zinvol werken werk waar we zin in hebben
inleiding
geschiedenis
de mens en de organisatie
de ziel van de organisatie
first walk, then talk
professionals
vertrouwen
controleren = contra leren
nieuw leiderschap
zinvol werken werk waar we zin in hebben
inleiding
geschiedenis
de mens en de organisatie
de ziel van de organisatie
first walk, then talk
professionals
vertrouwen
controleren = contra leren
nieuw leiderschap
De eerste workshop die ik volgde was van Bas van de Haterd en had als titel Van human capital naar social capital.
Bas van de Haterd is auteur van het boek Werken Nieuwe Stijl vertelt over het sociale kapitaal.
Als je de media mag geloven dan hebben we momenteel de grootste crisis sinds de jaren ’30. Aan de andere kant bestaat er zoiets als evenwichtswerkeloosheid wat betekent dat tussen 5-6% er een evenwichtige arbeidsmarkt bestaat, onder de 5% bestaat er een te krappe arbeidsmarkt en boven de 5% bestaat er werkloosheid. De laatste cijfers van het CBS geven aan een cijfer van 5,1%. We zitten dus in de grootste crisis volgens de media maar als je naar de cijfers kijkt dan hebben wij bijna een te krappe arbeidsmarkt.
Als je op de lange termijn kijkt dan gaat het aantal zelfstandige professionals (van de Haterd heeft het niet over ZZP-ers want dat vindt hij een vreselijke term) alleen al omdat ze niet met pensioen gaan, stijgen tot 10-12%. Als er niets gebeurd neemt de populatie zelfstandige professionals toe. Van de Haterd ziet in zijn omgeving alleen maar meer mensen voor zichzelf beginnen.
Ook is er sprake van een veranderende samenstelling van de beroepsbevolking. Bij de jongste generatie van de probleemgroepen zie je een afname bij de Turkse beroepsbevolking en de Marokkanen groeien sterk. Zij kijken anders naar de arbeidsmarkt en anders naar manieren waarop zij hun werk zoeken (via eigen netwerk).
Volgens van de Haterd zijn mensen de onderscheidende factor binnen organisaties en bestaat een organisatie niet zonder zijn medewerkers.
En hij vraagt zich af wie dit wel eens hoort binnen zijn bedrijf:
Onze medewerkers zijn onze grootste asset
Want als dat wordt gezegd, waarom staan de medewerkers dan boekhoudkundig onder uitgaven en niet als bezit op de balans. Welke sector zet medewerkers wel op de balans? Voetbalclubs. Zij vragen zich af wat de waarde van een speler is. Van de Haterd meent dat als wij alleen al zouden kijken naar de investering die wij in mensen doen en die op de balans zetten en iemand in 2-3 jaar afschrijven, als je iemand een opleiding aanbiedt komt dat bij kosten, dan heb je het niet over wat iemand waard is alleen over wat hij kost. En als je dat dan doet, dan vallen reorganisaties ook heel anders uit.
We hebben een aantal uitdagingen, de arbeidsmarkt krimpt en het aantal zelfstandigen neemt toe. Dus wat gaan we daaraan doen? Van de Haterd is duidelijk, je komt er niet omheen om zelfstandigen aan je te binden. Dus hoe doe je dat en hoe houd je ze vast? Van de Haterd geeft een voorbeeld, betalingstermijnen. Als bedrijven te lang doen over betalen rekent hij extra kosten aan het begin of hij werkt niet meer voor ze.
Je moet de relatie met zelfstandigen niet frustreren door iets kleins als het betalen van een factuur.
Vervolgens spreek van de Haterd over menselijk kapitaal en hij stelt:
elke organisatie waar menselijk kapitaal de belangrijkste factor is en de overheid geen directe of indirecte invloed op heeft komen onder Dunbar’s number van aantal medewerkers (is 150)
Dunbar is antropoploog/bioloog heeft onderzocht dat wij 150 menselijke relaties aankunnen. Dit aantal van 150 komt in de historie ook terug, de eerste dorpen splitsten zich op toen het aantal bewoners boven de 150 kwam en de Romeinse legereenheden waren 150 mensen groot. Veel organisaties hoeven niet groter te zijn en andere organisaties zullen kleiner dan die 150 medewerkers blijven.
Van de Haterd ziet een steeds grotere markt voor specialisten omdat zij in de toekomst veel vaker nodig zijn. Hij meent dat als je vakinhoudelijk de beste wilt zijn dan ben je zelfstandige, ben je goed in het managen van processen en mensen bij elkaar brengen dan werk je bij een organisatie. Specialisme is altijd maar tijdelijk nodig. Het is dus niet slim om specialisten in dienst te nemen omdat dan de kans bestaat dat zij iets moeten doen waar zij eigenlijk niet zo goed in zijn alleen maar omdat ze op de loonlijst staan.
