Tekenen en kleuren op de iPad

Normaal gesproken maak ik aantekeningen op mijn iPad in Evernote en ik ben echt superfan. Ik heb eigenlijk gelijk een betaald account genomen. Ik bewaar echt alles met Evernote; foto’s, tekst, webclips, pdf’s, etc. Het fijne aan Evernote is dat alle notes gesynchroniseerd worden, dus mijn werkcomputer, de computer thuis, mijn mobiele telefoon en iPad zijn allemaal met elkaar geconnect. Ook kan ik notes naar anderen mailen (per mail of gelijk naar Evernote sturen als je iemands Evernote mailadres weet) of openbaar delen. Ik word dus erg blij van Evernote. Maar soms wil je tekenen, of gewoon een beetje creatief zijn met plaatjes en tekst. Ik heb daar twee apps voor gevonden voor de iPad.

Bamboo Paper

Bamboo Paper is van Wacom, iedereen wel bekend van de tekentablet en pennen. Deze app is gratis te downloaden in de appstore.

Als je op het blauwe vlak klikt opent zich de volgende pagina met uitleg over de app.


Het lijkt allemaal heel duidelijk en toch moest ik in het begin even wennen. Hoe hadden de mensen die dit voorbeeld hadden gemaakt zo netjes en klein geschreven. Na even denken (en het in de groep gegooid te hebben) kwam ik er achter dat het een kwestie is van het papier vergroten (dus met twee vingers zoomen). Dan gaan schrijven en tekenen en dan weer verkleinen. Het werken met een pen is fijn, het werkt voor mij beter dan met mijn vinger. Maar dit zal voor iedereen persoonlijk zijn. Ik heb de app nog niet zo onder de knie dat ik er op vertrouw tijdens vergaderingen, maar door veel te oefenen zal dat wel komen. Sommige dingen werken nu eenmaal beter visueel dus ik ga ervan uit dat ik deze app vaak zal gebruiken.
Je kan extra notitieblokken kopen – dit kost 1,59 euro per 20.
Een notitieblok kun je afdrukken of als pfd aan jezelf mailen. En natuurlijk kun je de notitieblokken een kleurtje geven en kiezen voor lege witte pagina’s, pagina’s met lijntjes of met een rooster.
Een pagina in een blok kun je ook los afdrukken, opslaan naar foto’s of aan jezelf of iemand anders mailen.

Clibe

Met Clibe maakte ik vanmiddag kennis. Deze (tijdelijk gratis te verkrijgen) app heeft iets wat Bamboo paper niet heeft en dat is de mogelijkheid om afbeeldingen in te voegen. Maar laat ik bij het begin beginnen. De startpagina ziet er als volgt uit.

Heel eenvoudig kun je een nieuw journal aanmaken en ervoor kiezen om deze publiek of prive te maken. Het lijkt op een Moleskine en dat zal veel mensen aanspreken.

Aan de linkerkant van de pagina vind je de knoppen, een knop lang ingedrukt houden geeft bijvoorbeeld de weergave van de pen, die je dan dikker of dunner kan zetten. Ook kun je de kleur kiezen (bij Bamboo paper zitten deze knoppen boven in het scherm). Clibe heeft iets meer kleuren (25) om uit te kiezen in vergelijking met Bamboo paper (6). Het aantal soorten pennen is in beide apps gelijk. Wat Bamboo paper niet heeft en Clibe wel is het toevoegen van een tekstvak. Waarbij je dan de kleur van de tekst, de grootte en de uitlijning kunt kiezen. Handig als je niet zo netjes schrijft met je vinger of een pen. Ook extra is het toevoegen van afbeeldingen (vanuit de bibliotheek, de camera of van Facebook).
Voor het papier (vreemd woord in deze context) kun je kiezen voor gekleurd of met een textuur.
Jouw notitieblok kun je prive houden, openbaar maken of geselecteerde mensen een invite sturen (knop huisje in wolken – tweede van boven). Als je een invite stuurt krijgen diegenen een email. Als je accepteert kun je het notitieblok alleen zien als je inlogt (en dus een account aanmaakt als je dat nog niet hebt).
Onder instellingen (derde knop van boven) kun je naam van het notitieblok aanpassen, een beschrijving erbij plaatsen of het blok verwijderen.
Grappig is dat als je het notitieblok opent het elastiekje er af gaat in een animatie.

Welke van de twee apps ik het meeste zal gebruiken zal de komende tijd uitwijzen. Een groot voordeel van Clibe is de toevoeging van foto’s en tekstvakken. Een nadeel is dat ik er niet meteen achter kwam hoe ik op de volgende pagina kom (opnieuw opstarten en op de tekst onderaan cover gedrukt – je krijgt dan de volgende pagina’s te zien), mijn toetsenbord niet weg wil gaan (ook hier helpt opnieuw opstarten), je de pagina niet kan zoomen en dat de app regelmatig crashed.  Bamboo paper is gewoon een cleane en duidelijke app. Tot zover maken ze evenveel kans om te blijven.

