TU Delft & mobiel

Al enige tijd heeft de TU Delft een mobiel app, iTU Delft genoemd. Deze is zowel voor android als iOS beschikbaar en voor de andere platformen is er een mobiele website. Om de app meer onder de aandacht te brengen is er promotiemateriaal gemaakt. Ik vind de poster zo mooi geworden dat ik hem graag hier plaats.

Zoals je ziet staat Bb learn in de app opgenomen, voor Android is dit zo maar voor iOS nog niet. Op Willem’s blog lees je waarom.

TUe Library app

Toen ik laatst bij de TU Eindhoven een presentatie mocht geven aan bibliotheekcollega’s kreeg ik al een voorproefje van hun iPhone app. Vanaf vandaag is deze in de iTunes Store te vinden.

Het beginscherm laat het zoekvenster zien waarmee je in de catalogus kunt zoeken. Je kunt zoeken op alle woorden, of verfijnen naar titel of auteur.

Na het invoeren van een zoekterm kom je in de resultatenlijst. En zie je direct of een full-text van een artikel aanwezig is of dat je het boek kan lenen.

Een record ziet er zo uit.

Je kan dan een reservering plaatsen of de full-text bekijken (alleen als je TUe wifi gebruikt).

Onder in de balk zie je een aantal knoppen staan, zoals resultaten, favorieten, bibliotheekinformatie en my info.

In het lijstje met favorieten zie je de publicaties terug die je op een eerder moment hebt willen bewaren.

Onder de knop bibliotheekinformatie vind je nieuws, locaties en contactinformatie terug.

Met in het nieuws de laatste berichten die de bibliotheek ook op de website heeft geplaatst.

De knop my info is zeker interessant. Hier vind je informatie over je leengegevens, de reserveringen die je hebt uit staan en hoeveel boete je nog moet betalen.

Je overzicht van leningen ziet er dan zo uit:

En als laatste dan nog de plattegrond van de campus. Met de locaties van de bibliotheken.

Een mooie, eenvoudige app die doet wat hij moet doen. Gemaakt door Nick Veenstra (die ook zo aardig was om alvast wat screenshots aan mij te mailen).

Uiteraard te downloaden in de appstore.

Apple seminar – Mobile Learning in Higher Education

Vanmorgen was ik in Amsterdam bij Apple om een seminar bij te wonen over mobile learning. In twee lezingen van een en dezelfde spreker werd ingegaan op het onderwerp. In de aankondiging stond het volgende:

Literacies: How Technologies Shape Teaching and Learning
Almost six centuries ago, when Gutenberg’s press first made printed information widely available, the world saw an explosion of creativity. Educational, political, and religious institutions were radically transformed as those who had once been excluded gained access and found new opportunities to participate. The resulting transformation unleashed the waves of invention that created the modern world. Unfortunately, some of that creativity has gone stale, and mechanisms have developed that once again leave many feeling alienated, disengaged, and overwhelmed… Yet a new generation of mobile technologies is emerging to reenergize the system. The first true digital books—books that are location-aware, media-rich, broadly-interlinked, and socially-connected—are just on the horizon, offering a new kind of access that could be just as disruptive and transformative as Gutenberg’s revolution. This presentation will explore the historical trajectory, describe some of the ways that books are metamorphosing, and consider the creative possibilities offered by the new age of information.

How to Envision (and Realize!) What’s Next for Your School
It’s often not really that difficult to develop a vision for using technology in education. However, getting faculty, technologists, administrators, and students to share that vision can be extraordinarily difficult. This problem is made worse by the fact that, in many cases, these groups simply don’t talk to one another, and the language they use about learning and technology is rarely the same. As you consider deploying or furthering new technology initiatives at your own institutions, it may be helpful to hear some of the ways one school worked to overcome the internal and external barriers as they developed a campus-wide mobility initiative based on the iPhone and iPod touch. This session will offer both a historical overview of Abilene Christian University’s Connected mobile initiative and will offer some practical steps for those wishing to develop a vision and realize it.

Nu heb ik vorig jaar tijdens Educause ook sprekers van Abilene Christian University gehoord en toen was ik erg onder de indruk van het project waarbij zij aan alle studenten iPhone’s en iPods uitdeelden.