Van de Haterd vindt dat organisaties niet alleen strategisch personeelsbeleid moeten voeren maar ook moeten zoeken naar een social capital beleid. Wat is er om onze organisaties heen. Denk hierbij aan alumni. In dit geval oud-medewerkers. Dit is het meest weggegooide bedrijfskapitaal in Nederland. Oud medewerkers kennen je bedrijf, weten wat beter had gekund en kunnen dit ook zeggen als zij niet langer bij je in dienst zijn. Dus denk na hoe je deze mensen en zelfstandigen aan je wilt binden. Waarom willen zij voor jou werken is dan een belangrijke vraag. Je hebt het dan ook over fans van een bedrijf. Wanneer wordt iemand fan van jouw organisatie?
Apple heeft fans, Google ook. Hoe doen zij dat? Zij zitten in sectoren waarbij andere bedrijven zeggen dat het lastig is om fans te krijgen en toch lukt het ze. Seats2Meet heeft ook fans. Waarom heeft jouw organisatie geen fans?
Terug naar het onderwerp van het symposium, het nieuwe werken. Van de Haterd vindt de houten iPad houder een subliem voorbeeld van het nieuwe werken. Het gaat binnen het nieuwe werken om het belonen van resultaat en waarom dan niet een probleem in de markt zetten om het op te laten lossen door de omgeving en de beste oplossing te belonen. Je vindt op deze manier een expert waarvan je je kan afvragen of je hem ook had gevonden via een personeelsadvertentie in de krant.
Van de Haterd ziet de volgende versie van HR/recruitment niet meer als we moeten de juiste mensen binnen de organisatie krijgen maar we moeten een probleem oplossen en we kijken hoe een zelfstandige of een alumni dit op kan lossen met behulp van een kennissysteem waarin wij informatie over deze mensen hebben opgeslagen.
Hierna was het tijd voor een opdracht die wij in groepjes van vier moesten uitvoeren. De vragen waren:
Hierna kregen wij 15 minuten om te discussiëren en een keuze te maken. In onze groep zat Jantine Tanis (HR adviseur) van de Alzheimer Nederland. Wij hadden bedacht dat je mensen die nog niet met de ziekte te maken hebben gekregen aan je wilt verbinden. En dat de groep die wel met je verbonden is kan inzetten voor webcare. Hiermee wonnen wij het boek Werken Nieuwe Stijl. Van de groep mocht ik het als eerste lezen om daarna aan Jantine op te sturen.
De grap is dat ik tijdens de borrel Bas heb gevraagd het boek te signeren en dat ik tijdens de treinrit naar huis hem ben gaan volgen op twitter. Dit leverde mij nog twee gesigneerde boeken op want ik was zijn 2500e volger. Het boek Werken Nieuwe Stijl heb ik naar Jantine laten sturen en het boek Personal Brand lag een dag later in mijn bus. Super!
Van de Werff en Spekschate werken allebei bij Berenschot en hadden als titel van de workshop gekozen voor Werken in 2020, het nieuwe werken voorbij. Nu was de ruimte waarin wij zaten niet heel geschikt voor een workshop (smal en lang, we moesten tegenover elkaar zitten) maar toen wij gingen discussieren over stellingen bleek het toch wel weer handig.
Beide mannen vertelde iets over het nieuwe werken en waarom zij vinden dat HET nieuwe werken niet bestaat en dat zij verandering als het enige constante zien. Ook lieten zij dit filmpje zien:
De eerste stelling die wij kregen was:
het nieuwe werken geldt voor iedereen
Nu zat ik in een groep die voor moest zijn waarin een hele scherpe meneer zat die zei: als je zelf je werk mag doen zoals jij wilt en wanneer jij wilt dan geldt het dus voor iedereen omdat iedereen dat zelf mag bepalen. Aan de andere kant van de ruimte zat de tegen groep. Zij meenden dat iemand die het vuil ophaalt dat niet midden in de nacht kan doen, net als een nachtportier die zijn werk overdag wil doen. In sommige beroepen kan het gewoon niet.
De tweede stelling was:
het nieuwe werken staat voor vertrouwen ipv controle
Nu was onze groep de groep die tegen was. En weer was de scherpe meneer in beeld. Hij zei: je controleert nog steeds alleen pas aan het einde, je maakt toch afspraken in het begin en die moeten nu eenmaal gecontroleerd worden. Ja en wat zeg je dan als groep die voor is.