 

Apple Seminar Leren met mobiele devices: The New Classroom

Afgelopen maandag was ik met collega Willem bij het Apple Seminar Leren met mobiele devices: The New Classroom in Amsterdam. Bill Rankin had ik vorig jaar ook al horen spreken maar deze man is zo inspirerend dat een tweede keer luisteren zeker niet als vervelend kan worden bestempeld. We mochten geen foto’s maken dus ik heb dit keer geen begeleidend beeldmateriaal.

Bill Rankin: the New classroom – how Information Technology is transforming Educational space

Volgens Rankin wacht momenteel iedereen op iedereen als het gaat om het radicaal wijzigen van het onderwijs met behulp van mobiele technologie. Hij ziet het als baanwielrenners die ook op elkaar wachten, totdat iemand los gaat en probeert te winnen. Als diegene in het onderwijs los gaat zal er, volgens Rankin, veel veranderen. Hij geeft een paar cijfers; 80% van de 0-5 jarigen gebruikt eens per week internet, 70% van deze leeftijdsgroep gebruikt dagelijks een mobiele telefoon (maar misschien heb ik dit verkeerd opgeschreven want het lijkt een beetje veel voor kinderen). Met dit in ons achterhoofd vraagt Rankin zich af hoe een nieuw klaslokaal er uit moet zien. Hij neemt de ruimte waarin wij zitten als voorbeeld. Netjes in rijen, hij staat voor ons en levert informatie. Na een paar uur zitten deze stoelen echt niet lekker meer. Er is weinig licht. Stoelen verplaatsen is niet mogelijk. Het leren is in deze ruimte passief.

Rankin heeft vijf onderdelen waarop hij een ruimte beoordeeld.

  • structuur (hoe is de ruimte opgebouwd, licht, ramen, etc.)
  • oriëntatie (hoe zit iedereen, waar staat de docent)
  • flexibel (kun je dingen verplaatsen)
  • gereedschap (wat voor soort gereedschap is er, staan er pc’s, kun je het licht dimmen, temperatuur verlagen, etc.)
  • infrastructuur

Rankin laat ons vervolgens nadenken over – wat hij noemt – de power differences. Aan de ene kant van de zaal zitten de nooduitgangen, dat is een verschil. Rankin heeft een microfoon, ook een verschil met de rest van de aanwezigen. Zijn deze verschillen erg? Hebben wij Rankin nodig om informatie te vinden over een bepaald onderwerp. In dit geval, het voorbeeld, Sugata Mitra. De conclusie, wij hebben Rankin niet nodig. Sugata Mitra zegt dat je voor onderwijs toegang en community nodig hebt. In de zaal waar wij nu zitten doen we niet aan community vorming, we zitten naast elkaar, neuzen dezelfde kant op. Maar tijdens de koffie en de lunch hebben we wel mogelijkheden, dan kunnen we met elkaar kennis maken, bijpraten en discussiëren. Rankin trekt de lijn door naar het onderwijs. In de manier  waarop wij onderwijsruimten inrichten houden wij geen rekening met communityvorming.

Vervolgens maakt Rankin de stap naar mobiele devices. Is het – als je gebruikt maakt van deze technologie – belangrijk waar je je bevindt. Rankin ziet de mobiele device als een productiestudio. Wij gaan van een consumptie- naar een creatiemodel. Wij creëren content en delen dit met anderen in een community. Het informatiemodel is gewijzigd en daarmee ook de inrichting van de ruimte.

Rankin ziet het als volgt

more access yields more participation -> more participations yields more custodianship -> more custodianship yields more diversity – more diversity yields more access.

We kregen een nieuwe opdracht van Rankin, namelijk het antwoord vinden op de vraag hoe je vuvuzela geluid uit een bestaande opname van een voetbalwedstrijd kan filteren. Hoe deden we dit, we discussieerden met de persoon naast ons, misschien zelfs met die daarnaast. Draaiden we ons om? Nee. Verplaatsten we onze stoelen? Nee. Toch weten we dat het niet optimaal is om naast elkaar te zitten als je zo’n opdracht krijgt. De mensen met een laptop of tablet waren in het voordeel. Zij zochten het antwoord gewoon op.

In onze generatie en de generaties boven ons is het belangrijk om het antwoord te vinden. De generaties onder ons vinden gebruiken belangrijker dan vinden. Jongeren gebruiken het materiaal en gaan van daaruit verder. Vreemd is het dus wel dat we klaslokalen ontwerpen die gericht zijn op vinden, terwijl de jongere generaties vragen om omgevingen waarin zij kunnen gebruiken. Rankin gaat nog een stap verder. Vroeger ging informatie naar 1 punt – de docent – hier werd de omgeving voor gebouwd. Nu – denk aan het internet – hebben wij toegang tot een informatie matrix. Maar onze klaslokalen zijn nog steeds hetzelfde ingericht. Er zijn veel voorste rijen, veel schermen, veel groepsplekken en er is flexibel meubilair. Maar de wereld is ons klaslokaal geworden.