Maar terug naar vandaag. Bill Rankin van ACU gaf vandaag twee presentaties. De eerste was een inleiding op ons tijdperk en hoe technologie daarin een rol speelt. Maar om over ons tijdperk te kunnen praten moeten we eerste kijken naar wat er in de geschiedenis heeft plaatsgevonden en wat de rol van technologie daarbinnen is geweest. Technologie is succesvol als het een probleem oplost, maar veelal wordt er tegelijkertijd een nieuwe cultuur ontwikkeld en worden er nieuwe problemen zichtbaar.
Rankin noemde als voorbeeld de technolgiecyclus (als ik goed heb van Marshall McLuhan):
innovating – building – solidifying – destabilising – innovating
Veelal bevinden opleidingen zich bij destabilising en studenten bij innovating.

Rankin neemt ons mee en legt uit welke gereedschappen wij hebben als het gaat om leren en hoe die de cultuur kunnen veranderen.

Het handen tijdperk

De middeleeuwen – is een tijdperk van handen. Handen maken informatie en degene die de informatie bezit geeft het met de hand over aan een ander. Locus (de plaats) is belangrijk.

Rankin geeft het voorbeeld van de scroll versus de codex, waarom heeft deze overgang eigenlijk plaatsgevonden? Dit was met name omdat de scroll een lineair product is. Een codex of een boek is een technologie waar je random toegang tot hebt. Daarnaast vereist een scroll een tafel, het is dus een device die om een bepaalde situatie vraagt. Een boek daarentegen is portable. En als je er goed over nadenkt dus een mobiel device. In de 3e eeuw was er vraag naar informatie die niet plaatsgebonden was. Mensen wilden informatie daar waar zij waren. En dus werd er technologie ontwikkeld die dat mogelijk maakte, het boek.
De afbeeldingen in een boek zijn, als je er verder over nadenkt, eigenlijk multimedia. Het voorbeeld dat wordt getoond is een afbeelding in een boek van datzelfde boek, een soort augmented reality, meent Rankins.
Het primaire doel van docenten is om anderen iets te leren. Als ik van mensen iets wil leren in dit tijdperk moet ik bij die mensen in de buurt zijn of de mogelijkheid hebben om te reizen. Een boek is iets wat je niet bij je hebt, je moet naar mensen toegaan die boeken bezitten. In dit tijdperk kunnen weinig mensen produceren en consumeren. Veel mensen kunnen niet participeren. Er worden dus veel mensen overgeslagen als het gaat om onderwijs en toegang tot informatie.
Het model van universiteiten in die tijd was een model van leerlingen die bij een docent wonen. De waardevolle context, het van hand naar hand overgaan van informatie is heel dichtbij. De relatie docent – student is heel hecht. De docent is een guide. Je herhaalt dingen totdat je het snapt. Als het niet goed gaat doe je het opnieuw. Niet iedereen leert hetzelfde en niet iedereen is even snel, maar dat is geen probleem.

Het zoeken naar informatie tijdperk

Het probleem is de toegang tot informatie die beperkt is. Gutenberg lost dit probleem op met de boekdrukkunst. Het geprinte boek is een gemechaniseerd en gestandaardiseerd iets. Je kan bibliotheken van boeken bouwen. Tot die tijd hadden bibliotheken misschien 100 boeken in de collectie. Nu kan de bibliotheek groeien.

En dit zorgt meteen voor een nieuw probleem. Als er zoveel informatie voorhanden is, hoe weet ik dan waar die informatie te vinden is. En dus wordt er iets ontwikkelt dat mij helpt bij het zoeken van informatie, het classificatiesysteem. In de tijd van de kaartenbak moest je eerst de onderwerpscode van een onderwerp zien te achterhalen, daarna ging je zoeken in de kaartenbak, vervolgens liep je naar de kast en vond je een boek. Nog steeds had je de informatie niet te pakken. Die vond je pas als je de juiste pagina had gevonden.

