Afgelopen donderdag mocht ik samen met een aantal collega van de TU Delft bij de opening zijn van de nieuwe Ahrend Flagshipstore in Amsterdam. Onderdeel van deze opening was een bezoek aan het nieuwe faculteitsgebouw van FNWI van de Universiteit van Amsterdam.
De architect van het gebouw gaf een inleiding en vertelde dat niet alleen zij (Rudy Uytenhaak Architecten) die de prijsvraag hadden gewonnen, maak ook twee andere architectenbureau’s het gebouw hebben ontworpen. De andere twee architectenbureau’s waren Meyers en van Schooten Architecten en Architectenstudio HH. In 2001 won Rudy Uytenhaak Architecten de opdracht naar aanleiding van een prijsvraag. De twee andere architectenbureau’s kregen een deelopdracht onder supervisie van de winnaar. Volgens de architecten ging de samenwerking goed, maar ik vraag me toch af hoe dat is gegaan. Samenwerken met 1 architect is soms al lastig, laat staan met 3.
Het motto van het gebouw is: articulatie van de interactie. Het doel van het gebouw: alle betafaculteiten samenbrengen om meer samenwerking en kruisbestuiving te realiseren.
Het gebouw bestaat uit vier vleugels. Een centrale vleugel met kantoren en onderwijszalen en studieruimten en drie vleugels met laboratoria. In de onderste laag van de centrale vleugel bevindt zich de kantine/restaurant, de bibliotheek en collegezalen. Daarboven bevinden zich de kantoren rondom vides en binnenhoven. Hierdoor is er geen enkele doodlopende gang in het gebouw te vinden. De kantoren zijn een combinatie van gesloten cellen en open werkplekken, waarbij de open werkplekken zich bevinden aan de open binnenhoven zodat de medewerkers die hier zitten contact hebben met de rest van het gebouw. Zij zijn ook zichtbaar als je bijvoorbeeld op de begane grond staat en naar boven kijkt.
Er zijn 1500 werkplekken (common rooms, overlegruimten, archief/opslag, open werkplekken, kantoren). De inrichting van de kantoren is rustig, warm en huiselijk en dus is er gebruik gemaakt van bamboe voor de bureaubladen. De zijkanten van de bureau’s zijn dicht zodat je geen computersnoeren en bedrading ziet. In elk bureau zit een klein laatje voor pennen en dergelijke.
De medewerkers mochten kiezen uit een aantal modellen die waren ingericht voor de kantoren. Het bleek dat een groot aantal medewerkers liever op een muur uitkijkt dan naar buiten en dus staan veel bureau’s naar de muur gericht.
De open kantoorruimten zijn door hoge multifunctionele kasten (whiteboard, planken, afsluitbaar) van elkaar afgescheiden. Er zijn drie verschillende open kantoorruimten ingericht (concentratie suite, coulissen suite en interactie suite). Elke medewerker in een open kantoorruimte heeft een locker waar hij persoonlijke spulletjes in kan bewaren. Tafelschotten van stof zorgen ervoor dat je niet direct zij aan zij zit met een collega.
De common room was nog niet helemaal af, maar het is de bedoeling dat hier een lounge-achtige ruimte ontstaat. De ruimte is bijna helemaal wit. Overigens is er veel wit in het gebouw gebruikt, met een aantal felle kleuren. Wat mij opviel is dat er weinig persoonlijke spulletjes van medewerkers op de bureau’s staan. Volgens de architect had dit te maken met het soort medewerkers dat op deze faculteit werkt.
Wat ook opviel waren krantenknipsel met als titel Beneden de Bijenkorf, boven de Hema en logo’s van Xenos en Blokker die door het hele gebouw hingen. Het gaat om dit artikel in de Folia, waarbij er vooral wordt geklaagd over geluidsoverlast:
Geluidsoverlast is één van de klachten die veel worden geuit door medewerkers van de fonkelnieuwe faculteit op het Science Park. In september 2010 moeten alle afdelingen zijn verhuisd, voorlopig zitten alleen de biologen, wiskundigen, astronomen en medewerkers van het Institute for Logic, Language and Computation in het nieuwe pand. Een deel van hen is niet erg blij met de nieuwe behuizing. Ze zijn bang voor diefstal uit de circa driehonderd open werkplekken, de akoestiek laat volgens hen te wensen over, de zonwering zou verkeerd worden aangestuurd, en geluid van de begane grond galmt door de open vide na tot op de hoogste verdiepingen. De facultaire ondernemingsraad biedt inmiddels op zijn site de mogelijkheid om de klachten te uiten.
Huisvestigsdirecteur Blok denkt dat het om kinderziektes gaat en dat zodra iedereen het pand heeft betrokken er minder overlast zal zijn. Wat mij ook opviel waren de lage (1.10 meter) omheiningen rondom de open ruimten. Volgens Blok ook geen probleem omdat met zoveel laboratoria in het gebouw naar beneden springen niet zo vaak voor zal komen, men zal eerder zichzelf electrocuteren of vergiftigen omdat dat gemakkelijker is. Ik maakte me vooral zorgen over de mensen met hoogtevrees. Ik denk dat zij niet zo fijn door dit gebouw rond zullen lopen.
En dan de bibliotheek. Ik wist niet hoe snel ik hier weer vandaan moest komen. Wat een saaie bedoening. Voormalig collegelid Rob Scheerens zegt in hetzelfde bovengenoemde artikel een bibliotheek met kilometers boeken en tijdschriften. En dat was ook precies wat het was.