In the digital age Information is a commodity -> informational delivery -> the architecture of creation and participation

En nu is het wachten op de eerste wielrenner die het lef heeft om harder te gaan rijden.

(Bron afbeelding Bill Rankin)

Martijn Luijks – Thieme Meulenhoff

Na Bill Rankin kwam Martijn Luijks van Thieme Meulenhoff aan het woord. Het is best erg maar wat mij het meest is bijgebleven is dat hij continu zijn laptop en iPad wisselde (met de wisseling van kabel naar de beamer). Niet dat wat hij liet zien op de iPad ook niet als een slide in powerpoint getoond kon worden. En dat leidde dus af, maar ik heb wel wat aantekeningen gemaakt.

Bron afbeelding: schooltas.q42.com

Luijks sprak over SCHOOLTAS, een (gratis) iPad app van de uitgever. Sinds de komst van de iPad vragen docenten en directies aan de uitgever om na te denken over een app. Werkt dat een boek op de ipad? Werkt een ipad in de klas? Om deze vragen te kunnen beantwoorden onderzocht Thieme Meulenhoff de mogelijkheden en ontstond SCHOOLTAS 1.0, die vanaf januari 2010 in de appstore beschikbaar was. Met deze app kun je de schoolboeken lezen en gebruiken. Dit grijpt minimaal in op het onderwijsproces. Iedere leerling heeft een eigen device waardoor er een nieuw speelveld voor leren ontstaat, met als veilig vangnet het boek.

Op 6 domeinen wil Thieme Meulenhoff nog ontwikkelen:

  • samenwerken
  • social networks (delen met het netwerk)
  • interactie (werken met werkboeken en audiofragmenten)
  • intelligentie
  • augmented reality
  • gamification.

Kees Versteeg – Hondsrug College

Kees Versteeg (rector Hondsrug College) vertelde een mooi verhaal over de digitiek van de toekomst – leren op maat via de iPad. Het project heet Leren op Maat waarbij iedere leerling op deze school een iPad krijgt. Niet omdat het een leuk device is maar omdat de school het onderwijs wil veranderen. Hier wordt onderwijs iets dat persoonlijker is, met persoonlijke content en organisatie op maat. De rol van de docent verandert hiermee ook. Hij wordt iemand die de leerling helpt iets te vinden. En dat spreekt eigenlijk het verhaal van Rankin tegen waarin het vinden niet het belangrijkste is, maar het gebruiken. Deze nieuwe vorm van onderwijs wordt niet alleen toegepast op de iPad maar ook op andere mobiele devices. Versteeg gaf mooie voorbeelden van het gebruik van een roosterapp (inclusief jaarrooster) en het volgen van studievoortgang en behoefte van een student.

Eric Slaats – Fontys

De laatste spreker van de middag was Eric Slaats van Fontys. Hij sprak over mobiele interactieve non-lineaire presentaties. Vorig jaar deed Fontys een breed experiment met smart mobile Learning (looptijd sept 2010 – april 2011, 160 ipads, 120 studenten, 35 docenten, 10 instituten, 3 diensten). Slaats, zelf ook docent, heeft veel content die je vaker wilt hergebruiken.Hij maakte een ipad app waarbij het eenvoudig is om tijdens een presentatie te kiezen voor de slides die je wilt gebruiken. Aan het einde van de les krijgen de studenten een pdf van de slides die zijn gebruikt.Tijdens de les kunnen studenten anoniem vragen stellen en links doorgeven (die de docent met een preview kan zien). De docent heeft op zijn scherm de slides (links onder elkaar), de actieve slide groot in het midden, een timer en kan hij notes toevoegen. Er is samengewerkt met …. (heb zijn naam niet meegekregen) om video’s van de colleges te maken. Recording box heet deze app. KI zorgt ervoor dat de video doorzoekbaar is.

De app heet iPresent en zal binnenkort aanwezig zijn in de app store (gratis – zowel voor ipad als android tablets). Meer achtergrond over iFontys waar iPresent onderdeel van is vind je hier.

Misschien komt het niet over in deze post maar de app is werkelijk waanzinnig. Erg jammer dus dat we niet mochten fotograferen en dat Apple het zo lastig maakt om een app te laten testen. Binnenkort wellicht meer (als de app te downloaden is en ik hem heb kunnen testen).

Frank Thuss was ook aanwezig (las ik op twitter en hij zat bijna naast mij) en zijn verslag van de dag lees je hier.

De iPad en de Galaxy Tab – deel 2

Vorige week mocht ik een iPad en een (Samsung) Galaxy Tab ophalen om te testen voor een van de nieuwe projecten rondom mobiel.