Rankin legt uit. In deze tijd zijn docenten primair de toegangverschaffers tot informatie, met de student als ontvanger. Er wordt in deze tijd veel aandacht besteed aan classificatie en catalogiseren. Als je niet weet hoe het werkt dan ben je nergens. In deze tijd is er ook veel aandacht voor het uit je hoofd leren van data, alleen al omdat je op deze manier sneller informatie kan vinden omdat het context geeft. Repetitie is het eerste dat je doet, de analyse komt daarna. Omdat iedereen hetzelfde boek gebruikt kan een docent zeggen, sla open op pagina 37. Iedereen is gelijk. En daarmee komt ook het besef dat mensen gelijk zijn en dus standaardiseerbaar zijn.

Niet langer speelt de locus een rol maar de nexus. Informatie kan naar mij toekomen vanuit verschillende plaatsen. Veel mensen kunnen participeren en nog meer kunnen creëren maar nog steeds vallen mensen buiten de boot dankzij het nieuwe probleem, het vinden van informatie.

Het tijdperk van de data

En dan komen we in het derde tijdperk. Het tijdperk van de data. In deze tijd worden studenten gezien als machines (Pink Floyd the Wall laten studenten al zien als gestandaardiseerd product). Zo veel mogelijk studenten moeten door een studie gejaagd worden alsof zij allemaal op dezelfde manier studeren en kennis tot zich nemen. Is dit wat wij willen? Marshall McLuhan schrijft dat sommige dingen opvallen terwijl andere dingen naar de achtergrond verdwijnen. Elke nieuwe technologie legt een focus op iets, maar dingen die ook belangrijk zijn verdwijnen naar de achtergrond. Elk medium heeft hiermee zijn eigen ondergang in zich. Zodra het medium omvalt komen nieuwe problemen naar voren. De nieuwe media in dit tijdperk is data. Als je op Google bijvoorbeeld zoekt naar educational technologie krijg je in 0,2 seconden 64 miljoen hits. Dit is teveel informatie, meer dan mensen in hun gehele carrière in zich op kunnen nemen. Je verliest in dit tijdperk minder mensen, maar de wereld wordt er niet minder gecompliceerd op. Het is niet de locus of de nexus die hier belangrijk is maar de matrix. Het probleem in de film is dat je niet weet wat echt is en hetzelfde geldt voor informatie. Als je googled hoe weet je dan wat waar is en wat niet, welke informatie kun je vertrouwen? Dit probleem wordt alleen nog maar groter aangezien de snelheid waarmee informatie wordt toegevoegd toeneemt. Hoe leef je in een wereld die bol staat van de informatie en hoe zorg je ervoor dat je niet in een informatiecrisis belandt?
Als je als docent informatie geeft aan studenten is dat dan handig of maak je het probleem alleen nog maar groter?

Het onderwijs ziet er als volgt uit. Docenten werken met studenten, zij doen het voor en de student doet het na, de content wordt door de docent in de klas gemaakt, de docent geeft de context aan, studenten oefenen net zo lang totdat zij de stof begrijpen. Dit komt overeen met hoe er onderwijs gegeven werd in het eerste tijdperk dat Rankin heeft besproken.

Rankin wil in zijn onderwijs een onderzoekslaboratorium opzetten. Hij wil leren buiten het leslokaal en de iPhone en iPod spelen hierbij een belangrijke rol. Problemen die wij nu hebben is dat wij de connectie van dingen niet zien, Rankin geeft het klimaatprobleem als voorbeeld. Is dat een technologisch, economisch, esthetisch of cultureel probleem? Of is het het allemaal? Hoe krijgen wij die interconnectiviteit weer terug.

Dit tijdperk draait om de survival of the most connected.

Voor docenten heeft mobiel leren het voordeel dat zij niet in het klaslokaal hoeven te blijven. Zij kunnen context geven op een andere manier:

  • real world knowledge
  • service and field based learning
  • challenge based learning
  • hybrid courses emphasizing on site, online and in-class components
  • flexible teaching based on just-in-time student response

Als docent moet je de echte wereld opzoeken, deze niet simuleren, maar gebruiken om problemen op te lossen.

Voor de community heeft deze manier van onderwijs het voordeel dat alle informatie wordt gedeeld, studenten doen echte dingen voor hun omgeving (real world community services).

