Het is alweer twee weken geleden dat ik naar Amersfoort reisde voor een seminar over toekomstbestendige bibliotheken door maatschappelijke waarde. De dag werd georganiseerd door BiblioConsult in het Eemhuis en die locatie stond nog op mijn lijstje dus had ik een extra reden om te gaan.
Het seminar werd als volgt aangekondigd:
Toekomstbestendigheid is op dit moment een term waarmee wordt aangegeven dat naar deze situatie gestreefd wordt. Maar waar hebben we het nu concreet over? Heeft iedereen hetzelfde beeld ten aanzien van de toekomstbestendige situatie en over hoe we daar komen en wat daarvoor nodig is?
Binnen de visie van BiblioConsult is een toekomstbestendige bibliotheek een publieke organisatie die werkt in een omgeving met marktprikkels en publieke doelen. De publieke doelen worden als maatschappelijke prestatie-indicatoren vastgelegd en overeengekomen met de lokale samenwerkingspartners, waaronder de gemeentelijke organisatie. Dit vraagt om een gedegen aanpak.
Een onderdeel van de toekomstbestendigheid is volgens BiblioConsult het aan kunnen tonen van de maatschappelijke winst die de organisatie maakt. In de huidige periode waarin bibliotheken worden geconfronteerd met bezuinigingen en vragen over het bestaansrecht is het voor u als maatschappelijk ondernemer van belang dat u dit aan kunt geven. Pas dan wordt een gesprek met uw opdrachtgever echt zinvol en gaat het over de inhoud en niet alleen over de euro’s.
Want zolang we niet weten wat iets oplevert, is de prijs altijd te hoog.
Jos Debeij (KB) mocht als dagvoorzitter de deelnemers meenemen in de geschiedenis van de bibliotheek. Waar komen we vandaan en wat dragen bibliotheken bij aan de ontwikkeldoelen van 2030 die door de VN zijn opgesteld. Er kwamen veel documenten langs die vanaf dat moment op mijn te-lezen-lijstje staan. Want ik begrijp ook wel dat een UB iets anders is dan een OB en dat ik nog wat in te halen heb als het gaat om kennis opdoen.
Dus het overzicht van Jos is superfijn voor mij. Hierna was het de beurt voor Math Göbbels (BiblioConsult) die vooral inging op het meten van toekomstbestendigheid en maatschappelijke waarde. Wat is de maatschappelijke betekenis van de bibliotheek en kun je dit algemene belang meten? Kun je dan dat belang vergelijken met andere culturele instellingen om op deze manier met een 0-meting de waarde uit te drukken. Na het doen van interventies kun je dan een 1-meting doen. Je vraagt leden, stakeholders en de politiek over de betekenis van de bibliotheek. Dit kunnen zij door % aangeven met eens of oneens. Je merkt dan als snel dat het oordeel van de leden heel anders is dan wat de stakeholders en de politiek van ons verwachten. Een andere meetmethode is het meten naar aanleiding van aangeboden producten, bijvoorbeeld Klik en Tik en Boekstart. Op deze manier is het beeld van de bibliotheek als het gaat om maatschappelijk waarde beter uit te drukken.
Mariet Wolterbeek (directeur de Bibliotheek Z-O-U-T) bracht de praktijk.
Ik was erg onder de indruk van haar aanpak met het productenboek. Alles is beschreven en er is een prijs aan gehangen. Op deze manier is de bedrijfsvoering transparant en is duidelijk wie waarvoor verantwoordelijk is. Ook kun je op deze manier helder communiceren over de inhoud en je kan eenvoudiger aansluiten bij de bedrijfsdoelen van de gemeente. Door het op deze manier aan te pakken werk je samen met de gemeente vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid.
In 2007 zijn ze gestart met deze manier van werken. In 2012 deden zij een 1-meting en in 2015 een 2-meting. Op deze manier kun je het personeel ook laten zien welk effect hun werk heeft gehad. Het gesprek dat je dan voert met de gemeente gaat over de inhoud.
Erika Spil liet als wethouder van Bunnik zien hoe de bibliotheek overkomt bij de gemeentelijke politiek. Wat volgens haar geen andere organisatie heeft (en de bibliotheek dus wel) is dat de bibliotheek laagdrempelig is, zij is waardevrij, betrouwbaar en het is een ontmoetingsplek.
Vraag niet aan de gemeente wat ze van je verwachten maar vertel ze wat je doet (gebruik emotie) en vertel over de inhoud. Veel wethouders zitten in de processen en niet in de inhoud dus moet je ze meenemen en met goede voorbeelden binnen komen. Zoals helpen werkeloosheid verminderen en preventief de jeugdzorg helpen tegen een stijging van laaggeletterdheid.
Hein Leemans (zelfstandig onderzoeker Bureau Leemans en docent onderzoek Avans+ en Hogeschool Rotterdam) liet ons de Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein zien. Een interessante site om later nog eens beter naar te kijken. Elk half jaar komt er een update, met eind januari de nieuwste versie. Er zijn 15 thema’s in de monitor benoemt, zoals jeugd, WMO, participatie, etc. Op www.waarstaatjegemeente.nl vind je meer informatie. Neem eens een kijkje bij het dashboard en als je rapporten wilt downloaden kan dat ook.
De laatste spreker van de dag was Carel Konings (rector Amadeus Lyceum Leidsche Rijn). Hij liet vanuit onderwijsperspectief zien wat toekomstbestendigheid voor hen betekent. Zij hebben 1450 leerlingen. Bieden vmbo-tl tot gymnasium aan. En zij hebben geen eigen schoolbibliotheek, dit budget hebben zij aan de OB gegeven.
De dag beëindigden we met de resultaten van een enquête die wij eerder hadden ingevuld. Want hoe toekomstbestendig vonden wij onszelf nu eigenlijk. De meningen waren verdeeld. De een is nu eenmaal wat verder dan de ander. Ik denk dat er nog genoeg te doen is en ik wil graag beginnen met het productenboek van Mariet. Ik zag oude bekenden en ontmoette nieuwe mensen. Tijdens onze dag werd het gebouw ontruimt en zodoende liepen wij naar de borrel door een heel leeg gebouw. Hoe vaak maak je dat nog mee….
Meer foto’s van de dag staan in dit album op Flickr.