De laatste workshop van de dag was van Tjeu Verheijen van Vodafone. Hij vertelde over Mobiel werken: integrale aanpak als succesfactor.
Vodafone beschouwt werk als integraal onderdeel van het leven en ze noemen het mobile working. Duidelijk is wel dat de business leidend is bij Vodafone, het is tenslotte een commercieel bedrijf. En om aantrekkelijk te zijn en blijven voor young professionals wilden zij veranderen. Hierbij sluit de werkomgeving aan bij de kernwaarden. Dat er daarnaast kosten worden bespaard en dat de (digital) footprint minder wordt is mooi meegenomen.
Het mobile working is top down doorgevoerd. Voor sommige organisaties misschien niet ideaal maar voor Vodafone werkte het prima. Als eerste gingen de CEO en de CFO ermee aan de slag en ook de Ondernemingsraad is er in een vroegtijdig stadium bij betrokken. Een nieuw kantoor in Amsterdam zorgde voor de rest. De beslissing om de functies mee te nemen en niet de mensen zorgde ervoor dat niet iedereen meeging. Nu was dat niet erg, op deze manier kon Vodafone nieuwe mensen aannemen en deden dit op een originele manier. In een soort van huiskamer met fijne banken en goede koffie werden de gesprekken afgenomen. Op deze manier konden de nieuwe werknemers wennen aan de sfeer waarin zij terecht zouden komen. Het nieuwe gebouw werd gebouwd naar de maatstaven van Vodafone en ook dat is bijzonder want aannemers denken nog steeds in kantoorgebouwen.
Verheijen vertelde over dingen die niet meteen konden. Zij hebben dit geparkeerd om later weer op te pakken. Het hoeft niet allemaal meteen te kloppen en je vertraagd het proces als je er teveel aandacht aan besteed. Wat ik erg interessant vind is hoe zij de ARBO wet interpreteren, die is anders dan dat wij normaal gesproken doen. En de wetgeving wordt nog steeds gerespecteerd, alleen de interpretatie van de ARBO wet is passend bij wat Vodafone wil. Ik zou graag met Verheijen hier eens verder over praten.
In het kantoor in Amsterdam worden 2600 kantoorwerkers gevestigd op 24.00o m2. Ze hebben 60 shared desks (in plaats van 110) per 100 medewerkers. En om alles duidelijk te maken hebben ze het boek mobile working voor dummies gemaakt.
I wordt WE
En wat me steeds meer opvalt, en Vodafone doet het ook, is dat er 1 goede coffeebar/corner in het gebouw te vinden is. Op de overige etages staan machines met eenvoudige koffie. Maar een plek is gereserveerd voor uitstekende koffie. Dat mensen moeite moeten doen om hier te komen is niet erg, want ze lopen toch wel voor die goede bak koffie. Het wordt een ontmoetingsplek.
Bij Vodafone werken ze steeds vaker staand. En ze hebben muziek in het trappenhuis in plaats van in de lift om liftgebruik te ontmoedigen. Er zijn ruimtes die je kan boeken (maar dit zijn er maar weinig) en als je na 5 minuten niet hebt ingelogd wordt de ruimte weer vrijgegeven. Thuiswerken noemen ze bij Vodafone anders omdat als je het thuiswerken noemt je een werkplek in moet richten als werkgever. Daarnaast heeft thuiswerken een negatieve connotatie.
Bij Vodafone is het leuk om naar kantoor te komen.
En dan een aantal cijfers. Het printen wordt ontmoedigd en dat werkt, er wordt 60% minder geprint. Als we het hebben over productiviteit geeft 72% van de medewerkers aan dat zij productiever zijn geworden.
Vodafone ondersteunt het Leefritme Kenniscentrum. Het Leefritme Kenniscentrum is een onafhankelijk onderzoeksinstituut dat structureel onderzoek doet naar aspecten van leefritme. Je vindt hier onderzoeken, informatie en hulpmiddelen om jouw leefritme te bepalen en meer te leren over het ritme waarin Nederland leeft en werkt.
Huib Koeleman sloot met Twitteren op je werk de dag af.
Een supersnel verhaal met veel prezi-bewegingen die gelukkig online te vinden is.
En dan nog wat quotes omdat ik zo aan het einde van de dag niet scherp genoeg was om veel aantekeningen te maken.
Het gaat om je idee, niet om je positie
Kennis delen is macht!
