is dat leuk, zinnig en handig. Maar de iPhone blijft voor mij gewoon handiger in het gebruik en de app-store zorgt ervoor dat ik de applicaties vind die ik wil gebruiken.
Ligtvoet geeft in zijn presentatie nog wat voorbeelden zoals Blyk, een dienst die binnenkort in Nederland gelanceerd wordt.
Blyk is een dienst die jongeren verbindt met hun favoriete merken (na invullen van een profiel) en elke maand gratis belminuten en sms-jes daarvoor in ruil teruggeeft.
Of de Heineken campagne rondom introductie van het nieuwe merk Jillz.
Vrouwen die in de kroeg de bluetooth van hun mobiel aanzetten kregen een berichtje en een gratis Jillz drankje. 40% van de vrouwen voelden zich aangesproken door het schatje bericht en kregen een gratis drankje. Succesvol dus volgens Ligtvoet. De vrouwen in de zaal hadden het schatje gedeelte liever niet geweten geloof ik.
En als laatste het voorbeeld van het Filmfestival Rotterdam waar je via bluetooth gratis mobiele filmpjes opgestuurd kon krijgen.
Bluetoothreclame.nl lanceerde in samenwerking met NPS en filmfestival Rotterdam haar nieuwste innovatie. Een interactieve zuil waarvan festivalbezoekers NPS Micromovies konden downloaden op hun mobiel. Via een touchscreen kon de bezoeker een keuze maken en de film via bluetooth op zijn mobiel downloaden. De downloadmogelijkheid werd in zeven theaters geboden. Deze interactie tussen een touchscreen en bluetooth is uniek. De filmfestivalbezoekers ontvingen een bericht op hun telefoon waarin ze werd gevraagd of ze van deze mogelijkheid gebruik wilden maken, 90% accepteerde.
En als je als merk of instelling nu wilt dat meer mensen gebruik gaan maken van jouw mobiele site dan kun je altijd sms 9009 gebruiken. De consumenten sms-en MERKNAAM naar 9009 en krijgen gratis de link van de mobiele website terug. Superhandig om te gebruiken in advertenties of tijdens open dagen van bijvoorbeeld een universiteit.
Natuurlijk maakte Ligtvoet ook even reclame voor een mobiele site die zij gemaakt hebben en die binnenkort voor KFC wordt geïntroduceerd, maar dat was niet erg. Zijn presentatie was boeiend, interessant en leerzaam dus dat beetje reclame stoorde mij in ieder geval niet.
Kirsten Veelo van SURFnet liet vervolgens een aantal voorbeelden zien van mobiel en onderwijs. Zij vertelde over Mscape waarbij leerlingen met gebruik van een PDA buiten dingen doen. Zoals bijvoorbeeld rondlopen in Delft en ondertussen leren over Willem van Oranje waarbij de leerlingen meer leerden over geschiedenis dan dat zij dat doen met een boek in een leslokaal.
Mobiel leren gaat tenslotte over leren met mobiele techniek en kan dus meer zijn dan alleen een mobiele telefoon. Denk ook maar eens aan een Asus EEE of een Nintendo DS of een E-book reader.
Momenteel draaien er vijf pilots rondom mobiel leren bij het platform. Veelo noemt WRTS.nl waarbij de leerlingen woordjes leren door gebruik te maken van een iPhone waarbij momenteel wordt getest welke groep (degene met of zonder iPhone) het beste de woordjes leert. Ook geeft zij het voorbeeld van het UMCG waarbij tijdens de college’s radiologie de studenten op een PDA rontgenfoto’s toegestuurd krijgen en door middel van het aanklikken van zones op de afbeelding op de PDA aan de docent laten weten of zij de stof goed begrepen hebben. De docent kan dan pas verder met het college als iedereen een antwoord heeft gegeven wat zorgt voor meer interactie en betrokkenheid. De studenten krijgen na het college de afbeeldingen mee op hun PDA zodat zij er thuis ook nog eens naar kunnen kijken.
Toch zijn er volgens Veelo nog technische drempels die ervoor zorgen dat implementatie niet zomaar uit te voeren is. Te denken valt aan kleine beeldschermen van de mobiel, traag internet, veilige netwerken zeker als het gaat om authenticatie van gebruikers, maar ook de veiligheid van de data. Ook zijn er onderwijskundige drempels, is mobiel wel een effectief en efficient leermiddel? Hier proberen zij antwoord op te krijgen door het doen van pilots.
Op de website mobielonderwijs.nl vind je meer informatie over de pilots en kun je ook het boek de wereld als leeromgeving downloaden.
Christian Hesselman van het Telematica Instituut liet ons een aantal voorbeelden zien van mobiel internet als extensie van de desktop. Waarbij hij twee trends waarneemt; een waarbij de mobiele telefoon als sensor dient en een waarbij de mobiele telefoon als interface wordt gebruikt voor andere diensten.