Rankin doet hier ook echt iets mee. Hij laat studenten informatie meenemen waaromheen hij een les bouwt. Hij bereid niets voor, laat het afhangen van waar studenten mee komen. Hij heeft hierdoor meer tijd om een persoonlijke relatie met zijn studenten op te bouwen. Studenten helpen lesmateriaal maken dus moeten zij het ook beoordelen. Docent en studenten samen maken er iets betekenisvols van. Rankin wilde dit eerst doen met drie groepen uit zijn klas, maar de gehele klas wilde meehelpen. Zij komen zelfs samen terwijl hij er niet bij is. Hij volgt ze dan via een blog en met andere online tools.

De tweede presentatie van Rankin ging voornamelijk over het iPhone/iPod project. Inmiddels hebben alle studenten een device en wordt het veel gebruikt. Zelf hebben zij apps hiervoor gemaakt waar de broncode van te downloaden is. Wat zeker helpt is als oude technologie overboord wordt gegooid, bijvoorbeeld de toegang tot vaste telefoonaansluitingen. Als je collega’s dus verplicht om de nieuwe technologie te gebruiken. Wat ook helpt is om het een experiment te noemen, dan mag je falen, dan mag je fouten maken en hoeft niet iedereen meteen mee te doen. Op een gegeven moment is de peer presure zo groot dat iedereen wel mee wil doen. Begin met de voorlopers die graag willen uitproberen.

Rankin geeft een lijstje van wat nodig is voor succes:

  • ubiquity of devices
  • killing old technologies and inititives
  • redesign of facilities for mobility and collaboration
  • infrastructure to support creation and participation
  • infrastructure for all-the-time everywhere learning
  • bulletproof, pervasive, high-bandwidth networking
  • extension of services and reach beyond campus

Sommige docenten gebruiken nog steeds papieren boeken in het onderwijs maar dat is omdat hiervoor geen goed digitaal alternatief is. Anderen gebruiken alleen YouTube als lesmateriaal.

Rankin heeft vanmorgen in zijn twee presentaties een helder verhaal neergezet waarvan ik hoop dat ik het goed verwoord heb. Meer informatie over het project is te vinden op de website van ACU. Het was zeker de moeite waard om naar Amsterdam af te reizen.

Een puntje van kritiek, niet voor Rankin, maar voor Apple. Het is niet handig als je moet wachten op een groepje voor je naar boven wordt begeleid. Zeker niet als er maar 20 minuten pauze is en je daarvan 10 minuten in de lobby zit te wachten. Die tijd had ik liever besteed aan nieuwe mensen leren kennen en napraten over de eerste sessie van Rankin.

In de categorie: wat kan ik ermee – Stickybits

Stickybits zijn barcodes die met een Android telefoon of iPhone kan scannen. Deze barcodes kun je overal opplakken en voorzien van een boodschap (tekst, foto, muziek, video) en deze kan dan weer gescanned worden door iemand anders. Die andere persoon kan ook weer een boodschap toevoegen zodat je op den duur een stroom van berichten krijgt die allemaal zijn verbonden aan die ene barcode. Als je een boodschap toevoegt en iemand anders leest deze dan krijg je een notificatie. En dan heeft elke barcodescan en boodschap een geolocatie in zich zodat je kan zien of een object wordt verplaatst of niet.

Seth Goldstein zegt erover in de Los Angeles Times:

The more he thought about it, the more convinced he became that tagging the physical world with digital data via a smart phone could have endless possibilities for consumers and businesses.

De app voor de mobiele telefoon is gratis, de barcodes niet (20 stuks voor $10).

Voor meer informatie, kijk even naar de video.

En dan wat moet je ermee? Je kan de barcodes in boeken plakken om een geheime boodschap aan de lezer mee te geven. Gebruik het bij bookcrossing of geocaching om een extra dimensie toe te voegen. Maak een speurtocht door de stad met de barcodes waarbij elke barcode iets vertelt over de volgende locatie.  Of plak ze op de deelnemers van een conferentie en laat anderen iets over jou toevoegen aan jouw barcode. Gebruik ze om een verhaal te vertellen, oftewel TAG YOUR WORLD.

Met dank aan: Dutch Cowgirls & Los Angeles Times

TU Delft gaat mobiel

Afgelopen dinsdag was het eindelijk zover, de lancering van de TU Delft op iTunesU en de iPhone app.

One More Thing maakte een video-impressie van de lancering van iTunesU.