Nadat ik de iPad had uitgepakt en geïnstalleerd was het tijd voor de Galaxy Tab, ook wel SGT genoemd. Wat meteen opvalt is dat de SGT veel kleiner is dan de iPad en gemakkelijk in een hand gehouden kan worden. Overigens doet dit niets af aan het scherm, ook al is het kleiner, het is scherp en geeft een mooi beeld.
Daarnaast is de standby tijd van de SGT korter dan die van de iPad. Ik denk dat dit komt omdat de SGT in standby modus nog gewoon een telefoon is en de iPad in standby modus dat niet is. Dit is wel iets om rekening mee te houden.
Je kan de SGT ook zonder simkaart gebruiken, dan kan hij alleen op internet via wifi.

Om in de market van Android apps te kunnen downloaden heb je een gmail account nodig. Dit gmail account kun je dan ook gebruiken voor de mail en agenda functie. In het mailprogramma dat standaard op de SGT zit kun je je mail laten binnenkomen, het nadeel is dat dit POP/IMAP/ActiveSync gebruikt. Je kan dus beter de gmail-app gebruiken die er ook standaard op de SGT zit als je van plan bent het gmail account optimaal te benutten.

De apps die ik geinstalleerd heb zijn:

  • NU
  • Elsevier
  • Teletekst
  • NYTimes
  • Flickr Free
  • TED Talks
  • TED Mobile
  • Evernote
  • Thinking Space
  • NASA Images
  • Street view in Google Maps
  • Twitter
  • Coolfacts
  • Dictionary
  • Today in history
  • Bb Mobile Learn
  • Factbook
  • Advanced Task Killer

Vooral deze laatste app is handig omdat alle active apps in een keer worden gesloten (kan ook op automatisch ingesteld worden).

De SGT wordt al met een groot aantal apps geleverd. Ik heb nog niet alles ontdekt maar dat zal ik de komende tijd zeker doen. Ook het gebruik van de camera moet ik nog beter onderzoeken.
Dymphie heeft ook al een poosje een SGT en schrijft hierover op haar blog, zeker de moeite waard als je wilt weten hoe een informatiespecialist de SGT gebruikt.

Wat me tot nu toe is opgevallen is dat niet alle apps in de iTunesstore ook automatisch in de Android Market te vinden zijn, soms moet je dus op zoek naar een alternatief. Ik denk dat dit de komende tijd wel zal veranderen, zeker als Android een groter marktaandeel krijgt en het betalen in de Market niet langer via een creditcard hoeft (lees hiervoor dit voorbeeld of kijk hier).

In de volgende posts wil ik apps met elkaar gaan vergelijken. Ook wil ik de SGT en de iPad tijdens het werk gebruiken en deze door collega’s laten testen.

De iPad en de Galaxy Tab – deel 1

Vorige week mocht ik een iPad en een (Samsung) Galaxy Tab ophalen om te testen voor een van de nieuwe projecten rondom mobiel.

Als eerste haalde ik de iPad uit de doos en ben ik ongeveer een dag bezig geweest met apps downloaden en installeren. Nu heb ik al eerder een iPad mogen inrichten, deze staat op de balie van de bibliotheek. De apps had ik er op gezet met de pc die op het werk staat. Die apps zag ik nu niet terug toen ik thuis deze tweede iPad inrichtte. Ik dacht altijd dat je iTunes-account informatie opgeslagen was in de cloud maar ik kwam er achter dat ik de apps die ik op mijn werk heb gekocht pas op mijn nieuwe iPad kan zetten als ik die ook heb gesynchroniseerd met de pc op het werk.

De apps die ik al heb geïnstalleerd zijn:

  • Flickit
  • TED
  • NU
  • Telegraaf
  • Elsevier
  • Teletekst
  • Volkskrant
  • Parool
  • Bright
  • Life
  • Flipboard
  • NYTimes
  • Inkling
  • Evernote
  • Dropbox
  • MindMeister
  • SoundNote
  • 7th Guest
  • TU/e Library
  • Duke Mobile
  • LibAnywhere
  • DCPL
  • NASA
  • HistoryMaps
  • GoSkyWatchP
  • CoolFacts
  • Dictionary
  • On this day…
  • Discover
  • Foursquare
  • iTU Delft
  • Bb Mobile Learn

Sommige apps zijn speciaal voor de iPad gemaakt, anderen alleen nog maar voor de iPhone. Deze laatste worden verkleind op de iPad weergegeven waarna je de keuze hebt om deze 2x te vergroten. In sommige gevallen werkt dat prima maar soms wordt de beeldkwaliteit er niet beter op, zoals bij de app van de Telegraaf.

De apps van de Volkskrant en het Parool werken prima. Als je de app hebt geïnstalleerd kun je 10x gratis een krant downloaden. Hierna betaal je door de weeks voor een krant 0,79 euro en in het weekend 1,59 euro. Een jaarabonnement is 149 euro. De app is eigenlijk gewoon de krant. De extra’s zitten er in dat je een foto uit de krant kan delen als je eerst hiervan een screenshot hebt gemaakt. Een keer klikken op een artikel vergroot deze in een nieuwe pagina, twee keer snel klikken vergroot het artikel op dezelfde pagina. Ook is er een knop overzicht, hiermee verschijnt de inhoudsopgave en kun je snel naar een artikel dat je wilt lezen. De knop live news laat het laatste nieuws zien.

