Adam Greenfield is de spreker die het meest abstracte verhaal heeft op deze tweede dag van PICNIC. De titel: The Long Here, the Big Now, and other tales of the networked city.
In 2006 schreef Greenfield het boek Everyware (voor een deel via Google Books te lezen) over ubiquitous computing – geschikt voor een algemeen (niet wetenschappelijk) publiek. Misschien moet ik eerst proberen uit te leggen wat ubiquitous computing is.
Op Wikipedia staat:
Ubiquitous computing (ubicomp) is a post-desktop model of [human-computer interaction] in which information processing has been thoroughly integrated into everyday objects and activities. As opposed to the desktop paradigm, in which a single user consciously engages a single device for a specialized purpose, someone “using” ubiquitous computing engages many computational devices and systems simultaneously, in the course of ordinary activities, and may not necessarily even be aware that they are doing so.
De computer dringt door in het leven van de mensen zonder dat zij dit eigenlijk door hebben. Informatie is altijd en overal op een manier die bij de context van de gebruiker past, is dit een pc dan een pc, maar het kan ook een mobiel zijn of een game-device met wifi toegang. Greenfield noemt het begrip geen ubiquitous computing maar everyware.
Maar hoe voelt het nu om in een wereld te leven die overspoelt wordt door ubiquitous computing? is een vraag die Greenfield stelt.
Hij ziet twee categorieën. De eerste zijn architecten die genieten van deze nieuwe vorm van technologie. Greenfield geeft het voorbeeld van een vrouw die al bellend door een winkelcentrum loopt. Het pad dat zij volgt is grofweg afhankelijk van het gebouw waarin zij zich bevindt. Een ander voorbeeld, de metro in Tokio. Hier gebruiken de metro reizigers hun mobiele telefoon als een soort van muur, om zichzelf af te schermen van de dingen om zich heen. Cyberspace is volgens Greenfield als je met je telefoon aan het bellen bent. De informatie daalt op ons neer als regen.
Greenfield vindt op Twitter een goed voorbeeld van een ding dat twittert. Namelijk de Tower Bridge in Londen. Tweets als I’m closing after the SB Gladys vullen dit account. De content komt van sensoren die op de brug zijn geplaatst. De sensoren vangen content op en deze wordt omgezet naar tweets.
Greenfield ziet overigens wel problemen met deze ontwikkelingen. Denk maar eens aan een paal in de grond die omhoog gaat als de auto er overheen is gereden. Als deze paal omhoog gaat terwijl de auto en boven staat heb je een probleem. Wie bestuurt deze paal? De computer… kun je deze bellen om over jouw probleem te praten. Nee dus. Er worden muren opgebouwd, digitale muren in dit geval.
De tweede categorie heb ik gemist. Maar misschien is deze niet behandeld. De presentatie van Greenfield was abstract en soms niet te volgen. Wellicht omdat ik niet heel veel van dit onderwerp afweet. Op zich interessant, steden bouwen rondom technologie. Je vraagt je dan af, waar eindigt dit?