One More Thing #178 from One More Thing on Vimeo.

Ik was, samen met Willem, betrokken bij de iPhone app. Maanden geleden spraken wij al met de mensen van Blackboard Mobile in Denver en laatst was Kayvon ook in Nederland om iets over de app te vertellen. Van de weekend kwam de app in de iTunes Store en ik heb hem natuurlijk direct gedownload.

Je kan een aantal dingen met deze app.

Zo staan de events er in, gerangschikt op verschillende categorieen als cultuur, debat, sport en feest.

Als je op alle evenementen kijkt dan zie je dat er vandaag een promotie is en een massage.

Als je op maps klikt krijg je de kaart van de campus met de gebouwen met de gebouwnummers. In de nieuwe bewegwijzering die binnenkort op de campus wordt geplaatst en waarvan je nu al een voorproefje kan zien in de bibliotheek worden deze gebouwnummers ook gebruikt. Het gebouw met de rare vorm is de bibliotheek.

Video’s gaat naar het YouTube kanaal van de TU Delft. Hier vind je onder andere een filmpje over hoe je iTunesU moet gebruiken.

Het nieuws is ook gecatagoriseerd en bevat zowel Engels- als Nederlandstalige nieuwsberichten.

Uitermate content ben ik natuurlijk met de catalogusknop. Uit de enquete – ingevuld door ongeveer 2300 studenten – kwam de catalogus van de bibliotheek hoger uit dan het nieuws. Altijd fijn om zoiets te horen.

Zoals je ziet zijn de afbeeldingen van de boeken nog niet te zien in deze versie van de app maar daar wordt aan gewerkt.

Eigenlijk laat de app precies genoeg informatie over een boek zien. Wie is de auteur, uitgever en is het boek beschikbaar of niet. En zo ja, waar staat het boek dan.

Natuurlijk zou je willen dat een gebruiker vanaf hier ook het boek kan reserveren. En dat hij met de app zijn boeken kan verlengen, misschien ook boetes betalen. Ideeen zijn er genoeg, ze moeten alleen nog even uitgevoerd worden. De eerste release is er en er zullen er zeker vele volgen.

De lancering heeft in de pers de nodige aandacht gekregen. Zo schreef de Volkskrant er al over, maar ook de iPhoneclub en Mobielbieuwsnet pakten het nieuws op. En natuurlijk schreef Willem ook een aantal posts op zijn blog.

Op m.tudelft.nl vind je de komende tijd meer informatie over de app. De (gratis) app downloaden ga dan hier naartoe.

Iphone app voor TU Delft

Afgelopen woensdag was ik bij de presentatie van mTU Delft, de nieuwe mobiele applicatie van de TU Delft. Geïnitieerd door Willem van Valkenburg omdat Kayvon Beykour, de oprichter van TerriblyClever in Nederland was. De TU Delft heeft in november 2009 contract gesloten voor het platform Blackboard Mobile. De applicaties die ontwikkeld zijn komen oorspronkelijk van het bedrijf TerriblyClever, dat bestaat uit een aantal studenten van Stanford, wat vorig jaar is overgenomen door Blackboard.

Willem opende een filmpje over de ontwikkeling van mobiele telefonie van de afgelopen 25 jaar.

Leuk om te zien welke telefoons ik zelf ook allemaal heb gehad en soms wel en soms niet lang heb gebruikt. In het begin nam ik namelijk altijd een jaarcontract en had ik dus elk jaar een nieuwe mobiele telefoon. De laatste tijd doe ik langer met mijn telefoons, ook omdat de aanbieders niet meer zo stunten met gratis toestellen. Wel jammer. Ik vond het altijd wel leuk om een nieuw toestel in te richten en te ontdekken hoe hij werkt. En als het niet beviel hoefde ik hem maar een jaar te gebruiken.