In het menu onderaan de pagina zie je de knoppen kopen, mijn kranten, mijn account en help. Ik heb al twee gratis kranten gedownload (je kan tot een week terug kranten kopen). Als ik ze wil verwijderen dan kan dat eenvoudig met de knop bovenin het scherm.

Gisteravond heb ik met de iPad op schoot op de bank een krant gelezen. Je moet hem op schoot houden als je geen hoes hebt die je neer kan zetten. De iPad kun je niet met een hand bedienen dus je hebt twee handen nodig om hem vast te houden en door de krant te bladeren. En om dat te doen vind ik de iPad te zwaar. Al na een paar minuten beginnen mijn spieren te protesteren. En dus lees ik vandaag de krant met de iPad voor me op tafel. Ik hoef hem dan niet vast te houden en heb aan een hand genoeg om te kunnen bladeren.

Maar even terug naar de app van de Volkskrant. Een mooie app die doet wat hij moet doen. Maar de krant blijft gewoon de krant, het is alleen een digitale versie van het papieren exemplaar. En eigenlijk is dat jammer, er kan zoveel meer dan dat maar ik geloof dat uitbreidingen van de app snel volgen als ik dit bericht lees.

Ook heb ik al snel even gekeken naar de Blackboard Mobile Learn app (ik had hiervan een demo gekregen tijdens Educause). Omdat ik niet veel courses volg blijft mijn lijst een beetje leeg en kan ik nog niet zoveel met de app. Maar voor onze studenten lijkt het mij een prima app.

De overige apps moet ik nog uitgebreid gaan testen en bekijken.
Maar eerst de Galaxy Tab installeren en ook daarover zal ik een post schrijven.

Update: 28 december 2010
In iTunes ben ik ingelogd met het bibliotheekaccount, maar ik heb ook met mijn privéaccount even aan de iPad gezeten (maar niets gedownload). In de store op de iPad zie ik dat er updates zijn voor bepaalde apps. Ik kan deze bijwerken maar moet dan inloggen met mijn privéaccount, terwijl ik – als ik kijk onder uitgelicht bij accountinformatie – ben ingelogd met het bibliotheekaccount. Ook onder instellingen ben ik ingelogd met mijn bibliotheekaccount. Raar. Foutje van Apple?

Apple seminar – Mobile Learning in Higher Education

Vanmorgen was ik in Amsterdam bij Apple om een seminar bij te wonen over mobile learning. In twee lezingen van een en dezelfde spreker werd ingegaan op het onderwerp. In de aankondiging stond het volgende:

Literacies: How Technologies Shape Teaching and Learning
Almost six centuries ago, when Gutenberg’s press first made printed information widely available, the world saw an explosion of creativity. Educational, political, and religious institutions were radically transformed as those who had once been excluded gained access and found new opportunities to participate. The resulting transformation unleashed the waves of invention that created the modern world. Unfortunately, some of that creativity has gone stale, and mechanisms have developed that once again leave many feeling alienated, disengaged, and overwhelmed… Yet a new generation of mobile technologies is emerging to reenergize the system. The first true digital books—books that are location-aware, media-rich, broadly-interlinked, and socially-connected—are just on the horizon, offering a new kind of access that could be just as disruptive and transformative as Gutenberg’s revolution. This presentation will explore the historical trajectory, describe some of the ways that books are metamorphosing, and consider the creative possibilities offered by the new age of information.

How to Envision (and Realize!) What’s Next for Your School
It’s often not really that difficult to develop a vision for using technology in education. However, getting faculty, technologists, administrators, and students to share that vision can be extraordinarily difficult. This problem is made worse by the fact that, in many cases, these groups simply don’t talk to one another, and the language they use about learning and technology is rarely the same. As you consider deploying or furthering new technology initiatives at your own institutions, it may be helpful to hear some of the ways one school worked to overcome the internal and external barriers as they developed a campus-wide mobility initiative based on the iPhone and iPod touch. This session will offer both a historical overview of Abilene Christian University’s Connected mobile initiative and will offer some practical steps for those wishing to develop a vision and realize it.

Nu heb ik vorig jaar tijdens Educause ook sprekers van Abilene Christian University gehoord en toen was ik erg onder de indruk van het project waarbij zij aan alle studenten iPhone’s en iPods uitdeelden.