Ik ben erg blij dat ik dit Kluwer symposium mee heb mogen maken, ik heb veel geleerd en leuke/fijne/interessante nieuwe mensen ontmoet. Sommige dingen moeten nog even landen, waarna ik na veel nadenken vast tot iets origineels kom om bij de TU Delft Library uit te proberen of te implementeren. Die impressive koffiehoek die komt er zeker dan weet ik nu al wel. Succes gegarandeerd.
Boonstra begon zijn betoog met te vertellen dat hij iets tegen het woord nieuwe in het nieuwe werken heeft. Hij vergelijk het nieuwe in het nieuwe werken met het nieuwe in de nieuwe mens van Che Guevara. Che Guevara wilden de nieuwe mens creëren die er nooit is gekomen. Het nieuwe staat voor vrijheid, ruimte, idealen en het kunnen doen wat je wilt. Je bepaalt zelf hoe en wat, talent doet er toe en je bent zelf verantwoordelijk. Maar is dit waar te maken? Een trieste werkelijkheid zijn de flexibele werkplekken die ervoor zorgen dat het aantal m2 wordt gereduceerd. En er ook voor zorgen dat mensen een uur eerder naar kantoor vertrekken om zeker te weten dat er een werkplek voor ze beschikbaar is. Boonstra laat een treurige foto van een kantoor zien met allemaal kleine hokjes, je kent ze wel, van de Amerikaanse kantoren waar iedereen het minimale aan m2 heeft om zich binnen te bewegen. Het zijn nog net geen telefooncellen maar het komt wel dicht in de buurt.
Onderweg naar het congres hoorde Boonstra een radiospotje van een leverancier van het nieuwe werken. Deze leverancier benadrukte dat zij een systeem hebben ontwikkeld waarmee je kunt controleren. Nog zo’n trieste werkelijkheid. Boonstra noemde geen namen maar ik ben wel nieuwsgierig geworden naar welk bedrijf zich zo presenteert.
Hij meent dat als command, control & communication inzet om het nieuwe werken te implementeren dan bloed het project waarschijnlijk dood. En hij vraagt zich af: kunnen we afstappen van de 3C’s en de 3R’s waarbij de klanttevredenheid nog steeds bovenaan staat en klanten niet het gevoel krijgen dat zij genept worden.
Boonstra voegt er nog een 4e en 5e systeem aan toe, de 3V’s (vertrouwen op systemen en in mensen, verantwoording en vakkennis) en de 3R’s bestaande uit richting, ruimte en resultaat. Deze 3R2 zoals hij het noemt vervangt de eerste 3R van rechtzekerheid, rechtgelijkheid en rechtvaardigheid.
Het gaat om het vertrouwen in systemen en in de ander, je hebt vertrouwen in vakkennis, beoordelingsvermogen, uitwisseling van informatie en om dit te realiseren geef je ruimte.
Als voorbeeld noemt Boonstra Olijslager Verf. Dit noord-Nederlandse bedrijf heeft veel vertrouwen in de ander. Boonstra legt uit. Er worden door de crisis minder huizen gebouwd en dus worden er minder verfmaterialen gebruikt. Olijslager Verf verleent in tijden dat het minder gaat diensten aan waar de klant iets aan heeft. Olijslager Verf staat dicht bij de klant. De manager van Olijslager Verf stuurt op de trots van het bedrijf en de betrokkenheid van het personeel bij de producten en diensten die zij leveren. Boonstra noemt dit voorbeeld van het nieuwe werken omdat het voor hem staat voor richting, ruimte en resultaat.
Ook gaf Boonstra het voorbeeld van Stichting Jeugdformaat.
De doelstelling van Jeugdformaat is verwoord in een heldere missie en visie. Aanvullend daarop streven we de volgende kernwaarden na:
Passie: de medewerker binnen Jeugdformaat is gedreven, geïnspireerd en betrokken, werkt met bezieling, staat ergens voor en wil het best mogelijke bereiken.
Mens- en kindgericht: de medewerker van Jeugdformaat stelt altijd de mens, in het bijzonder het kind centraal, respecteert een ieder, houdt rekening met de waarden van de ander, maar is ook gericht op het beste van een ieder naar boven te halen.
Resultaatgericht: de medewerker binnen Jeugdformaat is ondernemend, werkt gericht toe naar het bereiken van gestelde doelen, is vasthoudend, komt afspraken na en legt rekenschap af over de bereikte resultaten.Naast bovengenoemde kernwaarden vinden we ook volgende cultuurwaarden belangrijk:
Samenwerking: de maatschappelijke verantwoordelijkheid waar Jeugdformaat voor staat vereist de inzet van medewerkers in gezamenlijkheid met anderen, binnen en buiten de organisatie, waarbij betrokkenen actief aansluiting op elkaar zoeken, elkaar ondersteunen, inspireren en motiveren.