Voor de eerste trend gaf hij het voorbeeld IYOUIToftewel een mobile 24×7 life recorder. Hierbij wordt de mobiel gebruikt als een apparaat dat alle informatie over je opneemt en deelt op internet en met vrienden.
Volgens Hesselman wordt met IYOUIT rauwe sensordata naar een hoger niveau getilt. Het systeem herkend coordinatoen en vraagt aan de gebruiker of dit een plaats van betekenis is, hierna kan de gebruiker door middel van tags aangeven of dit zo is of niet. Bijvoorbeeld tags als kantoor, thuis, oma, etc. Het systeem kan ook automatisch taggen. Je maakt dan een foto en op basis van wat de camera ziet worden er tags aan het beeld gekoppeld. Momenteel wordt er gewerkt aan een holiday recorder waar locatie, weerconditie en foto’s samenkomen. Een digitaal vakantiealbum zeg maar. Geweldig speelgoed als je het mij vraagt, jammergenoeg niet beschikbaar voor andere telefoons dan de Nokia Series 60-terminal (2e en 3e generatie).
Voor een voorbeeld van de tweede trend liet Hesselman dit filmpje zien (een aanrader – helemaal afkijken dus!):
Aan het einde van de dag was er nog ruimte voor enkele praktijkvoorbeelden waarbij Stefan van den Dungen Gronovius (HAN) als enige het podium nam om te vertellen over de inzet van QR-code tijdens een open dag.
Collega John vroeg op Twitter of iemand even een fotootje wilde maken en dat heb ik dus maar gedaan.
Is jouw docent bij de tijd? Twittert hij, of heeft hij een poken, een flip of een hyvesaccount. Of kan de docent nog wel wat leren? En weet jij wat? Doe dan mee en win de Mediawijsprijs van 2009!
Volgens de regering zou iedere Nederlander mediawijzer moeten worden. Vaak gaat het dan al snel over de manier waarop docenten en leraren hun leerlingen vaardiger en bewuster met nieuwe media om kunnen laten omgaan en hoeveel tijd en ruimte ze de leerlingen geven om digitaal zich verder te ontwikkelen.
Maar wie ”Leert de Leraar” wijs, creatief en inspirerend gebruik te maken van nieuwe media binnen de schoolmuren.
Ben je tussen de 8 en 30 jaar grijp dan nu je kans om een idee te ontwerpen waarmee je jouw docent aanmoedigt om wijs, creatief en inspirerend gebruik te maken van nieuwe media.
Prijs
Het winnende idee wordt beloond met € 500. Daarnaast is er € 1.000 beschikbaar om te kijken hoe het winnende idee verder uitgewerkt kan worden. De tweede en derde prijs bestaat uit een verrassingspakket. De drie beste ideeën worden op het UGame – ULearn symposium van 23 april aanstaande gepresenteerd. Aan het einde van die dag wordt de winnaar bekend gemaakt. Dus zorg dat je die dag vrijhoudt in jouw agenda.
Stuur jouw idee voor 13 april aanstaande per email voor 12.00 uur op aan mediawijsprijs2009@gmail.com onder vermelding van Mediawijsprijs 2009. De drie winnende ideeën krijgen uiterlijk 20 april bericht.
De laatste paar dagen zie ik erg mooie visualisaties langskomen van trends voor het komende jaar. Dit is er ook zo een:
Wat je ziet is het volgende. In het centrum staan de mega-trends:
Global connectivity
Anxiety
Volatility
Uncertainty
Debt
Power shift Eastwards
Ageing
GRIN technologies
Digitalisation
Climate change
Sustainability
Uit het centrum komen acht armen, zij presenteren sectoren zoals:
Society
Technology
Economy
Environment
Politics
Business
Family
Media
De cirkels in elke arm zijn verschillend in grootte, afhankelijk van de mogelijke impact van de trend in de komende 12 maanden. En als laatste is er een selectie van globale risico’s, sommige zijn dodelijk en andere niet.
De trendmap is gemaakt door Ross Dawson vanTop Trends. De afbeelding werd op Flickr geplaatst door Cambodia4kidsorg. En de kaart zag ik als eerste op Beth’s blog.
Als een blogger mij zo direct aanspreekt om ergens aan mee te doen, dan kan ik het niet laten. Dus Karin bij deze, dit is wat ik mij NIET voorneem voor 2009 (en omdat jij niet stoppen met roken al hebt genoemd (een erg goede trouwens) verzin ik een andere).
Ik neem mij NIET voor om meer tijd offline te besteden. Ik neem mij ook niet voor om minder op mijn blog te schrijven of om minder rss-feeds te lezen.
Heb jij een niet-goed voornemen voor het nieuwe jaar? Ik ben benieuwd wat deze dan is. Schrijf er een berichtje over en de meme groeit groter en groter. Doen dus!