Maar terug naar vandaag. Bill Rankin van ACU gaf vandaag twee presentaties. De eerste was een inleiding op ons tijdperk en hoe technologie daarin een rol speelt. Maar om over ons tijdperk te kunnen praten moeten we eerste kijken naar wat er in de geschiedenis heeft plaatsgevonden en wat de rol van technologie daarbinnen is geweest. Technologie is succesvol als het een probleem oplost, maar veelal wordt er tegelijkertijd een nieuwe cultuur ontwikkeld en worden er nieuwe problemen zichtbaar.
Rankin noemde als voorbeeld de technolgiecyclus (als ik goed heb van Marshall McLuhan):
innovating – building – solidifying – destabilising – innovating
Veelal bevinden opleidingen zich bij destabilising en studenten bij innovating.

Rankin neemt ons mee en legt uit welke gereedschappen wij hebben als het gaat om leren en hoe die de cultuur kunnen veranderen.

Het handen tijdperk

De middeleeuwen – is een tijdperk van handen. Handen maken informatie en degene die de informatie bezit geeft het met de hand over aan een ander. Locus (de plaats) is belangrijk.

Rankin geeft het voorbeeld van de scroll versus de codex, waarom heeft deze overgang eigenlijk plaatsgevonden? Dit was met name omdat de scroll een lineair product is. Een codex of een boek is een technologie waar je random toegang tot hebt. Daarnaast vereist een scroll een tafel, het is dus een device die om een bepaalde situatie vraagt. Een boek daarentegen is portable. En als je er goed over nadenkt dus een mobiel device. In de 3e eeuw was er vraag naar informatie die niet plaatsgebonden was. Mensen wilden informatie daar waar zij waren. En dus werd er technologie ontwikkeld die dat mogelijk maakte, het boek.
De afbeeldingen in een boek zijn, als je er verder over nadenkt, eigenlijk multimedia. Het voorbeeld dat wordt getoond is een afbeelding in een boek van datzelfde boek, een soort augmented reality, meent Rankins.
Het primaire doel van docenten is om anderen iets te leren. Als ik van mensen iets wil leren in dit tijdperk moet ik bij die mensen in de buurt zijn of de mogelijkheid hebben om te reizen. Een boek is iets wat je niet bij je hebt, je moet naar mensen toegaan die boeken bezitten. In dit tijdperk kunnen weinig mensen produceren en consumeren. Veel mensen kunnen niet participeren. Er worden dus veel mensen overgeslagen als het gaat om onderwijs en toegang tot informatie.
Het model van universiteiten in die tijd was een model van leerlingen die bij een docent wonen. De waardevolle context, het van hand naar hand overgaan van informatie is heel dichtbij. De relatie docent – student is heel hecht. De docent is een guide. Je herhaalt dingen totdat je het snapt. Als het niet goed gaat doe je het opnieuw. Niet iedereen leert hetzelfde en niet iedereen is even snel, maar dat is geen probleem.

Het zoeken naar informatie tijdperk

Het probleem is de toegang tot informatie die beperkt is. Gutenberg lost dit probleem op met de boekdrukkunst. Het geprinte boek is een gemechaniseerd en gestandaardiseerd iets. Je kan bibliotheken van boeken bouwen. Tot die tijd hadden bibliotheken misschien 100 boeken in de collectie. Nu kan de bibliotheek groeien.

En dit zorgt meteen voor een nieuw probleem. Als er zoveel informatie voorhanden is, hoe weet ik dan waar die informatie te vinden is. En dus wordt er iets ontwikkelt dat mij helpt bij het zoeken van informatie, het classificatiesysteem. In de tijd van de kaartenbak moest je eerst de onderwerpscode van een onderwerp zien te achterhalen, daarna ging je zoeken in de kaartenbak, vervolgens liep je naar de kast en vond je een boek. Nog steeds had je de informatie niet te pakken. Die vond je pas als je de juiste pagina had gevonden.

Rankin legt uit. In deze tijd zijn docenten primair de toegangverschaffers tot informatie, met de student als ontvanger. Er wordt in deze tijd veel aandacht besteed aan classificatie en catalogiseren. Als je niet weet hoe het werkt dan ben je nergens. In deze tijd is er ook veel aandacht voor het uit je hoofd leren van data, alleen al omdat je op deze manier sneller informatie kan vinden omdat het context geeft. Repetitie is het eerste dat je doet, de analyse komt daarna. Omdat iedereen hetzelfde boek gebruikt kan een docent zeggen, sla open op pagina 37. Iedereen is gelijk. En daarmee komt ook het besef dat mensen gelijk zijn en dus standaardiseerbaar zijn.

Niet langer speelt de locus een rol maar de nexus. Informatie kan naar mij toekomen vanuit verschillende plaatsen. Veel mensen kunnen participeren en nog meer kunnen creëren maar nog steeds vallen mensen buiten de boot dankzij het nieuwe probleem, het vinden van informatie.