Na Willem nam Kayvon het over. Ik had Kayvon afgelopen jaar al in Denver tijdens Educause gesproken maar wat hij toen vertelde moest ik voor me houden. Ik heb toen erg interessante dingen gezien die vast in de komende tijd voor het grote publiek toegankelijk worden. De app die hij heeft ontwikkeld is niet alleen voor de iPhone maar ook voor de Blackberry beschikbaar. De reden om de app te ontwikkelen was omdat Kayvon zag dat op de campus van Stanford, waar hij studeerde, studenten vaak met hun mobiel in hun handen liepen. Zij waren dan aan het internetten of aan het bellen of sms-en, maar hadden geen interactie met de universiteit. Toen de mogelijkheid zich aanbood heeft hij samen met een paar andere studenten een app ontwikkeld die die interactie met de universiteit wel mogelijk maakt. En in oktober 2008 was de eerste release van de Stanford app een feit (gratis en te vinden in de iTunes appstore). Al snel volgden andere universiteiten waaronder Duke.

Maar hoe zorg je er nu voor dat het grote publiek weet dat de app bestaat? Hiervoor maakten zij een tweetal filmpjes:

iStanford Commercial – Stanford iPhone Apps from Kayvon Beykpour on Vimeo.

iStanford Commercial, Version 2.0 from Kayvon Beykpour on Vimeo.

Inmiddels is de iStanford app 60.000 keer gedownload terwijl er maar 12.000 studenten op de universiteit rondlopen. Dus wie gebruikt de app nog meer? Kayvon denkt aan Alumni en aan studenten die zich nog niet hebben ingeschreven bij de universiteit maar hier wel willen gaan studeren. Maar ook toeristen (gebruiken de plattegrond), ouders en omwonenden gebruiken de app vermoed Kayvon.

Als laatste presenteerde Willem de resultaten van een enquête die in december is gehouden onder de studenten van de TU Delft. Wij waren erg tevreden over de respons van ruim 2300 in een week tijd. Wat ik ook interessant vond om te zien dat de catalogus van de bibliotheek meer gewenst is dan het nieuws.

In de eerste release, die snel zal komen, zitten de volgende onderdelen:

  • evenementen
  • video’s (YouTube kanaal van de TU Delft)
  • nieuws (onder andere TU nieuws, Delta, OCW en ICT onderhoud)
  • Discover (catalogus van de bibliotheek)
  • plattegrond campus

De iPhone app is dus zo goed als af maar moet nog in de app-store worden opgenomen en dat duurt een aantal weken. Zodra hij er is zal ik dat hier natuurlijk melden.

Kijken naar vroeger en straks

Vorige week stond in het AD een artikel over een nieuwe dienst van het Nederlands Architectuur Instituut, SARA genaamd. Met behulp van augmented reality is het binnenkort mogelijk om met een mobiele telefoon te kijken naar wat was en wat nog moet komen. Loop je in Rotterdam over de markt, richt je mobiele telefoon op de bouwplaats en kijk naar de nieuwe markthal die pas over een aantal jaren klaar is. Of wil je weten hoe het vroeger was in de buurt van de Laurenskerk, ook geen probleem. Het NAI wil met deze app (voor iPhone en Android) de Google van de Nederlandse architectuur worden.

Op de website van het NAI iets meer informatie, zoals dit filmpje:

En deze uitleg:

SARA is vanaf december beschikbaar binnen Layar. Vanaf februari 2010 is de applicatie zelfstandig te downloaden via de Android Market en App store van Apple. In de eerst versie zal heel Rotterdam via Augmented reality ontsloten zijn, in oktober de vijf grote steden. In de komende jaren zal SARA verder uitgebreid worden met meer steden en meer objecten. Daarnaast kunnen gebruikers zelf objecten aan SARA toevoegen, bijvoorbeeld hun eigen huis of ander bijzonder gebouw. Dit is gratis en werkt als Wikipedia: gebruikers voegen content toe en werken zo mee aan de uitbreiding van de database. Gebruikers kunnen elkaar ook corrigeren.

Op mijn nog te downloaden app-wensenlijstje zetten want dit is wel heel bijzonder.

Auteurs lezen voor (iPhone app)

lezenapp

Wie wil dat nu niet, voorgelezen worden? En dan ook nog vanaf je iPhone, geweldig toch. Op de website van zehnSeiten (Duits voor 10 pagina’s) lezen auteurs 10 pagina’s voor uit hun nieuwste werk. Geen fancy filmpjes, maar strak en simpel. Zwart-wit opnamen van de auteur zittend achter een tafel. De video’s zijn verschillend in lengte, van 10 tot 30 minuten. Elke week worden er nieuwe filmpjes online gezet.

lezenapp2

Ik denk niet dat het nodig is om te vragen, maar doe het toch. Kan dit in Nederland ook?