Talentontwikkeling: de medewerkers van Jeugdformaat werken in een omgeving waarin zij zich optimaal in staat gesteld achten het beste in henzelf tot uiting te laten komen, waarin persoonlijke ontwikkeling en groei wordt gestimuleerd en waarin nieuwe ideeën tot ontwikkeling kunnen komen.
Boonstra maakt na deze twee voorbeelden de overstap naar leiderschap en vraagt zich af waar het middlemanagement zenuwachtig van wordt als je het over het nieuwe werken hebt. Is het het niet weten wat je mensen doen? Maar dit was in het verleden ook al zo. Boonstra geeft het voorbeeld van KPN en het begrip technisch weer. Ik moest even googlen om te begrijpen waar dit op sloeg en vond het weblog van Roos Menkhorst.
“Hoofdzakelijk zat je op kantoor, maar het kwam wel eens voor dat we op visite gingen bij de klant. Het viel me op dat als het mooi weer was, men er massaal op uit ging voor een afspraak. We zeiden dan altijd: ‘Het is technisch weer vandaag’.
Boonstra vraagt zich af, is het erg dat de medewerkers een ander werkpakket hebben als het mooi weer is. Leiderschap gaat toch om richting geven? Maar ook om hoe stimuleer je mensen en hoe zorg je voor samenhang? Zeker in een tijd waarin mensen thuiswerken, in- en uit vliegen of op flexplekken hun werk doen. Hoe wissel je dan kennis uit?
kunst van balanceren
Wat moet je als leidinggevende doen als je het nieuwe werken wilt invoeren. Je moet volgens Boonstra weten waar je als bedrijf voor staat. Je moet trots kunnen ontleden aan het bedrijf waar je werkt en betekenis geven waarom dingen worden gedaan zoals ze worden gedaan.
De eerste stap hierin is bepalen wat de betekenis is van het bedrijf en hoe het nieuwe werken hierin iets toe kan voegen. Het gaat dan om maatschappelijke beleving, personeel aantrekken en historische trots. Is het voor iedereen helder welke toekomstrichting je inslaat? De Rabobank maakte het duidelijk door te stellen dat de klant er niet voor de bank is maar de bank voor de klant. De Rabobank weet wat zij betekent voor de maatschappij. Op deze betekenis worden de werkprocessen ingericht en de interne processen worden hierop aangepast.
Het gaat om de waarde die we samen delen en die betekenis geven aan het werk van mensen, het is datgene waar zij trots op zijn.
Het versterken
Van het vermogen
Van de gemeenschap
Om haar eigen toekomst
Vorm te geven en
Duurzame veranderingen
Te realiseren
Boonstra laat weten dat als je op alle lagen aandacht gaat geven het een drama wordt. Je kan beter praten met elkaar over werkpraktijken, over hoe gaan we het samen doen en organiseren. En als je dat goed doet dan komen alle lagen vanzelf aan bod. Dus aan de slag en aan de praat!
En dan is er nog een ding wat je moet onderzoeken en dat is in wat voor cultuur werk je.
Is dit een rol-, een taak-, een machts-, of een persoonscultuur. Sta hier bij stil en besef je dat deze cultuur het vertrekpunt is. Kun je een oase, een pareltje creëren met deze cultuur. Boonstra geeft een tip: weet waarvoor je staat, weet waarvoor je gaat en wat je kracht is, weet wat je klantwaarde is en wat je cultuur.
Wil je meer weten over of lezen van Boonstra dan is zijn website een goed vertrekpunt. In zijn laatste boek Leiders in cultuurverandering zijn alle afbeeldingen/schema’s die hij gebruikte in zijn presentatie terug te vinden. Zo ook deze:
Boonstra sloot zijn sessie af met de succesfactoren:
De keynote van Boonstra was zeer goed en inspirerend. Het heeft me de afgelopen dagen beziggehouden want hoe ging ik hier een samenhangende blogpost van maken zonder tekort te doen aan de woorden van de spreker. Ik hoop dat ik hierin ben geslaagd maar het kan best zijn dat ik dingen verkeerd geïnterpreteerd heb. In dat geval hoor ik het graag.
Binnen de TU Delft Library maar ook binnen de TU Delft werkgroep 2FLOW kunnen we deze keynote heel goed gebruiken om bespreekbaar te maken waar wij trots op zijn als organisatie, wat onze cultuur is en hoe wij het nieuwe werken willen aanpakken.
De rest van de dag beschrijf ik in deze blogpost.