Het tijdperk van de data

En dan komen we in het derde tijdperk. Het tijdperk van de data. In deze tijd worden studenten gezien als machines (Pink Floyd the Wall laten studenten al zien als gestandaardiseerd product). Zo veel mogelijk studenten moeten door een studie gejaagd worden alsof zij allemaal op dezelfde manier studeren en kennis tot zich nemen. Is dit wat wij willen? Marshall McLuhan schrijft dat sommige dingen opvallen terwijl andere dingen naar de achtergrond verdwijnen. Elke nieuwe technologie legt een focus op iets, maar dingen die ook belangrijk zijn verdwijnen naar de achtergrond. Elk medium heeft hiermee zijn eigen ondergang in zich. Zodra het medium omvalt komen nieuwe problemen naar voren. De nieuwe media in dit tijdperk is data. Als je op Google bijvoorbeeld zoekt naar educational technologie krijg je in 0,2 seconden 64 miljoen hits. Dit is teveel informatie, meer dan mensen in hun gehele carrière in zich op kunnen nemen. Je verliest in dit tijdperk minder mensen, maar de wereld wordt er niet minder gecompliceerd op. Het is niet de locus of de nexus die hier belangrijk is maar de matrix. Het probleem in de film is dat je niet weet wat echt is en hetzelfde geldt voor informatie. Als je googled hoe weet je dan wat waar is en wat niet, welke informatie kun je vertrouwen? Dit probleem wordt alleen nog maar groter aangezien de snelheid waarmee informatie wordt toegevoegd toeneemt. Hoe leef je in een wereld die bol staat van de informatie en hoe zorg je ervoor dat je niet in een informatiecrisis belandt?
Als je als docent informatie geeft aan studenten is dat dan handig of maak je het probleem alleen nog maar groter?

Het onderwijs ziet er als volgt uit. Docenten werken met studenten, zij doen het voor en de student doet het na, de content wordt door de docent in de klas gemaakt, de docent geeft de context aan, studenten oefenen net zo lang totdat zij de stof begrijpen. Dit komt overeen met hoe er onderwijs gegeven werd in het eerste tijdperk dat Rankin heeft besproken.

Rankin wil in zijn onderwijs een onderzoekslaboratorium opzetten. Hij wil leren buiten het leslokaal en de iPhone en iPod spelen hierbij een belangrijke rol. Problemen die wij nu hebben is dat wij de connectie van dingen niet zien, Rankin geeft het klimaatprobleem als voorbeeld. Is dat een technologisch, economisch, esthetisch of cultureel probleem? Of is het het allemaal? Hoe krijgen wij die interconnectiviteit weer terug.

Dit tijdperk draait om de survival of the most connected.

Voor docenten heeft mobiel leren het voordeel dat zij niet in het klaslokaal hoeven te blijven. Zij kunnen context geven op een andere manier:

  • real world knowledge
  • service and field based learning
  • challenge based learning
  • hybrid courses emphasizing on site, online and in-class components
  • flexible teaching based on just-in-time student response

Als docent moet je de echte wereld opzoeken, deze niet simuleren, maar gebruiken om problemen op te lossen.

Voor de community heeft deze manier van onderwijs het voordeel dat alle informatie wordt gedeeld, studenten doen echte dingen voor hun omgeving (real world community services).

Rankin doet hier ook echt iets mee. Hij laat studenten informatie meenemen waaromheen hij een les bouwt. Hij bereid niets voor, laat het afhangen van waar studenten mee komen. Hij heeft hierdoor meer tijd om een persoonlijke relatie met zijn studenten op te bouwen. Studenten helpen lesmateriaal maken dus moeten zij het ook beoordelen. Docent en studenten samen maken er iets betekenisvols van. Rankin wilde dit eerst doen met drie groepen uit zijn klas, maar de gehele klas wilde meehelpen. Zij komen zelfs samen terwijl hij er niet bij is. Hij volgt ze dan via een blog en met andere online tools.

De tweede presentatie van Rankin ging voornamelijk over het iPhone/iPod project. Inmiddels hebben alle studenten een device en wordt het veel gebruikt. Zelf hebben zij apps hiervoor gemaakt waar de broncode van te downloaden is. Wat zeker helpt is als oude technologie overboord wordt gegooid, bijvoorbeeld de toegang tot vaste telefoonaansluitingen. Als je collega’s dus verplicht om de nieuwe technologie te gebruiken. Wat ook helpt is om het een experiment te noemen, dan mag je falen, dan mag je fouten maken en hoeft niet iedereen meteen mee te doen. Op een gegeven moment is de peer presure zo groot dat iedereen wel mee wil doen. Begin met de voorlopers die graag willen uitproberen.

Rankin geeft een lijstje van wat nodig is voor succes:

  • ubiquity of devices
  • killing old technologies and inititives
  • redesign of facilities for mobility and collaboration
  • infrastructure to support creation and participation
  • infrastructure for all-the-time everywhere learning
  • bulletproof, pervasive, high-bandwidth networking
  • extension of services and reach beyond campus

Sommige docenten gebruiken nog steeds papieren boeken in het onderwijs maar dat is omdat hiervoor geen goed digitaal alternatief is. Anderen gebruiken alleen YouTube als lesmateriaal.