Met dank aan: Springwise

Educause: ACU Connected: Mobile Learning with the iPhone and iPod touch a Year Later

Deze presentatie werd gegeven door vier mannen: George Saltsman, C. Brad Crisp, Kyle Dickson en Scott Perkins en ging over het project ACU (Abilene Christian University) Connected, een project dat startte in 2008 en waarbij de universiteit alle eerstejaars een iPhone of iPod gaf om op deze manier een visie te ontwikkelen rondom mobiel leren. De doelen van dit initiatief zijn:

  • evalueren of op de lange termijn het gebruik van mobiel binnen het onderwijs succesvol is
  • educatieve content voor mobiel beschikbaar maken
  • faculteiten betrekken in het onderzoek naar mobiel gebruik binnen het onderwijs
  • samenwerken

In de afgelopen 18 maanden zijn 2000 devices aan studenten gegeven. De studenten kozen een iPhone of een iPod (touch). Een belangrijke reden voor de keuze waren de kosten die aan het iPhone-abonnement (ook al kregen zij korting) verbonden waren en voor sommige studenten te hoog bleek te zijn. Toch kiest 81% van de studenten een iPhone met een 2-jarig abonnement van AT&T. Binnen de sociale invloedssfeer speelden de ouders vaak een belangrijke rol in de keuze.
Ongeveer 50% van de studenten die meedoet is al lid van AT&T, deze groep is meer geneigd om een iPhone te kiezen ten opzichte van studenten die een abonnement bij andere provider hebben.

Aan het einde van het eerste jaar heeft de universiteit een onderzoek gedaan onder de studenten. Hierin stonden vragen als:

  • all things considered, I think that using this mobile device as part of my college experience is….
  • what impact has this mobile device had on you..?

In de beginfase ligt het gebruik van de iPhone en de iPod nog erg dicht bij elkaar. Volgens de sprekers komt de verwijding pas later in het jaar. En dan verliest de iPod het van de iPhone. De gebruikers van de iPhone gebruiken de device vaker, ook voor onderwijsdoeleinden en hebben de iPhone vaker bij zich. De iPhone wordt daarnaast vaker gebruikt voor sociale activiteiten. Dit komt door de spreker omdat dat een gewoonte is van studenten, onderwijs op de mobiel is nog geen gewoonte en moet dat dus nog worden. Ook zijn iPhone gebruikers enthousiaster over het device dan de iPod gebruikers, vooral de interactie en communicatie met docenten en onderwijsassistenten wordt hoog gewaardeerd.

Maar wat gebeurd er als zoveel extra studenten ineens gebruik gaan maken van mobiele devices die via wifi het netwerk bevragen. Dat kost enorm veel bandbreedte. En dat is een van de lessons learned die de sprekers ons mee willen geven.
Een andere geleerde les is dat zij wel hebben nagedacht over het aanbieden van de applicaties die zijn ontwikkeld door andere platformen (android en windows mobile). De appstore en het gebruik van docenten van applicaties hebben ervoor gezorgd dat zij zich in eerste instantie hebben gericht op de iPhone.

Na het eerste jaar werd een portal gelanceerd, speciaal voor mobiel. En er is een consortium van verschillende onderwijsinstellingen opgericht die onderzoek doen naar het gebruik van mobiel in het onderwijs.

Onderstaand filmpje is ook gemaakt en laat het volgende zien:

What might a university look like with a fully deployed program of converged devices like the iPhone? Connected is one possible vision. This fictional day-in-the-life account highlights some of the potential benefits in a higher education setting when every student, faculty, and staff member is “connected.” Though the applications and functions portrayed in the film are purely speculative, they’re based on needs and ideas uncovered by our research – and we’ve already been making strides to transform this vision of mobile learning into reality.

acu_movie

Update: Linda Tambuyser schreef op haar blog (even naar beneden scrollen) ook over deze sessie en heeft nog wat foto’s van de uitkomsten van de enquête onder studenten gemaakt. Interessant om ook te zien dus.

WP Twitter Auto Publish Powered By : XYZScripts.com