Rankin heeft vanmorgen in zijn twee presentaties een helder verhaal neergezet waarvan ik hoop dat ik het goed verwoord heb. Meer informatie over het project is te vinden op de website van ACU. Het was zeker de moeite waard om naar Amsterdam af te reizen.

Een puntje van kritiek, niet voor Rankin, maar voor Apple. Het is niet handig als je moet wachten op een groepje voor je naar boven wordt begeleid. Zeker niet als er maar 20 minuten pauze is en je daarvan 10 minuten in de lobby zit te wachten. Die tijd had ik liever besteed aan nieuwe mensen leren kennen en napraten over de eerste sessie van Rankin.

PICNIC 2008 – Nike & Apple & Communities

Michael Tchao (General Manager of Nike Techlab) nam ons mee naar de wondere wereld van hardlopen en communities op wereldschaal.

Tchao begin zijn presentatie met wat als wij de digitale technologie kunnen gebruiken om de sportbeleving te vergroten? Wat als wij informatie omzetten in inspiratie? Kunnen wij de fysieke activiteit (hardlopen) koppelen aan digitale communities? En kunnen wij tools ontwikkelen dat gebruikers met elkaar in verbinding brengt en waarmee de gebruiker verbonden wordt aan het merk?

Het antwoord:

Mensen hardlopen omdat het een activiteit is die je gemakkelijk met anderen kan doen en waarbij je onderdeel kan uitmaken van iets groters (er zijn namelijk heel veel mensen die hardlopen). In eerste instantie was hardlopen op muziek not done, maar in de loop van de jaren zijn er toch steeds meer hardlopers die muziek gebruiken ter ondersteuning van de activiteit. En denk je aan muziek, dan denk je al snel aan de Ipod van Apple waarvan er inmiddels miljoenen zijn verkocht. Voor Nike was het dus logisch om hun merk, aan het merk van Apple te koppelen en in 2006 werd de Ipod+Nike geboren.

de meest populaire schoenen + meest populiare muziekdevice = meest populaire online community

De sensor – die je onder in je hardloopschoen plaatst – meet allerlei verschillende dingen, zoals hoe hard je loopt, hoeveel calorieën je verbruikt, etc. De iPod wordt hiermee je persoonlijke coach. Na het hardlopen synchroniseer je de data op de website van Nike+.

Naast het synchroniseren van de data kun je op de site van Nike+ ook mensen ontmoeten, die net als jij hardlopen. Je kan bijvoorbeeld op de site teams aanmaken, waar anderen dan weer bij aan kunnen haken.

Maar je kan ook een Nike+ mini aanmaken, een avatar, die je dan weer in bijvoorbeeld Facebook kunt gebruiken.

Nike zag de kracht van de community die ontstond en besloot om een evenement te organiseren waarbij hardlopen en muziek samen kwamen. Tchao geeft als voorbeeld Londen, waar noord en zuid Londenaren in verschillende kleur tshirts het tegen elkaar opnamen. Maar ook Nike Womens Marathon is een voorbeeld. Dit evenement start met shoppen en eindigt met het krijgen van een Tiffany Keychain uitgereikt door brandweermannen.

Maar Nike gaat nog een stap verder, want wat als wij de hele wereld tegelijkertijd aan het hardlopen kunnen krijgen? Dit evenement werd georganiseerd aan het einde van de Olympische Spelen op 31 augustus 2008.

Een bijzonder voorbeeld van engagement!

En dan begin ik meteen te denken, wat als wij alle Nederlandse bibliotheekgebruikers op een dag (zeg ergens in de winter) hetzelfde kunnen laten doen en daar verschillende evenementen omheen bedenken (is vast al een keer gedaan denk ik). Het merk: DE BIBLIOTHEEK. Onder het motto “ontdek de bibliotheek” 24 uur lang. Ik zie het helemaal voor me, in Friesland beginnen ze om 6 uur ‘s morgen met een ontbijt in de bibliotheek onder het genot van een boek dat voorgelezen wordt door een Zeeuwse schrijver. Om 12 uur ‘s nachts is Amsterdam al begonnen met een nachtwandeling langs alle bibliotheekfilialen, waar je natuurlijk als je moe bent gewoon tussen de boeken mag slapen. Om 3 uur ‘s middags is er een muziekevenement in de bibliotheek van Texel. En om 8 uur ‘s avonds begint het diner in de bibliotheek van Den Bosch. Het vergt wat organisatie maar het is volgens mij te doen. Op de speciale website van de bibliotheek kun je je aanmelden en met anderen discussieren over de activiteiten. Misschien kun je zelfs gebruikers oproepen om activiteiten te bedenken die je dan als bibliotheek wel uit moet voeren. Een 24uurs-marathon in bibliotheekland. Een camerateam legt alles vast en de filmpjes worden live uitgezonden. Uiteraard worden alle web 2.0 toepassingen op de website aangeboden. Zoals gezegd ik zie het al helemaal voor me.

WP Twitter Auto Publish Powered By : XYZScripts.com